Iemand als de Zwevegemnaar Paul Lietaer voorstellen aan het brede rallypubliek hoeft niet meer. ‘Polle’ denkt dat zijn Ieper-deelnames ergens tussen de 35 en 40 moeten schommelen. In 1994 werd hij zelfs als vierde algemeen afgevlagd.
Aan de vooravond van een nieuwe deelname gingen we op bezoek bij de Zwevegemnaar Paul Lietaer om te praten over de rallysport van vroeger en nu. “1994 was de eerste rally die we, dankzij de inbreng van onze sponsor, konden rijden met een top-Ford Escort Cosworth groep A van bij Gordon Spooner.
We konden goed wedijveren met de top, die toen hoofdzakelijk uit Belgische rijders bestond. Patrick Snijers won die editie, Robert Droogmans werd tweede, beiden ook met een Escort Cosworth. De Peruviaan Ramon Ferreyros, met de bekende co-piloot Georges Van Oosten, haalde het laagste podiumschavotje binnen aan het stuur van een Lancia Deta HF Integrale.”
Snor
Bepaalde bronnen melden dat Lietaer misschien wel bewust voor de vierde plaats had gekozen. Er liep immers een weddenschap dat bij het bereiken van de top drie de even bekende snor zou moeten sneuvelen… “Toen spraken we nog over totaal andere rally’s. Ik heb nog meegemaakt dat we in Ieper meer dan 50 klassementsproeven te verteren kregen. Dat was op vrijdag starten in de late namiddag om de eerste dag te finishen zaterdagmorgen ergens rond 5 à 6 uur.”
“Enkele uurtjes nadien zaten we weer in de rallywagen om van hot naar her snelheidsritten af te werken. Zondagmorgen vroeg bereikten diegenen die het overleefden dan het eindpodium. Soms hadden we in totaal vier uur en meer chronoritten.”
“Vorig jaar, toen meetellend voor het WRC en verspreid over drie dagen, had de winnaar Ott Tanak een totaaltijd van 2 uur en 25 minuten. Toch wel een verschil. In de jaren 90 ademde de hele Westhoek al een dikke maand vooraf rally.”
Gedreven
Na zoveel deelnames kan deze rally nog weinig of geen geheimen kennen voor iemand als Paul Lietaer. “Alle weggetjes in en om Ieper ken ik van links naar rechts, van boven naar onder en omgekeerd. Men kan moeilijk een stuk klassementsproef vinden waar ik in de loop der jaren niet over gereden heb.”
“Bovendien weet ik mij nu ook gesteund door een hele sterke co-piloot als Wouter Knockaert. Een heel gedreven, bijna maniakale co, die alles tot in de puntjes voorbereid.”
Klassieke strijd
Lietaer, die op 27 juni 66 wordt, kan zich nog altijd meer dan voldoende motiveren om de start te nemen. “Moet je dit zot noemen, of ziek, ik weet het niet, maar de passie en de gedrevenheid blijven nog altijd oplaaien. Vooral het feit dat ik nog steeds aan de top kan meedraaien, zal ook wel helpen in de motivatie.”
“Natuurlijk is en blijft het een mechanische sport, die je soms eens vroegtijdig in het opgeverspark doet belanden. Maar ik ga er nog altijd 100 procent voor. Voor Ieper verwacht ik toch wel een klassieke strijd bij de Historics met mezelf en enkele snelle BMW’s, al toonden die wel een soort breekbaarheid aan, maar verwacht in de hoofdrol toch maar een Pieter-Jan Maeyaert en een Cedriek Merlevede. En als de Ford Sierra Cosworth eventjes mee wil, mag je Stefaan Stouf ook nooit afschrijven.”
Vorig jaar zagen we Paul en Wouter aan het stuur van een Alpine A110 hun opwachting maken in het WRC-gebeuren. Een 25de eindplaats en een tweede stek in de klasse RGT was hun deel.
“De Alpine was een fantastische auto, heel efficiënt, maar echt niets voor mij. Het is een rallywagen waarin alles wordt bepaald door de elektronica, en je kan niets doen wat je eventueel zelf zou willen. Voor mij is dit zeker niet voor herhaling vatbaar. Geef mij maar onze vertrouwde Opel Ascona 400, een echte topbolide, waarvan we weten dat we er de BMW’s mee kunnen kloppen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier