Een jaar gelden startte Louis Vergauwe met twee kompanen met 8830 een nieuwe supportersvereniging in Gits. Ondertussen is hij de nieuwe voorzitter van de supportersfederatie van Cercle Brugge, in navolging van Inge Ameel. “We zijn tevreden met wat er extrasportief is bereikt.”
Louis Vergauwe (27) is afkomstig uit Roeselare, woont in Gits en is werkzaam bij Vastgoed Sinnaeve. “Mijn grootvader Willy Vergauwe was een fervent Cerclefan, ook al omdat hij in Brugge in de Frèrers zat. Ik kon op zeer jonge leeftijd zijn mooie Cercleverhalen aanhoren. Jammer genoeg heb ik nooit de kans gehad om met hem naar wedstrijden van Cercle te gaan. Hij gaf mij het supporter zijn wel door”, vertelt Louis als nieuwe voorzitter van de supportersfederatie.
Drijvende kracht
“Mijn voorgangster Inge Ameel komt tevens uit Gits. Zij was samen met Patricia Pauwels en andere leden binnen het bestuur van de federatie een drijvende kracht om met 8830 – wat verwijst naar de postcode – een supportersvereniging te starten.”
Het bestuur van de supportersfederatie vormt volgens Louis een hecht team. “We werken goed samen, zijn communicatief met elkaar en dat ik als voorzitter fungeer, is niets meer dan een woord. Met ons allen zitten we geregeld binnen Cercle in nauw overleg en samenspraak zowel met het bestuur als de mensen van de marketing samen, om te zien waar wij onze schouders kunnen onder zetten. We zijn tevreden met wat er vorig seizoen extrasportief is bereikt. Zo hebben we bijvoorbeeld een kerstmarkt geïntroduceerd en ook de busverplaatsingen blijft een hels werk. Er kruipt daar veel tijd in. Net als de sfeeracties die worden ondernomen. Op het einde van het seizoen hebben we op de goede afloop vanuit de federatie ook enkele gratis vaten bier en frisdrank aangeboden.”
Thuis voelen
Komend seizoen is het de bedoeling om op dit elan verder te gaan, zodat elke supporter er zich thuis voelt. “Met de bedoeling dat we meer leven en activiteit in alle verenigingen kunnen krijgen. We willen met Cercle meer volk aantrekken. Want als fan geven wij niet op. Dat was het voorbije seizoen tot en met de laatste wedstrijd ook merkbaar.”