Dirk De Smet is jeugdtrainer bij SV Wevelgem City: “Jongeren moeten constant met een bal bezig zijn”

Jeugdtrainers. Alle clubs hebben er nood aan. Voor het geld moet je het niet doen en ze komen zelden in de schijnwerpers. Toch zijn er meerdere jeugdtrainers die niet zouden willen ruilen voor hun collega’s die een eerste ploeg leiden. Dirk De smet is een van hen. Ondertussen is de 50-jarige Wevelgemnaar al 30 jaar bezig aan het opleiden van jonge gasten. “Het is een soort roeping”, omschrijft Dirk De Smet.

Dirk De Smet, geboren en getogen in Menen, ondertussen al geruime tijd wonend in Wevelgem, ging zoals zoveel Menenaars voetballen bij Sporting Menen. Hij doorliep er alle jeugdrangen, maar op zijn achttiende werd hij al afgevaardigde van de provinciale preminiemen. “Freddy Blieck was er toen trainer”, doet Dirk zijn verhaal. “De broers Bram en Brecht Leenknecht waren in die tijd de meest getalenteerde spelers van de ploeg. Niet veel later, op vraag van toenmalig jeugdvoorzitter Dirk Vuylsteke, werd ik trainer van de gewestelijke U11. Een van de jongens in mijn ploeg was Arne Beyens, die bij SV Roeselare en Winkel een mooie carrière uitbouwde. Later kreeg ik met de interprovinciale U11 en U17 twee jeugdploegen onder mijn hoede. Toen mijn zoon Obi bij de jeugd van KV Kortrijk ging voetballen, moest ik mijn activiteiten echter wat terugschroeven. Ik beperkte mij tot de U11, maar werd tevens jeugdcoördinator van de bovenbouw.”

Muziek in de ploeg

Dirk De Smet zou gedurende 28 jaar bij SCT Menen als jeugd-trainer en coördinator de sportieve lijnen uitzetten. Twee jaar geleden koos hij voor de U11 van SV Wevelgem City. “Er zit muziek in mijn ploegske”, stelt Dirk tevreden vast. “Uiteraard moeten die gastjes nog een lange weg afleggen. Welke raad ik aan de ouders kan meegeven? Ik weet wel, eigen kind, schoon kind. Uiteraard zijn er jongens die van bij de geboorte voetbalkwaliteiten hebben meegekregen. Maar talent alleen volstaat niet. Ook de minder begaafde jongens kunnen het in voetbal ver brengen. Tenminste, als ze bereid zijn om aan hun tekortkomingen te werken. Met drie uur trainen in de week zal je er niet geraken. In plaats van de tablet en de gsm moet je constant met een bal bezig zijn. Je wordt er niet alleen beter van als voetballer, het is ook nog zoveel gezonder voor lijf en leden”, besluit Dirk De Smet. (AV)