Een analyse van de veertiende landstitel op rij voor BC Oostende:Play-offduels zo vaak beslist in allerlaatste seconden

Kapitein Pierre-Antoine Gillet van BC Filou. © Filou Oostende
Peter Rossel
Peter Rossel Medewerker KW

Het moeilijkste seizoen van Filou Oostende onder coach Dario Gjergja eindigde in een veertiende landstitel op rij. Deze #FANtastic 14 is helemaal uniek in ons land. Maar er is meer nagelnieuw. Nooit eerder in de play-offgeschiedenis kroonde een team vanuit de derde positie zich tot landskampioen. Voor de allereerste keer vierde BC Oostende in 2024-2025 zowel zijn beker van België (finale tegen Leuven Bears) als zijn landstitel (finales tegen Kangoeroes Mechelen) in eigen huis.

Oostende opende het seizoen met 18 op 20 zeges, goed voor een fantastische 90%. Daarna volgden vanaf 16 februari een 7 op 15 (een belabberde 46,6 %) en nog één zege (1 op 1) op de slotdag. In die negatieve periode verloor Oostende geen drie competitiematchen op rij wel twee keer tweemaal op rij maar vooral de twee thuisnederlagen tegen Brussels en Leeuwarden deden veel pijn. Binnen het 7 op 15-pakket valt ook de 5 op 12-serie (41,6 %) meteen na de gewonnen bekerfinale (67-58 tegen Leuven Bears) op. Over alle 36 speeldagen van de reguliere competitie telt Oostende een 26-10-balans en dat is goed voor 72,2 %, evenveel als de nummers 1 en 2, respectievelijk Kangoeroes Mechelen en Kortrijk Spurs. Door het onderlinge overwinningensaldo (Oostende slechts 1 op 4) strandde de kustploeg op de derde plaats. Thuis wonnen de Oostendenaars 15 van hun 18 matchen, buitenshuis 11 van de 18. Alleen tegen Kangoeroes Mechelen verloren ze beide competitiewedstrijden.

Blessurelast

Blessures stoorden het ritme van de Oostendenaars. Spelverdeler Zegarowski kon zelfs geen minuut in de competitie spelen door aanhoudende rugpijn. Gillet (knie) en Mennes (voet) waren drie maanden out nadat ze zich eind november bij de Belgian Lions blesseerden. Audige was van januari tot april veel afwezig, vooral door een heupblessure. Toen de interims Shuler en Anosike geen contractverlenging kregen en Mintz wegens zogenaamde heimwee Oostende verliet, werd de kern flink herleid. Nieuwelingen Ververs (begin februari) en Daniels (begin april) gaven de ploeg extra zuurstof.

Voor de eerste keer in zijn geschiedenis bereikte Oostende de play-offs vanop de derde plaats in de reguliere competitie. Hierdoor hadden de Oostendenaars enkel in de kwartfinales thuisvoordeel, niet in de halve finales en finales.

Oostende behoorde tot de moeilijkste tabel van de play-offs. Vooreerst waren de kwartfinales tegen Antwerp Giants een heruitgave van de twee jongste titelfinales. De Antwerpenaars waren sinds de komst van coach Roel Moors de ploeg in vorm. In de eerste match tegen Antwerp Giants loonde het vloeiende samenspel in een ruime zege van 19 punten (100-81) verschil met een centurybom van Gillet. De zeven volgende duels van Oostende, dus tot en met de eerste finalewedstrijd, eindigden op een verschil tussen een en zeven punten. Een bom van Allen op twee seconden en drie tienden van het einde in de derde kwartfinale (76-73) bezorgde BC Oostende een ticket voor de halve finales.

Kortrijk Spurs

Vooral de duels tegen Kortrijk Spurs, de allereerste West-Vlaamse play-offs ooit in de hoogste reeks, krijgen een vaste plaats in het geheugen. Het verschil in totale scores na vier derby’s bedroeg amper vier puntjes (358-354) en dat zegt voldoende.

In Kortrijk won Oostende de eerste confrontatie ondanks een 85-81-achterstand toch met 85-86 na één vrijworp van Allen (topschutter met 27 punten) met nog 3 seconden en 8 tienden op de klok. In zijn laatste aanval geraakte de thuisploeg niet meer voorbij Allen, Gillet en Ververs.

Oostende won de tweede halve finale met 98-91 na een 37-46-achterstand aan de rust. Na 82-82 wezen vooral Ververs en Gillet in de zes slotminuten Oostende de weg naar de overwinning

In de zeven slotminuten van het derde duel liet Oostende een 81-86-voorsprong ontglippen en verloor het met 103-96. Oostende won thuis de vierde match met 78-75 na een ultieme driepunter van Meeusen in de voorlaatste seconde op pass van Gillet. Met één seconde en zes tienden op de klok landde het oranje ding in de mand. In dat vierde topduel nam 22 keer een ploeg de leiding van zijn opponent over en was er een gelijkspel in 14 fases.

Grootste verschillen

In de eerste finale tegen Mechelen liet Oostende zich een 54-68-voorsprong in de zeven laatste minuten als zandkorrels door de vingers glijden. De kustploeg reageerde nog even van 75-74 naar 75-76, maar Gibson scoorde 77-76 met nog één tiende van een seconde op de klok.

Een indrukwekkend Oostende verbrijzelde in de tweede finale Mechelen met 96-49. Dat verschil van 47 eenheden is het allergrootste in een Belgische play-off-finalereeks. Bij 82-41 had Oostende al dubbel zoveel punten gescoord als zijn opponent. Audige (22 punten, 3 rebounds en 2 assists) en Tass (10 punten en 10 rebounds) hadden de beste computerevaluatie.

In de derde finale dropte Oostende bommen aan 62 % (15 op 24), waarvan de 9 op 11 (81 %) uit de eerste helft opviel. Allen was goed voor 21 punten, 7 rebounds en 6 assists.

De twaalf opgestelde spelers scoorden in de vierde finale. Ververs (10 punten, 12 rebounds en 5 assists) was de regisseur van de titelbepalende 100-76-zege. Vanuit de linkerhoek knalde Verstraete de laatste Oostendse punten, een nieuw drietje, van dit seizoen. In gecumuleerde winstcijfers wonnen de Gjergja-discipelen de vier finales tegen Kangoeroes Mechelen met 93 punten verschil. Ook dat is uniek, en in de woorden van de naamsponsor, filou-tastisch.

BCO vierde zijn 14 landstitel, meteen zijn 26ste nationale kampioenschap van Oostende in de hoogste reeks én ook zijn 13de double.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise