Al meer dan veertig jaar is Fons Roets – (FRO) – schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes. Deze week: Angeline Cobbaert.
Angeline Cobbaert heeft haar naam niet gestolen. Met liefde voor haar familie, de vrienden en vooral de sport is ze als een ‘engel’ door het leven gegaan, en nu, op 66-jarige leeftijd, zijn haar man, de kinderen, de kleinkinderen, de begeleiding van mensen, jong en oud, en vooral zelf sporten nog heel belangrijk. Een gezellige babbel met een sportvrouw die dertien nationale titels op haar naam heeft met VC Hermes Oostende en honderd keer België mocht vertegenwoordigen aan het volleybalnet.
Sportkot
Angeline is geboren en getogen in Roksem en jongste dochter van een landbouwersgezin. Ze ging naar school in Gistel, zat op internaat in Tielt en ontpopte zich op jonge leeftijd als een volleybaltalent. Gestimuleerd door haar ploegmaten, vervolgde ze haar studies aan het ‘sportkot’ in Leuven, waar ze haar man, de Limburger Norbert Meeuwissen, leerde kennen. Beiden behaalden hun diploma Lichamelijke Opvoeding en konden vrij vlug aan de slag in het Sint-Andreaslyceum, waar Angeline vanaf 1980 35 jaar lang turnles gaf.
Het gezin Meeuwissen-Cobbaert werd gezegend met vier kinderen: Helena (42), Bert (40), Griet (36) en Marie (27). Angeline is oma van zeven kleinkinderen. Nu ze met pensioen is, zorgt ze mee voor de kleinkinderen. Ze speelt drie keer in de week tennis of padel en fietst er elke dag op los als een jong veulen. Sport zit erin gebakken van toen ze nog bitter jong was. Sporten is haar lang leven.
Stiekem aangesloten
“Van jongs af aan was ik gek van balsporten”, vertelt Angeline. “Ik was tamelijk groot voor mijn leeftijd. Op school in Gistel zagen de oudere leerlingen vlug dat ik aardig overweg kon met een bal en ik mocht meespelen. Ik was dertien en ging mee met een vriendin die aangesloten was bij de volleybalclub Hera Gistel, een zusterclub van Hermes in de lagere afdeling. Mijn ouders wisten van niets, ook niet dat ik een aansluitingskaart getekend had. Ik amuseerde me en speelde mij in de kijker.”
“Toen ik in het hoger middelbaar op internaat zat in Tielt, was het moeilijk om te trainen. Tijdens de vakanties nam ik graag deel aan de sportkampen, en zo kwam ik in de belangstelling van Hermes. Ik had blijkbaar een beetje talent en via Raoul Decrop en Mo Laforce mocht ik naar Hermes VC Oostende. Het was moeilijk om tijdens de week mijn conditie te onderhouden, want de nonnekes waren tegen sporten. Ik kreeg een oefenprogramma mee en trainde individueel in de kleine sportzaal van het internaat. Alleen de vrijdagavond kon ik oefenen met de ploegmaten.”
Debuut op zestien
“Ik was ambitieus en heb doorgebeten. Op mijn zestiende mocht ik meespelen bij Hermes, dat al een eerste keer kampioen van België was geworden. Coach Jean Gyselen geloofde in mij en toen Erna de Kievith geblesseerd uitviel, mocht ik invallen en zat ik in de ploeg, met Rita Berton, Bernice Vermote, Claire Crevits, Erna Lycke, Lien Dumoulin en Sandra Bailleul. Dan is het allemaal begonnen voor mij, op het hoogste niveau. We moesten verre verplaatsingen maken, met de auto of soms eens met de bus: eerste ploeg, reserven en supporters.”
“Dankzij mijn ploegmaten – de meeste hadden een diploma L. O. – heb ik ook lichamelijke opvoeding gestudeerd, eerst in Brussel en dan in Leuven. Daar heb ik ook mijn man Norbert leren kennen, en hij is mij gevolgd, vanuit Limburg naar de kust. Dankzij Jean, die ook coach van de nationale ploeg was, heb ik honderd interlands mogen spelen. Ik heb veel te danken aan mijn volleybalhobby, ook mijn werk als lerares L. O. Ik heb 35 jaar lang met veel plezier turn- en sportles gegeven in het Sint-Andreaslyceum.”
“Als lerares vond ik het belangrijk dat de minder getalenteerde leerlingen of diegenen die van thuis uit niet de kans kregen om naar een sportclub te gaan, bewegingsvreugde ondervonden en op sportief vlak vorderingen maakten. Elke vooruitgang werd beloond. Veel oud-leerlingen zijn me daar dankbaar voor en spreken me daar nog over aan. De sportieve talenten kregen al zoveel aandacht in hun club. Ik spreek uit ervaring. Sport was mijn passie. Als kind speelde ik altijd met de bal. Je moest me niet vragen om kilometers te gaan lopen, maar tijdens het sporten gààn voor elke bal, dat deed ik met veel plezier.”
Zomerkindjes
“Het grote geheim van mijn lange volleycarrière is het plezier dat ik er altijd en overal aan beleefde”, zegt Angeline. “Met Hermes vormden we een hecht team, een echte familie, die lief en leed met elkaar deelde. We wisten alles van elkaar en naarmate we ouder werden, trouwden en een familie stichtten, regelden we de geboorte van onze kinderen, zodat onze volleybalhobby niet in het gedrang kwam: ik heb gespeeld tot in 1987 en drie van mijn kinderen werden telkens in het tussenseizoen geboren. Het zijn bijna allemaal zomerkindjes! En nu ben ik een overgelukkige oma, die nog elke week tijd vrij maakt om te padellen, te tennissen en te fietsen. Zo lang het gaat, wil ik sporten en genieten van het leven!”
Angeline Cobbaert heeft 13 nationale titels op haar naam met VC Hermes Oostende. Ze speelde liefst 100 keer voor de Belgische nationale volleybalploeg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier