In het laatste weekend van september staat Thierry De Block in Griekenland met zijn 72 jaar als oudste deelnemer aan de start van de iconische Spartathlon, een loopwedstrijd van 246 kilometer tussen Athene en Sparta. “Dit gaat mijn 175te loopwedstrijd zijn in de marathonafstand of meer. En ik heb nog nooit opgegeven.”
Thierry De Block kreeg twee jaar geleden in zijn stad de Trofee voor Sportverdienste. De Brugse ultraloper zit niet stil en bruist van nieuwe uitdagingen. Dit jaar heeft de atleet van Olympic Brugge al 15 marathons gelopen. “Vorig jaar waren het er 24. Dit begint te tellen. Nu met de Spartathlon is er geen weg terug. De voorbereiding loopt goed”, vertelt hij.
Je werd recent in Mechelen Belgisch kampioen 24 urenloop bij de masters.
“In een nieuw nationaal record. De weersomstandigheden waren niet zo goed en het was een slecht parcours. Aan dat tempo ga ik er niet geraken in de Spartathlon. Daar ben ik mij van bewust. Daarnaast heb ik bij de 70+ in Hamme ook het Belgische record in de 6-urenloop verbroken. In Torhout werd ik, als pacer, in mijn leeftijd provinciaal kampioen in de marathon, in 4u30’. Eerder greep ik ook al diverse nationale titels, zowel op de 100 kilometer als de marathon.”
Augustus wordt sowieso een zware maand om te trainen?
“Vrijdag loop ik de Dodentocht in Bornem, 100 kilometer. Vanaf dinsdag 19 augustus wil ik lopend de vierdaagse van de IJzer doen, 4 maal 32 kilometer. Begin september volgt dan nog in de streek van Leuven de Hagelandse 106 km met een start ’s nachts. Tussenin doe ik nog een marathontrail, hellingen en hoogtemeters. Het worden nog zes zware weken. Hopelijk blijf ik gespaard van blessures.”
Hou je nu alle tijden van je wedstrijden bij?
“Pas vanaf een marathon en meer. Al deed ik, vooral in het verleden, veel wedstrijden korter dan 42 kilometer. Zo deed ik dit jaar als pacer de Ten Miles van Antwerpen. Dit soort wedstrijden tel ik niet mee. Dat is training. Mijn focus ligt veelal in bepaalde lange wedstrijden met een doel, waar ik mij mentaal op kan voorbereiden. Dat is wellicht de reden waarom ik amper opgeef.”
“De maximale tijdslimiet is 36 uur. Ik hoop dat ik dat haal”
Je start op zaterdag 27 september aan de befaamde Akropolis.
“Ik hoop dat ik de dag nadien aankom en, zoals het hoort, de voeten van koning Leonidas kan kussen. Je krijgt dan een kroon op het hoofd en je mag van de beker drinken. Het is nu zo’n acht jaar, toen ik met ultralopen begon, dat ik naar deze mythische wedstrijd uitkijk. Meedoen is sowieso moeilijk. Het is met een lottrekking en er kunnen maar 390 deelnemers starten. Met mijn tijden en afstanden, zoals een 180 kilometer, kwam ik in aanmerking. Ik voldeed dus aan de kwalificatie-eisen. Er zijn overigens veel Belgen dit jaar: 14, onder wie één vrouw, de bekende Hilde Dosogne.”
Hoe ga je die lange race aanpakken?
“Er zijn op verschillende plaatsen cut-off tijden. In het begin moet ik snelheid halen. De eerste halve marathon moet je in 2u10’ afwerken. Bij een marathon in 4u45’ en de tweede marathon in 9u30’. Als ik dat kan doorspartelen, zie ik het zitten. De maximale tijdslimiet is 36 uur. Ik hoop dat ik dat haal. Het wordt niet simpel, zeker niet gezien mijn leeftijd. Aan mijn snelheid zal ik er twee volledige dagen over doen. In een blakende zon, in de hitte. Terwijl anderen het in een dag en een nacht lopen en ’s morgens al aankomen. Ik aanzie het als mijn laatste kans. Als ik nu niet ga, zal het er wellicht niet meer van komen om die Spartathlon te doen.”
Je reist daar alleen naar toe. Ook dat is niet simpel?
“Dit betekent dat ik langs het parcours, waar er een bevoorrading is, alles moet klaarleggen in zakken met mijn nummer erop. Vooral met wat ik nodig heb om de nacht door te komen: een zaklamp, extra batterijen, warme kledij. Er wordt grotendeels over verharde wegen gelopen, maar de route telt wel de nodige hoogtemeters. Zoals de onverharde passage over de Sangaspas van 1.100 meter als hoogste punt. Het kan daar behoorlijk koud zijn. Overdag mag je altijd 30 graden of meer verwachten.”
(Alain Creytens)