Red Lions zeker van olympische medaille, Arthur De Sloover stelt zijn teamgenoten voor
Donderdag spelen de Red Lions de finale op de Olympische Spelen in Tokio. Veroveren onze nationale hockeymannen, vijf jaar na het zilver van Rio, dan toch nog olympisch goud? Arthur De Sloover, de enige West-Vlaming in de selectie, stelt de de andere Red Lions alvast aan ons voor.
Vincent Vanasch
(Evere, 21 dec 1987, doelman, club: Rot-Weiss Köln in Duitsland, 239 caps, derde Spelen)
“De meest professionele speler die ik ken. Hij analyseert echt alles. Hoe shoot-outs door elke speler worden genomen, hetzelfde met de corners… Vincent is ook de speler die het meest gerespecteerd wordt. Zilver op de Spelen. Wereldkampioen. Europees kampioen met België en met zijn club. Kampioen in België, Nederland en Duitsland. Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt, alleen een titel in Spanje ontbreekt nog.”
Loïck Luypaert
(Edegem, 19 aug 1991, verdediger, club: Braxgata HC, 248 caps, tweede Spelen)
“Een babbelaar. De op één na meest communicatieve Red Lion op het veld. Met die skills motiveert hij de ploegmaats voortdurend. Loïck is ook bekend omwille van zijn hoge lobbal. Daarin is hij de beste van de wereld.”
Arthur Van Doren
(Antwerpen, 1 oktober 1994, verdediger, club: HC Bloemendaal, 191 caps, tweede Spelen)
“Over hem kan ik heel kort zijn: de beste van de wereld. Als je hem in je ploeg hebt, is er negentig procent kans dat je de match wint. Dat heeft hij ook al voldoende bewezen met zijn Nederlandse club Bloemendaal.”
Gauthier Boccard
(Ukkel, 26 aug 1991, verdediger, club: Waterloo Ducks HC, 227 caps, derde Spelen)
“Van hem wordt er altijd gezegd dat hij de speler met de beste techniek is. Gauthier heeft de grootste reikwijdte aan skills op een hockeyveld.”
Arthur De Sloover
(Kortrijk, 3 mei 1997, verdediger, club: RTHC Beerschot, 91 caps, eerste Spelen)
“Het meest opmerkelijke is dat hij de enige West-Vlaming in de nationale ploeg is. Dat is zeker niet makkelijk in een ploeg met alleen Antwerpse en Brusselse spelers. Voorts is het iemand die nog TEW studeert aan de universiteit van Antwerpen en heel graag golf speelt. De laatste twee jaar heeft hij echt de microbe daarvan te pakken gekregen.”
Alexander Hendrickx
(Wilrijk, 6 aug 1993, verdediger, club: Pinoké Amstelveen, 133 caps, tweede Spelen)
“Iemand die intussen al twee of drie jaar een vaste vriendin heeft, maar ervoor, met dank aan zijn looks naast het veld, heel wat vriendinnetjes heeft gehad. Strafcornerspecialist bij uitstek. Dat hij Jimmy als bijnaam heeft? Daar is onze coach Shane mee gestart. Alleen is er buiten hem en zijn assistenten niemand die hem zo noemt, maar iedereen weet het wel.”
Nicolas De Kerpel
(Wilrijk, 23 maart 1993, verdediger, club: Royal Herakles Hockey Club, 68 caps, eerste Spelen)
“Hij wordt De Joker genoemd, omdat hij overal kan spelen. Verdediger, middelvelder of aanvaller: hij kan het allemaal. Dat is een enorme troef. De coach kan daar alleen maar gelukkig mee zijn. Nicolas is trouwens ook mijn roomie, mijn vaste slaapkamergenoot. En de grootste grappenmaker van de ploeg. Hij stapt nooit met het verkeerde been uit bed. Een leuke roomie dus.”
Victor Wegnez
(Brussel, 25 dec 1995, middenvelder, club: Royal Racing Club de Bruxelles, 95 caps, eerste Spelen)
“Het manneke uit Molenbeek. (glimlacht) Een jongen waarbij er af en toe een vijs los zit, maar op zich is het een heel goeie gast. En hij is alom bekend door zijn doelpunt in de halve finale van het EK in Antwerpen., toen hij het publiek in extase bracht. Victor is ook iemand met snelle beentjes. Een kleine speler, maar heel explosief.”
Simon Gougnard
(Nijvel, 17 jan 1991, middenvelder, club: KHC Leuven, 286 caps, derde Spelen)
“Zijn bijnaam is Het Paard. Als hij loopt, is hij erg impressionant. Een enorm sterke loper. Simon is ook een grote fan van tattoos. De laatste jaren heeft hij er enorm veel laten zetten. Dat vindt hij leuk. En hij heeft gezegd dat hij er tweeëntwintig zal laten zetten. Niet toevallig zijn rugnummer, om toch maar een cijfer te hebben.”
John-John Dohmen
(Anderlecht, 24 jan 1988, middenvelder, club: Royal Orée, 402 caps, vierde Spelen)
“Zo’n beetje de papa van de ploeg. De man met de meeste caps. De professor van de Red Lions. Tactisch is hij heel sterk. John-John berekent echt alles. Het moet voor hem allemaal juist zijn. Op dat vlak is hij een kopie van de coach (Shane McLeod, red.). Iemand die in de toekomst een grote carrière als trainer tegemoet gaat. Dat is trouwens ook zijn ambitie.”
Felix Denayer
(Edegem, 31 jan 1990, middenvelder, club: KHC Dragons, 328 caps, vierde Spelen)
“Als ik aan Felix denk, denk ik aan Instagram. Hij is heel actief op sociale media. Hij heeft daardoor zijn voor- en tegenstanders, maar op die manier heeft hij wel veel bijgedragen aan het imago van de Red Lions. Chapeau daarvoor. Hij is ook één van de vijf papa’s bij de nationale ploeg, samen met Vincent Vanasch, Gauthier Boccard, John-John Dohmen en Cédric Charlier. Vincent en Felix worden binnenkort trouwens voor de tweede keer vader.”
Antoine Kina
(Gent, 13 feb 1996, middenvelder, club: ARA La Gantoise HC, 74 caps, eerste Spelen)
“De meest introverte speler bij de nationale ploeg. Hij is redelijk op zichzelf en een beetje beschaamd, maar zeker op technisch vlak bij de beteren. Antoine is één van mijn beste vrienden bij de Red Lions.”
Florent van Aubel
(Gent, 25 okt 1991, aanvaller, club: KHC Dragons, 240 caps, derde Spelen)
“Bijgenaamd De Tovenaar. Hij is samen met Boccard de meest verfijnde speler. Florent kan met een stick alles wat je je maar kan bedenken. In het dagdagelijkse leven is het een heel rustig persoon. Een enorm fijn iemand en bovendien één van de weinige Oost-Vlamingen in de ploeg.”
Cédric Charlier
(Anderlecht, 27 nov 1987, aanvaller, club: KHC Dragons, 323 caps, vierde Spelen)
“Eén van de oudste spelers bij de Red Lions. Cédric heeft heel veel ervaring. In Tokio is hij al aan zijn vierde Spelen toe. Het is ook de speler met het best gecontroleerde shot. Als hij beslist om de bal in de rechterwinkelhaak te schieten, doet hij dat gewoon.”
Tom Boon
(Brussel, 25 jan 1990, aanvaller, club: Royal Léopold Club, 298 caps, vierde Spelen)
“De bekendste speler bij de nationale ploeg. Hij wordt vaak vergeleken met zijn bijna-naamgenoot Tom Boonen. Tom is de speler die in de opmars van de Red Lions er mee voor gezorgd heeft dat we bekend geworden zijn. Hij was degene die er op de belangrijke momenten altijd stond. En het is ook de Red Lion met de grootste biceps.”
Sébastien Dockier
(Bonheiden, 28 dec 1989, aanvaller, club: Pinoké Amstelveen, 203 caps, tweede Spelen)
“Een heel introvert iemand. We noemen hem De Borstel. Als hij in de cirkel staat en er een bal pardoes voor zijn voeten valt, borstelt hij hem er sowieso in. Hij kan op alle manieren scoren. Sébastien is trouwens een heel grote fan van AS Roma en de deejay van de Red Lions. In de bus naar een wedstrijd zijn hij en Antoine Kina het die voor de ambiance zorgen.”
3 RESERVEN
Loïc Van Doren (Antwerpen, 14 sep 1996, doelman, club: HC Den Bosch, 28 caps, eerste Spelen)
Thomas Briels (Wilrijk, 23 aug 1987, club: Hockeyclub Oranje-Rood, 347 caps, vierde Spelen)
Augustin Meurmans (Ottignies, 29 mei 1997, club: RC Bruxelles)
STAFF
Head Coach: Shane McLeod (4 sep 1968). Assistant Coach: Craig Fulton (6 nov 1974). Assistant Coach: Michel van den Heuvel (15 jul 1964). Physical Trainer: Mick Beunen (16 nov 1971). Performance Analist: Emily Calderon (30 jun 1989). Physiotherapist: Julien Rysman (20 mei 1974). Team Doctor: Katja Van Oostveldt. Manager: Eric Pirenne (26 sep 1958)
Olympische Spelen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier