Chris (44) stoomt zich klaar voor extreme versie van zwaarste ultramarathon ter wereld: “193 kilometer langer dan de vorige editie”

Chris Seynaeve gaat met de Horror Stage een wel heel extreme uitdaging aan. © foto Frank
Valentijn Dumoulein
Valentijn Dumoulein medewerker KW

Wie dacht dat Chris Seynaeve (44) op zijn lauweren zou rusten nadat hij in maart als eerste Belg ooit de Arctic Ultra Trail overwon is er aan voor de moeite. De enthousiaste Izegemnaar traint alweer vier keer per week om binnen drie maand de ‘Horror Stage’ van de Arctic Ultra te kunnen overwinnen: een tocht van 650 kilometer in het uiterste noorden van Canada. Dit keer krijgt hij de steun van enkele grote sponsors, waaronder het Bierkasteel én gaat de opbrengst naar een nieuw goed doel.

Zes dagen, zes uur en zestien minuten. Zo lang deed Chris er dit voorjaar over toen hij bij temperaturen tot – 45 graden de 6633 Arctic Ultra Trail in Canada tot een goed eind bracht. Als enige deelnemer van die editie én eerste Belg. Daarmee kwam hij in een select clubje van slechts negentien mensen terecht die de loodzware uitdaging tot een goed eind hebben gebracht. Meteen na die bovenaardse prestatie zei Chris dat hij zich nooit meer aan zo’n avontuur zou wagen, maar daar kwam al vlug verandering in.

“Twee weken na mijn thuiskomst kreeg ik een mail van de organisatie dat ze een uitzonderlijke Horror Stage zouden organiseren. Het gaat om een nieuwe tocht van 650 kilometer die start waar mijn vorige tocht geëindigd is, dus nog eens 250 kilometer méér dan anders. En dat op een minder herbergzaam terrein, met na drie dagen veel open vlaktes en ijzige wind…Ik was meteen terug getriggerd. Geef mij een uitdaging en ik ga ze aan”, lacht hij.

Goed doel

En zo komt het dat Chris volgend jaar vanaf 27 februari zich aan een nieuw ijzig avontuur kan wagen. “Ik koppel daar met plezier een nieuw goed doel aan, want dat motiveert me nog meer”, vertelt Chris. “Dit keer steun ik het Tejo-huis in Izegem, waar jongeren zonder afspraak terecht kunnen voor therapeutische hulp. Velen onder hen hebben het mentaal moeilijk en zo wil ik hen een duwtje in de rug geven. Het grote verschil met de vorige keer – toen ik de lege boterhamdozenproblematiek in de scholen steunde – is dat ik nu beter omkaderd ben. Zo zijn er enkele grotere sponsors die hun hulp hebben aangeboden, waaronder brouwerij Vanhonsebrouck en M-Design. Op die manier kan ik alles nog wat professioneler aanpakken en dat kan straks misschien mee het verschil maken. Zo is het inschrijfbedrag al betaald en alles wat er nu nog bij komt gaat naar de werking van het Tejo-huis.”

“Om dat mee te kunnen realiseren verkoop ik de komende maanden Filou-bier ten voordele van mijn tocht, onder andere op de kerstmarkt in Izegem op 14 december. Xavier Vanhonsebrouck van de brouwerij steunt me ook in heel wat praktische zaken en daar ben ik hem zeer dankbaar voor. Zo werk ik dit keer met vloeibare voeding, waar ik in de Marathon des Sables ook al kon op rekenen. Het gaat om cold shakes waar alles op voorhand al in zit. Ik heb ook geleerd hoe je je materiaal het best moet gebruiken en hoe je je moet kleden. Straks kan dat misschien het verschil maken.”

Niet plooien

Bang voor de Horror Stage is Chris niet. “Ik weet wat pijn is”, zegt hij. “Ik sukkel met mijn rug omwille van mijn werk als zelfstandig bouwvakker en heb indertijd een zware maagoperatie gehad, maar opgeven staat niet in mijn woordenboek. Ik train vier keer per week, na mijn werkuren. Soms ’s nachts als ik laat heb moeten werken, maar ik heb het er voor over. Ik krijg opnieuw tips van mijn coach Jessie Vannieuwenhuyze. De koude wordt opnieuw de grote vijand. De wind kan er zo hevig zijn dat zelfs de monstertrucks van 60 ton die er rijden omver kunnen waaien. Dan moet je als deelnemer al kruipend of liggend verder en dat neemt natuurlijk meer tijd in beslag. Ik hoop dat ik het niet mee maak, maar ben er op voorbereid. Aan de andere kant geeft extremer weer me ook een boost. Dat kan voor mij het verschil maken tegenover andere kandidaten. Ik ga uiteraard om de tocht uit te lopen, maar train tegelijk ook om hem te winnen.

Chris en de andere deelnemers kregen negen dagen de tijd om de tocht tot een goed eind te brengen. “Maar ik hoop het in acht dagen te kunnen doen”, glimlacht hij. “Er zijn voorlopig elf mensen ingeschreven en ik ben tot nu toe de enige Belg. Er was een landgenoot die in Nieuw-Zeeland woont die ging mee doen, maar door een blessure moet hij alsnog afhaken. Ik hoop dat ik straks dus terug mijn land trots kan maken.”