Een interne keuken smaakt beter

Alexander Doom behaalde dit jaar vier gouden medailles. © Graham Glendinning Graham Glendinning/Focus Images Ltd
Tom Vandenbussche

Traditiegetrouw sluit de Memorial Van Damme het Belgische atletiekseizoen dit weekend af. De 48ste editie wordt er eentje om duimen en vingers bij af te likken: de finale van de Diamond League, de verzameling van grootste atletiekmeetings ter wereld met ruim 50 miljoen tv-kijkers. Het deelnemersveld oogt indrukwekkend. Maar liefst 82 medaillewinnaars op de voorbije Spelen tekenen present, onder wie Mondo Duplantis. Van West-Vlaamse zijde tekent één atleet present: Philip Milanov, de Brugs-Bulgaarse discuswerper die zich ooit vicewereldkampioen mocht noemen maar nu al zeven jaar geen deuk in een pakje boter kan slaan.

De tegenstelling kan niet groter zijn. Vergis u namelijk niet: 2024 gaat de geschiedenis in als een van de meest succesvolle West-Vlaamse atletiekjaren. Eén persoon is daar verantwoordelijk voor: Alexander Doom. Vier (!) gouden medailles op de 400m. Jawel, u leest dit goed: vier! Op het WK indoor versloeg hij olympisch hordekampioen Karsten Warholm. Op het EK outdoor verbrak hij het 12 jaar oude Belgische record van Jonathan Borlée (44”15). Telkens won Doom ook goud met de 4x400m-ploeg, de Belgian Tornados. Akkoord, tegenstanders van Doom zullen zeggen dat hij op de Spelen in Parijs de mist inging. Vierde met de gemengde 4×400 meter-ploeg. Opgave in zijn halve finale van de 400 meter. En uiteindelijk zelfs niet meer gestart in de finale van de 4×400 meter. Pubalgie. De kritiek bleef niet uit. Volgens Hanne Claes zou Doom er persoonlijk voor gezorgd hebben dat niet zij, maar wel Helena Ponette de finale van de gemengde 4×400 meter mocht lopen. Vorige week raakte dan weer bekend dat Doom de samenwerking met zijn coach Philip Gilson stopzet en vanaf nu getraind zal worden door Tine Bex en Koen Bellemans. Die laatste is de coach van … Helena Ponette.

2024 gaat sowieso de geschiedenis in als een van de meest succesvolle West-Vlaamse atletiekjaren. Met dank aan één man: Alexander Doom

U begrijpt het: gevoelige materie. Wat gebeurd is, is echter niet meer dan de logica zelve. In topsport is onderlinge concurrentie en jaloezie nooit weg te denken, zeker niet als je met zes tot acht atleten jaren naar een doel toewerkt en er finaal maar vier mogen lopen. Feit is: in het verleden waren er bij de 4×400 meter-aflossingsploeg al vaak interne strubbelingen, met zelfs beslissingen die intern heel wat wenkbrauwen deden fronsen. Die ‘nieuwtjes’ haalden toen vreemd genoeg niet de nationale pers. Dat laatste was tijdens en na de Spelen in Parijs duidelijk geen probleem. Vervelend, want vaak blijken ‘nieuwtjes’ na een tijdje toch geen ‘nieuwtjes’ te zijn.

Schrijf maar op: een interne keuken smaakt zoveel beter.