Oostendenaar Geert Peene (59) heeft al bijna zilver verdiend als jeugdtrainer en jeugdcoördinator bij KV Oostende. Hij was ooit een talentvolle middenvelder bij SV Koekelare, GS Middelkerke en zeker bij Hermes Oostende, waar hij succes oogstte als speler-trainer en trainer.
Geert Peene werd geboren op 24 januari 1964 in Oostende als jongste telg in een gezin met vier broers en één zus. Zijn ouders waren Lucienne Vansteenkiste (+) en Marcel Peene, intussen 93 en nog altijd fit. Na de basisschool aan het Mac Leodplein trok Geert naar het College. Na de eerste graad versaste hij naar het VTI, afdeling elektriciteit. In 1982 volgde hij een tweejarige opleiding van technisch regent in Borgerhout, waar hij ook twee jaar intern was. Hij wilde voor het lesgeven praktijkervaring opdoen en werkte twee jaar bij IVES als elektricien. Hij legde elektriciteit in huizen, appartementen en zelfs in het Thermenhotel. Dan kon hij starten als praktijkleraar technische vakken in de eerste graad van het VTI en dat is de functie die hij na 39 jaar nog altijd bekleedt, als verantwoordelijke techniek, hout, metaal en elektriciteit. Binnen twee jaar kan hij met pensioen.
Schoolvoetbal
Geert was de jongste van zes en moest geen legerdienst doen. Hij trouwde in 1987 met Annick Perquy, is vader van Kevin (32) en Sara (30) en opa van drie kleinkinderen. Zoon Kevin heeft gevoetbald en dochter Sara was ooit Belgisch jeugdkampioene trampoline bij WIK, maar na een zware blessure heeft ze afgehaakt.
“Na de eerste training klaagde ik omdat ik te veel met mijn gat moest schudden”
Broers Dirk en Franky voetbalden bij Hermes en AS Oostende en het stond in de sterren geschreven dat kleine broer Geert ook moest voetballen. “Via schoolvoetbal in de basisschool, op het Mac Leodplein, tornooien op school en tegen andere scholen en turnleraars Eric Naert en Jan Decraene, werd ik lid bij Hermes”, vertelt Geert. “Ik was acht jaar en ik herinner me wedstrijdjes naar kleine goals op het BLOSO-stadion. We trainden op woensdag. Mijn eerste wedstrijd, toen nog als voorspeler, mocht ik spelen toen ik net tien jaar was. Lang ben ik daar niet gebleven, want AS Oostende kwam me halen en ik kreeg training van Herman Vanpachtenbeke. Hij was vooral goed in het aanleren van schijnbewegingen. Na de eerste training klaagde ik omdat ik te veel met mijn gat moest schudden. Ik heb wel veel geleerd van Marcel Zonnekeyn en Herman, de beste trainer die ik ooit gehad heb. Bij ASO speelde ik op het middenveld. Bij de miniemen waren we torenhoog favoriet voor de provinciale titel, ook tegen Club en Cercle, maar we speelden 1-1 gelijk op de laatste speeldag. Dankzij mijn kracht, loopvermogen en balrecuperatie was ik een ideale waterdrager, elk seizoen goed voor tien doelpunten.”
Met de cadetten en de scholieren, telkens met Marcel Zonnekeyn, speelde de ploeg van Geert altijd top drie. “Onze beste spelers werden steeds afgesnoept door Brugge. Ik mocht als junior ook enkele matchen proeven van de beloften, maar in een oefenwedstrijd heb ik mijn kuit- en scheenbeen gebroken. Ik was toe aan acht maanden revalidatie.”
Studeren en terugkeren
Geert was bijna twee jaar buiten strijd en op dat moment gaf hij voorrang aan zijn studies, technisch regent in Borgerhout. “Ik zat daar op kot en toen ik weer fit was, heb ik, zonder trainen, zaalvoetbal met vrienden en provinciaal voetbal gespeeld in vierde met FC Roksem, waar Remi Keirsebilck trainer was.”
Na zijn hogere studies, in 1985, kon hij weer aan de slag bij Hermes, met Robert Berre Deurwaerder als trainer. “In het seizoen 86-87 kreeg ik een mooie aanbieding van eersteprovincialer SV Koekelare. Na twee jaar Koekelare volgden drie jaar Gold Star Middelkerke, waar ik gouden tijden beleefde. Eerst hadden we Philippe Schepens als trainer, daarna Robert Vandenbroucke, muzikaal plezier verzekerd. Na drie jaar Gold Star keerde ik terug naar Hermes met Bob Deseyn als trainer. Aan de winterstop hadden we maar 13 punten. Ik heb overgenomen als speler-trainer en we zijn nog gepromoveerd via de eindronde, van derde naar tweede provinciale. Ik heb nog drie seizoenen meegedraaid als speler-trainer, maar wegens rugklachten moest ik afhaken. Ik was hoofdtrainer tijdens het eerste jaar van Hoger Op, de fusieploeg Hermes en SKVO. We zijn sportief goed gestart met een zeer jonge ploeg, maar makkelijk was het niet met een machtsstrijd in het bestuur. Hoger Op was een politiek steekspel en voor mij was het sportief niet leuk werken.”
Meer dan 20 jaar bij KV Oostende
Na één jaar fusie hield Geert het bekeken als trainer bij HO. Marc Calcoen werd zijn opvolger en Geert startte in 2001 als jeugdtrainer bij KV Oostende. “Op vraag van mijn vroegere ploegmaat, Guy Ghysel, startte ik bij KV Oostende als trainer van de nationale miniemen”, gaat Geert verder.
“Ik had een sterke lichting U12 met kleppers als Igor Vetokele, Niels Coussement, Lars Ghysel, Maxim Rigaux en Denis Van Raefelghem en we hebben direct de titel gepakt. Later heb ik ook U15, U19 en de beloften, samen met Danny Vandeput getraind. Met de beloften, de lichting met Niels Bataille, pakten we ook de titel. Ik fungeerde ook zes seizoenen als assistent, T2 bij de eerste ploeg. Ik werkte samen met Rik Vande Velde, Thierry Pister en samen met Fred Vanderbiest ben ik een tijdje KVO-hoofdtrainer geweest. Ik werd gevraagd om verder te doen, maar de zekerheid van mijn job als leraar heb ik, wegens het minieme voorstel, niet in gevaar willen brengen. Ik ben teruggekeerd naar de jeugd als coördinator vanaf U13-U18. Dat evolueerde tot U15-18 en de jongste seizoenen ben ik medeverantwoordelijk voor U18 en beloften. De eerste ploeg volgen is geen verplichting, maar blijft altijd interessant in het licht van mogelijke doorstroming.”
KVO-man in hart en nieren
Na zijn perikelen met het nieuwe Hoger Op Oostende in 2001 werd Sportpark De Schorre zijn werkterrein. Het trainerslokaal, naast de kantine, is zijn tweede thuis. “Uiteraard betreuren we, bij de jeugd, de moeilijke situatie waarin de eerste ploeg momenteel verkeert”, zucht Geert.
“Wij weten weinig over het sportieve en financiële beleid. Ik zit hier voor het sportief beleid van de jeugd. Ik heb veel jongens, talentvolle spelers, zien komen en gaan. Bij de overname van de Amerikanen hebben we een schitterend seizoen gekend met trainer Alexander Blessin. Hij had oog voor de jeugdwerking en kwam regelmatig naar De Schorre om U18 of beloften te volgen. Hij wist wat we in huis hadden. Het was leuk werken. Momenteel wordt ook nog veel gewerkt met jeugd en KVO staat op de 5de plaats in België wat doorstroming van eigen jeugd betreft. De beloften van Kurt Bataille staan op kop en daar schuilt heel wat talent in, dat met het nodige geduld en ervaring kan doorstromen. De overstap is niet evident, want het gaat over groteventenvoetbal én over geld!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier