Blue Star Geluveld voetbalt sinds het seizoen ‘95 -’96 op ’t Geel Velt dat langs de Kasteelstraat gelegen is. Daarvoor werd ruim twee decennia lang gespeeld op een weide achter café ‘In ‘t Paradys’ (nu ‘In ’t Paradijs’), dat werd uitgebaat door Robert Lepère en Paula Allerweireld en jarenlang het lokaal was van de club. Samen met Kristiaan Durnez, die van 1995 tot 2014 voorzitter was, keren we terug naar de tijd waar rond ‘dit vergane veld’ het verhaal van het Geluveldse voetbal begon.
De geschiedenis van Blue Star Geluveld gaat terug naar begin van de jaren 70 toen onder impuls van Pierre Vanhaelewijn en Marcel Ovyn een ploeg werd opgericht die eerst een vijftal jaren in de Westhoekcompetitie speelde. “Als jonge gast heb ik nog geweten dat er gevoetbald werd tussen Geluveld en Zandvoorde”, zegt de oud-voorzitter. “Er werd afwisselend in beide gemeenten gespeeld en voor men achter Paula’s ging voetballen vonden er al enkele wedstrijden plaats op de weide die aan de rechterkant bovenaan de Kasteelstraat lag, achter de loods van Michel Ovyn ( nu graafmachines Lecarbo, red. ). Na een aantal jaren werd er samen een ploeg opgericht en vanaf dan werd er opgeschoven naar de weide die achter het café lag.”
Geen douches
“In het begin was er daar niet veel infrastructuur”, herinnert Kristiaan zich nog. “Er stond enkel een kleine tribune en aan de achterzijde van de weide was er een boerderijtje, dat dienst deed als kleedruimte. De bezoekers zaten in de woonkamer van het huisje en de thuisspelers moesten zich omkleden in de ruimte waar vroeger de koeien stonden. Douches waren er in het begin ook nog niet en we wasten ons ‘s winters en ‘s zomers in plastieken kuipjes met water dat Robert met een emmer uit de regenput haalde. Later kwamen er betere doucheruimtes en dug-outs voor de wisselspelers. Er was ook geen kantine en na de wedstrijd gingen we feesten bij Paula. Later kregen we van de uitbaters een schuurtje dat eerder diende als stockag ruimte ter beschikking. We installeerden daar een kleine kantine en verkochten er wat drank om geld in het laatje te brengen.”
“Begin de jaren negentig kregen we te horen dat het boerderijtje samen met de bijhorende weide ging verkocht worden. We moesten dus op zoek naar een andere locatie. Na een tip van lokaalhouder Robert kwamen we bij het stuk grond aan de andere kant van het kasteelpark. Die gronden behoorden toen tot de landerijen van het kasteel, maar toen bewoonster Léonie Keingiaert de Gheluvelt overleed, had ze geen erfgenamen en alles ging naar de Vereniging van de Belgische Adel. We zijn dan, samen met de gemeente, gaan onderhandelen in Kemmel met schepen Gheelhand de Merxem, die de belangen van de eigendommen van deze vereniging in onze regio behartigde.”
Schoolgebouw
“Uiteindelijk werd de grond aangekocht door de gemeente en wij zorgden met de club voor de investeringen en de uit te voeren werken. Via ons bestuurslid Ruddy Vandelannoote kwamen we te weten dat er in Zedelgem een schoolgebouw ging afgebroken worden en we konden dat voor een redelijke som aankopen. Met ons bestuur en een aantal voetbalgenegen vrijwilligers hebben we daar alles ter plaatse afgebroken en naar Geluveld gebracht. Met verenigde krachten werd alles terug opgebouwd en zo konden we in augustus 1995 onze eerste wedstrijden spelen op ons nieuw voetbalveld.”
“De voetbalsport is sterk veranderd, wij speelden nog voor een pintje en een pistolet”
Kort na de verhuizing werd het oude boerderijtje afgebroken en vervangen door een woonhuis waar de nieuwe eigenaar Johan Ovyn zich vestigde. Sinds een dertiental jaar zijn de gebouwen en de bijhorende weiden eigendom van Jürgen Leyn, die er het timmer- en schrijnwerkbedrijf Ley Lan Veld uitbouwde en de weiden gebruikt voor zijn raspaarden.
In de periode dat BS Geluveld achter het lokaal speelde, was Kristiaan achtereenvolgens doelman, bestuurslid en voorzitter van de club. „Nadat ik eerst een aantal jaren bij Zonnebeke voetbalde, kwam ik in de zomer van 1977 als doelman bij Geluveld voetballen. Eerst was dat in de eerste ploeg, op het einde speelde ik bij de reserven en stond nog in doel als er een keeper te kort was. Ondertussen werd ik bestuurslid en toen Roger Ceuninck eind 1994 overleed, volgde ik hem op als voorzitter.”
“In al die jaren is de beleving rond de voetbalsport ook heel sterk veranderd”, aldus Kristiaan. “Je kunt het niet meer vergelijken met de tijd waarin ik zelf nog voetbalde voor een pintje en een pistolet. Als het kermis was, kreeg je dan wel eens wat meer onder de vorm van drinkgeld dat kwam van één van de sponsors of de lokaalhoudster.”
Promotie naar derde
“Mooie momenten waren toen we voor de eerste keer kampioen speelden in vierde en promoveerden naar derde. In die tijd speelden ook voor heel wat toeschouwers met als uitschieters de derby’s tegen Beselare, Kruiseke, Passendale of Zonnebeke. Kort voor de verhuizing waren er tegen Staden nog meer dan 600 toeschouwers toen we op het nippertje de promotie naar tweede provinciale misten. Uiteindelijk hebben we veel mooie jaren beleefd achter het café van Robert en Paula. Het waren gouden mensen die enorm veel gedaan hebben voor de ploeg. Zelfs wanneer we vertrokken waren naar de Kasteelstraat konden we nog jaren op hun steun rekenen. (PB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier