Met de eigen wagen, een bus, de trein of het vliegtuig: zo maken duizend supporters van Cercle Brugge op donderdag 25 juli de verplaatsing naar Schotland, want dan neemt groen-zwart het op tegen Kilmarnock FC in de heenwedstrijd van de tweede kwalificatieronde van de Europa League. Onder hen ook Frederik Boi en Geert Leys.
Kilmarnock, zo’n dertig kilometer ten zuiden van Glasgow, verwierf grote bekendheid als vestigingsplaats van de originele stokerij van Johnnie Walker. In 1820 begon de verkoop van whisky met zijn naam. Het proeven van een van de vele Schotse handelsmerken, met of zonder kilt, behoort naast de match zeker tot een van de activiteiten voor de meereizende Cerclefans.
“We maken sowieso een kans tegen Kilmarnock” – Frederik Boi
Anthony Portier maakt de verplaatsing met de auto, samen met een vriend. Frederik Boi, een andere gewezen speler, was bij de eersten na de loting om zich een vliegticket aan te schaffen. “Bij een haalbare verplaatsing wilde ik er sowieso bij zijn”, vertelt hij. “Jeroen Decoster, die met ons meegaat, had alle potentiële tegenstanders bekeken. Bij Kilmarnock zouden we er vol voor gaan. We zijn met acht. Een allegaartje. Er zit een Anderlechtsupporter bij en zelfs twee fans van blauw-zwart, Sam Demets en Laurens Lanssens. Zij hebben beloofd een spandoek met een positieve boodschap te maken, als steun van Club. Ik ben razend benieuwd.”
Whiskytour
Met acht hebben ze in Edinburgh een huisje een soort van studentenhome gehuurd. Ze vertrekken woensdagmorgen vanuit Charleroi naar Edinburgh. Daar reizen ze twee uur met de trein om de match bij te wonen. “We doen daarnaast een whiskytour en gaan in Dundee op vrijdag ook een cricketwedstrijd bijwonen. Zaterdag keren we terug”, weet Frederik. “Deze week is er in Royal Troon, op tien minuten van Kilmarnock, overigens de British Open. Als fervent golfliefhebber moet ik dat jammer genoeg wel missen. Ik zou daar toch graag eens op een van de golfcourses een balletje slaan.”
Geert Leys, gewezen kinesist van Cercle, maakt tevens deel uit van de groep. Hij beleefde de eerdere Europese campagnes tegen Turku en Famagusta van veertien jaar geleden en Brann Bergen in het seizoen 1997-1998. “Wim Kooiman was toen geblesseerd. Het werd een gelegenheidsverdediging waarin de jonge Nigeriaan Muisi Ajao hij was nog maar zeventien in de thuismatch in de fout ging. Het Noorse publiek was in eigen stadion wel niet zo aangenaam. Toen ik hen voorbij liep, na een geblesseerde speler te hebben verzorgd, werd ik van kop tot teen bespuwd”, weet Leys. “Verder was het een toffe verplaatsing. Nadien hebben de Noren nog PSV uitgeschakeld en nipt verloren van Liverpool. Jan Ove Pedersen, een van hun sterkhouders, kwam toen naar ons omdat Cercle in degradatiegevaar verkeerde. Zij het voor enkele maanden, maar volgens de UEFA kon dat niet en moest hij langer blijven. Dat jaar zijn we gezakt, met Jerko Tipuric als trainer. Achter zijn rug om zijn toen dingen gebeurd die niet door de beugel konden.”
Leve de chauffeur
Aan de confrontatie tegen Turku en Famagusta heeft Leys ook herinneringen. “Ik kwam in Turku een speler tegen die op Cercle twee jaar voordien een korte test had afgelegd: de Nigeriaan Kennedy Nwanganga. Hij speelde nadien nog voor Genk. Na de match en de winst in Turku was er veel ambiance. We zongen allen onder impuls van Bert Evens Leve de chauffeur, hij mag er wezen, op een vliegtuig…”, glimlacht Geert.
“In Famagusta was iedereen na de match enorm ontgoocheld”, pikt Boi in. “In minuut 82 kwam de tegengoal waarmee we uitgeschakeld werden. Ik heb toen de ganse nacht op het terras van onze hotelkamer gezeten. Er was een speler die na de wedstrijd zeer teleurgesteld was, ook over wat er tijdens de match gebeurd was. We hebben hem een hart onder de riem gestoken.”
Sportief vergelijkt Frederik Boi de dubbele confrontatie tegen Kilmarnock met een match in de Jupiler Pro League. “In eigen land kan Cercle van elke ploeg winnen. Ik kan mij niet voorstellen dat de Schotse competitie zoveel sterker is, behalve misschien Celtic en de Rangers. Van elke andere ploeg hoeft Cercle niet bang te zijn. Ik denk dus dat we sowieso een kans maken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
