Vrijdag 2 september wordt in het Koning Boudewijnstadion de 46ste editie van de Memorial Van Damme georganiseerd. Dit is een van de sterkst bezette en meest gewaardeerde atletiekmeetings ter wereld en, met 85 WK-, EK- en Olympische medaillewinnaars op de deelnemerslijst, spreekt ook deze editie tot de verbeelding. Tussen al dat internationaal geweld komen met Alexander Doom en Helena Ponette ook twee West-Vlaamse atleten in actie.
Alexander Doom kende tot nu toe een absoluut topjaar door met de Belgian Tornados drie internationale medailles te winnen op de 4x400m. In maart werd hij met zijn teamgenoten wereldkampioen indoor en deze zomer pakte hij respectievelijk brons op het WK en zilver op het EK outdoor. Een onwaarschijnlijke oogst voor de Roeselarenaar, die individueel eveneens de halve finale haalde van het EK en het WK 400m. “Het is echt een zot jaar geweest”, lacht hij. “Met de ploeg hebben we fantastische resultaten gehaald, maar daarnaast ben ik ook heel erg trots op mijn halve finaleplaatsen op zowel het WK als het EK.”
Na een lang en slopend seizoen mag de atleet van AV Roeselare nu zijn seizoen in schoonheid afsluiten op de Memorial Van Damme. “Mijn lichaam snakt inderdaad naar wat rust, maar het is natuurlijk heel leuk dat ik opnieuw mag aantreden in Brussel. Het is altijd een schitterende ervaring om voor eigen publiek het seizoen te beëindigen. Dat zorgt ervoor dat ik met veel plezier nog een extra inspanning gedaan heb om ook vrijdag nog een mooie prestatie te leveren. Op een topchrono reken ik niet meteen, maar ik wil er vooral enorm van genieten”, besluit hij.
Ponette, de revelatie
Helena Ponette mag de revelatie van het huidige atletiekseizoen genoemd worden. De Oostendse werd altijd al beschouwd als een groot talent, maar dit jaar maakte ze een reuzensprong voorwaarts. Op de 400m individueel verpulverde ze haar persoonlijk record en liep ze met 51.93 een nieuw nationaal beloftenrecord en een algemeen West-Vlaams record. Ze werd ook voor het eerst opgeroepen voor het nationale 4x400m estafetteteam. Op het WK indoor in Belgrado was ze nog reserve, maar deze zomer maakte ze haar debuut als Belgian Cheetah op het WK in Eugene. De atlete van Hermes Club Oostende liep er complexloos en hielp het team mee aan een knappe zesde plaats. Op het EK in München ontbond Ponette pas echt haar duivels. Wat ze daar liet zien in de finale van de 4x400m was absolute wereldklasse. Als derde loopster kreeg ze als vierde de aflossingsstok en met een ongeziene versnelling rukte ze op naar de koppositie. Haar splittijd van 49.33 was de derde snelste van alle finalisten. Onwezenlijk. Jammer genoeg vielen de Cheetah’s uiteindelijk toch net naast het podium, want slotloopster Camille Laus viel nog terug naar de vierde plaats. “Op het eerste moment overheerst natuurlijk de ontgoocheling, maar, als ik er nu op terugkijk, kan ik alleen maar trots zijn. We liepen allemaal zo goed als de perfecte wedstrijd, maar de andere drie ploegen waren gewoon nog net iets sterker. Daar moeten we eerlijk in zijn. Maar goed, onze tijd komt nog wel”, zegt de Oostendse.
Vrijdag maakt de 22-jarige studente geneeskunde haar debuut op de Memorial Van Damme. “Het wordt sowieso de laatste wedstrijd van mijn seizoen, want ik voel dat mijn lichaam echt wel moe is. Aan de andere kant is dit een zeer mooie beloning en daarom ben ik ook goed blijven trainen met het ook op deze wedstrijd. Ik wil graag een mooie prestatie neerzetten, maar als het niet lukt, dan heb ik er ook vrede mee. Het is sowieso een fantastisch seizoen geweest, waarin ik veel geleerd heb”, besluit ze. (GD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier