Soms is degraderen een ramp voor de jeugdopleiding, omdat het budget kleiner wordt en er coaches, en vooral heel veel spelers, vertrekken. Maar dat is niet het geval bij SV Zulte Waregem, getuigt Joric Vandendriessche, sportief coördinator en bezieler van de Essevee Academie. “Al werd er enorm aan onze jongens getrokken en speelden sommige clubs het heel agressief.”
Ja, de degradatie deed veel pijn, na achttien jaar op het hoogste niveau, twee bekers van België en Europees voetbal. “We zijn er ziek van geweest, maar dat is nu verteerd”, zegt Joric Vandendriessche, sportief coördinator van de Essevee Academie. “In topsport is morgen de belangrijkste dag.” De impact op de Essevee Academie blijft uiteindelijk beperkt, getuigt hij. “Jaren geleden, zoals bij de degradatie van Moeskroen en Roeselare, zakte de jeugd mee met de eerste ploeg. Dan moesten zij ook op een lager niveau spelen, waardoor de jeugdwerking vaak heel veel medewerkers en spelers verloor. Maar zes jaar geleden werd beslist om de volledige jeugdwerking los te koppelen van de A-ploeg en clubs die goed werken met hun jeugd te belonen. Het is nu de jeugdlicentie die bepaalt op welk niveau je met je jeugd kan spelen. Dat gebeurt op basis van objectieve kwaliteitsparameters als doorstroming, omkadering, salaris, infrastructuur en dergelijke. Voor ons is het belangrijkste dat we in de top tien blijven. In oktober, toen we al bij de laatste drie stonden, zijn we proactief met het bestuur gaan samenzitten om te weten wat de budgettaire consequenties zouden zijn van een degradatie. Het bestuur heeft toen gezegd: Onze jeugdwerking is en blijft een levensader. Zakken of niet, 1A of 1B, volgend seizoen draaien we rond met dezelfde budgetten. Het was belangrijk om dat te weten, zodat we dat verhaal konden brengen naar onze medewerkers, ouders en leden. Uiteindelijk zijn heel veel mensen vertrouwen blijven hebben in ons project. Al speelden sommige andere clubs het wel heel agressief. Ze zeiden: Zulte Waregem staat op zakken met hun eerste ploeg, heel de jeugdwerking zal op zijn gat zitten. Er werd enorm getrokken aan onze jongens en daardoor verloren we er iets meer dan de afgelopen jaren, vooral in de jongere leeftijdscategorieën. Maar van de medewerkers is iedereen gebleven.”
Hoeveel jeugdspelers zijn jullie kwijt?
“Van de jongens van de elitejeugd, van U9 tot en met U18, die we echt wilden behouden, zijn het er twaalf.”
Waar zijn ze naartoe?
“Negen zijn er naar Club Brugge, één is er naar Gent, één naar Genk en één naar Antwerp. Elk jaar zien we er vertrekken omdat ze de kans die ze bij een topclub krijgen, willen grijpen. Gemiddeld zijn dat er zeven à acht en nu zijn dat er dus iets meer. Maar dat valt heel goed mee op in totaal 210 elitespelers en als ik zie wat andere jeugdopleidingen soms verliezen bij degradatie van de eerste ploeg of van elitejeugd A naar elitejeugd B.
Waar hebben jullie zelf nieuwe spelers gehaald?
“De meesten, zeker in de jongere leeftijdscategorieën, komen uit Essevee Verbindt, het project van zestien regioclubs waarmee we samenwerken. Bij de oudere leeftijden zijn er twee spelers van Gent, één van Club Brugge, één van Deinze en één van KV Oostende gekomen.”
Zullen er in 1B méér beloften kansen krijgen in het eerste elftal?
“Wel, het voordeel van de degradatie is dat de springplank naar het eerste elftal korter wordt: van 2de amateur naar 1B in plaats van naar 1A. Maar dat mag natuurlijk niet te lang duren. (lacht) Met zijn geschiedenis, zijn aanhang en zijn infrastructuur hoort een club als Zulte Waregem zo snel mogelijk weer op het hoogste niveau te spelen.”
Is het eerste seizoen met jullie beloften in de 2de amateurreeks een meerwaarde gebleken?
“Ja, een absolute meerwaarde! Het is een heel mooie ontwikkelingsomgeving. Je speelt er voor meer volk en je leert man te zijn en op resultaat te spelen. Soms leer je er in één wedstrijd wat je maar in tien beloftewedstrijden zou leren. Dat is een gigantisch verschil. De gemiddelde leeftijd van onze ploeg lag rond de 19 jaar, wat heel jong is om in die competitie te spelen. We betaalden dan ook leergeld, maar we zijn uiteindelijk nog dicht bij de eindronde geëindigd. Het belangrijkste is natuurlijk dat er jongens blijven doorstromen naar de A-kern, prof kunnen worden en speelminuten kunnen maken in onze eerste ploeg.”
Hoeveel zullen we er dit seizoen in de eerste ploeg zien?
“Momenteel zitten er negen zelfopgeleide jongens in de A-kern en ze hebben het in de voorbereiding allemaal goed gedaan. Met een ploeg met alleen maar jonge gasten ga je het in 1B natuurlijk niet redden, maar laat ons hopen dat we die jongens speelkansen kunnen geven en op het gepaste moment ook kunnen brengen. Kijk naar STVV: daar zie ik vier à vijf zelfopgeleide jongens in het eerste elftal staan. Ik ken al die gasten: op zestien jaar waren dat geen toptalenten, maar wel kerels met een fantastische mentaliteit. Nu het jeugdvoetbal onder druk staat, met buitenlandse investeerders en overnames, is het mooi te zien dat de jeugdwerking in veel clubs een belangrijke levensader is en blijft.”
Met Frederik D’hollander is de beloftecoach nu de coach van het eerste elftal: zal dat de doorbraak van beloften bevorderen?
“We zitten in de club met een visie en een staf die kansen geeft aan jonge gasten. De assistent van Frederik vorig jaar bij de beloften is nu overigens hoofdtrainer van de beloften. We kennen elkaar door en door, dus is er tussen hen en mij een hele nauwe communicatie. Dat is een groot voordeel. Anderzijds: zoals iedere proftrainer zal hij moeten winnen. Hij zal niet getaxeerd worden op het aantal jongens dat hij laat doorontwikkelen, maar in de eerste plaats op de resultaten. De jonge gasten hebben het voordeel dat hij hen door en door kent, maar ze zullen het moeten afdwingen. Zoals mijn vader altijd zei: Gebraden kippen vallen niet uit de lucht.” (lacht)
Hoeveel zullen er dit seizoen gemiddeld in de ploeg staan?
“Moeilijk te voorspellen. We streven er naar steeds zo hoog mogelijk te eindigen met zoveel mogelijk eigen opgeleide jongens.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier