De vreemde carrière van Albert ‘Zotte Berten’ Verhulst: “Ik was maar een simpele voetballer van Oostende”
Al meer dan veertig jaar is Fons Roets (FRO) schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes. Deze week: Albert Verhulst
Ze noemden hem Bompa Lawijt of Zotte Berten maar één ding is zeker is, Albert Verhulst, inmiddels 85, kent iets van voetbal. Hij bleef jeugdtrainer tot zijn 76ste en tientallen jaren heeft hij successen behaald. Ook als speler was hij zelf een groot talent. Wie kan zeggen dat hij met de nationale selectie van junioren een voormatch heeft gespeeld op de Heizel voor de interland België-Duitsland?
Albert Verhulst werd geboren op 2 september 1936 in Oostende. Met uitzondering van de twee jaar Nieuwpoortsteenweg, na zijn huwelijk met Arlette, woont hij al 82 jaar in de Passchijnstraat. Hij liep lagere school in de Vercaemerschool, waar nu het nieuwe zwembad Brigitte Becue staat, en in het VTI behaalde hij het diploma van timmerman.
Gestart bij den AS
Na twee jaar NV Billiards, in 1956, vervulde hij zijn legerdienst in Middelkerke. Hij vond werk bij de NV Van Coillie en in september 1961 trouwde hij met Arlette Peere. Het koppel kreeg een dochter, Carine (nu 58). Na een examen kon hij aan de slag bij de reinigingsdienst en later bij de stedelijke werkhuizen. In 1995 mocht hij met pensioen gaan. Sportief bleef Zotte Berten doorgaan tot zijn 76ste.
De sportieve carrière van Bertje Verhulst is gestart met de schoolploeg van de Vercamerschool.
“We wonnen het tornooi van de officiële scholen tegen de mannen van den Opex”, vertelt Albert. “Ik mocht de beker van burgemeester Serruys in ontvangst nemen. Voor de match had ik al een kaart getekend voor Den AS. Ik mocht aantreden als centervoor bij de cadetten. Ik scoorde bij de vleet. Bij de scholieren en de juniores werd ik opgesteld als halfback en ik kon me in de belangstelling spelen van de provinciale en zelfs nationale selectieheren, met wedstrijden in Brussel, Luik en zelfs in Italië. Het nadeel was dat de secretaris van Den AS mij niet altijd verwittigde, dat ik opgeroepen werd, waardoor ik enkele belangrijke wedstrijden miste.”
“Als 18-jarige speelde ik bij de reserven en ik mocht aantreden met de eerste ploeg tegen leider Ukkel. We wonnen met 8-2 en ik, ze noemden me toen de gespierde stylo, speelde een bèrematch. Ik speelde een tiental matchen in de eerste ploeg. Na vijf matchen in het nieuwe seizoen moest ik van trainer Richard Gedopt, een Antwerpenaar, libero spelen en ik weigerde. Ik viel naast de ploeg en enkele weken later moest ik binnen in ’t leger. Ik bleef trainen, maar Gedopt moest mij niet hebben. Ik speelde wel bij de reserven. In 1962 – Arlette was in verwachting – kreeg ik een aanbod van Izegem. Na tien matchen zag ik het al niet meer zitten met die verplaatsingen en de tegenvallende resultaten.
Mijn maat, Freddy Qvick zaliger, speelde in de schoolploeg van het regentaat in Torhout. Ik heb, als eenvoudige werkman, twee matchen met die members gespeeld, samen met Freddy en Fernand Goyvaerts.
“Guga Baul was een vedette op het veld. In de kleedkamer imiteerde hij mij”
Marcel Zonnekeyn, trainer in Middelkerke, was in mij geïnteresseerd. Robert Proot, voorzitter van GS Middelkerke, heeft nog 1.000 frank betaald aan den AS en ik ben vertrokken naar Gold Star, zes jaar als speler en zeven jaar als speler-trainer. We pakten drie titels, onder meer met Pier Laforce, Frans Cuyvers en Roger Tournoy. Na Gold Star ben ik jeugdtrainer geworden bij KVO, met mijn moat Berten Clement. Hij was turnleraar in het MPI. Later was ik ook actief bij SKVO. Ik trainde drie ploegen en was assistent van trainer Marc Calcoen. Toen SK Voorwaarts naar vierde provinciale gezakt was, heb ik met succes overgenomen als trainer. Ik heb Voorwaarts naar tweede gebracht, telkens met een sterke spelersgroep en een fantastische teamspirit. Na de fusie SKVO-Hermes bleef ik ook actief als jeugdtrainer bij Hoger Op Oostende, dat failliet gegaan is in 2012. Guga Baul was toen een van mijn vedetten op het veld. Hij maakte er een hobby van om mijn stem te imiteren in de kleedkamer.”
Albert Verhulst volgt alle sportuitzendingen op televisie en heeft zijn aparte mening over vriendjespolitiek, relaties, doping en de macht van het geld in de sport.
“Voetbal is teamspirit: iedere speler van binnen en van buiten kennen en iedereen motiveren met een mop of een stunttraining. Ik heb ooit op donderdag de training bij GS Middelkerke afgelast. Elke speler moest een stoel pakken en die op een rij op het veld zetten. Dan moesten de spelers op de stoel gaan staan en samen zingen van Sinterklaas kapoentje. De zondag daarop wonnen we met 3-1 van Steenbrugge en we waren kampioen!”
Handdoeken
“De duiveltjes van Hoger Op liet ik twee handdoeken meebrengen, één om zich af te drogen, en één om na de training op te slapen. Na vijf minuten sliepen de meesten. Diegenen die niet sliepen, moesten slalommen tussen de handdoeken. De talrijke aanwezige ouders keken liek zot naar mij, maar de spelertjes waren zot van mij en tijdens de match gingen ze door het vuur voor hun trainer!”
“Er zat meer in mijn voetbalcarrière, maar ik was een moeilijke jongen en ik had geen vervoer om mij te verplaatsen naar de provinciale en nationale trainingen in Brugge of in Brussel. Als je succes wilt hebben in het voetbal, moet je vijf keer geluk hebben en de zesde keer ook! Ik was maar een simpele voetballer van Oostende.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier