Ulla Werbrouck in Atlanta 1996: “Ik ben nog niet moe, laat die finale maar komen!”
“Enkel goud telt”, pepert bondscoach Jean-Marie Dedecker zijn judoka’s jarenlang pertinent in. De Olympische Spelen in het Spaanse Barcelona in 1992 zijn op dat vlak een teleurstelling. Ulla Werbrouck is gevloerd door ontgoocheling en denkt meteen daarna aan stoppen. Vier jaar later heeft ze de boodschap van mentor Dedecker echter heel goed begrepen. Haar talent, een perfecte voorbereiding en een superdag komen samen op de tatami tijdens de Olympische Spelen van Atlanta. Ulla wordt zo de eerste Belgische vrouw ooit die goud pakt op het belangrijkste sportevenement ter wereld.
“Een dieptepunt dat ik moest meemaken om te beseffen hoe leuk Atlanta wel is”, noemt Ulla Werbrouck de periode na de Spelen van ’92. Na een negende plaats overheerst teleurstelling. Ze raakt er geblesseerd tijdens de eerste kamp en het verdict enkele maanden later is hard: knie kapot en kruisbanden gescheurd.
Ook bondscoach Jean-Marie Dedecker is ontevreden, want de judobende neemt slechts een bronzen medaille mee uit Barcelona. De veeleisende Dedecker had meer verwacht. Om te laten zien dat “enkel de top telt”, beklimt hij samen met zijn judoka’s in ’93 de Mont Blanc. Op het WK in het Canadese Hamilton drie maanden later is duidelijk dat Gella Vandecaveye, waar Werbrouck altijd in één adem mee genoemd wordt, de boodschap wel heeft begrepen. Vandecaveye pakt haar eerste wereldtitel. De 21-jarige Werbrouck grijpt naast een medaille en maakt dan pas de klik: “Gella wereldkampioen en ik niet? Dat kan niet.”
Spelen van de revanche
Vanaf dat moment smijt de Izegemse zich vol in het Spartaanse trainingsregime van Dedecker. “Bijna elke dag komt ze naar het strand in Oostende”, vertelt de bondscoach. “Ze loopt er dan kilometers aan een stuk in de duinen of aan het water.” Ook nationale trainingen en stages in Cuba, Oostenrijk, Frankrijk, Japan zijn haar deel.
Dedecker stelt intussen ook achter de schermen alles in het werk om zijn poulain in topvorm naar de Olympische Spelen in Atlanta te loodsen. Werbrouck vormt een koppel met voetballer Dimitri Himpe. Ook al gaat alles goed tussen de twee, toch is de bondscoach bang voor een breuk net voor de Spelen. Achter de rug van Werbrouck gaat hij naar Himpe: “Na de Spelen mag je weggaan bij Ulla, het kan mij niet schelen. Maar als je haar ervoor in de steek laat, castreer ik je.”Het koppel trekt zich er niks van aan.
Werbrouck leeft op een wolk. De laatste stage voor de Spelen van ’96 brengt de nationale judoploeg door op hoogte in de Sierra Nevada. Ze kent er de perfecte voorbereiding op wat ze de “Spelen van de revanche” noemt. Aan de andere kant van de wereld, in het snikhete Atlanta, wordt intussen alles in gereedheid gebracht voor de 27ste olympiade. Twee weken voor de start van de Spelen vertrekken de judoka’s richting de VS. Dedecker schroeft er de trainingsarbeid terug naar de basis: vorm en goesting behouden. Werbrouck: “Als je nu nog moet trainen om te winnen, is het te laat. We houden het plezier erin en proberen ons niet af te zonderen. Mentaal sterk blijven en niet bezwijken onder de stress.”
De zin om te vlammen wakkert inderdaad aan. De topfavoriete in de categorie tot 72 kilogram voelt zich op haar gemak. Voor een EK of een WK reist de ploeg normaal gezien pas enkele dagen voordien af. Nu is Werbrouck helemaal gerecupereerd van de vlucht, de bijbehorende jetlag en het klimaat wanneer de Spelen echt van start gaan. Dat belooft.
Ultieme motivatie
19 juli 1996, tijd voor de openingsceremonie. In het Centennial Olympic Stadium genieten 85.000 toeschouwers van het spektakel. Werbrouck laat het evenwel aan zich voorbijgaan. “Ik moet over twee dagen vechten, dus ik kruip in bed.” Urenlang rechtstaan en pas rond twee uur ‘s nachts gaan slapen, past niet in haar schema.
Een dag later, bij de start van de Spelen, mag Werbrouck van Dedecker niet naar de wedstrijden van andere atleten kijken. “Hij is bang dat mijn adrenalinepeil te veel zal stijgen.” Lang duurt het echter niet voor ze erin slaagt hem toch te overtuigen. Eerst ziet ze judoka Harry Van Barneveld brons winnen. Niet veel later schreeuwt ze de longen uit haar lijf wanneer Fred Deburghgraeve als eerste aantikt na de 100m schoolslag en zich tot olympisch kampioen kroont. “Twee supermomenten! Vanaf nu is het full focus op mijn dag morgen. Als zij een medaille kunnen pakken, kan ik dat ook. Ik wil óók dat gevoel. Wat een motivatie!”
Net voor ze gaat slapen, belt ze met partner Dimitri die ook in de VS is. Enkele maanden voor de Spelen dokterde het BOIC immers een plan uit om zoveel mogelijk familieleden van Belgische atleten in Atlanta te krijgen. Er wordt een wedstrijd uitgeschreven. Plaatselijke gezinnen die Belgen willen herbergen, moeten onder meer een foto van hun huis doorsturen. Zo belandt Himpe op 20 juli in Atlanta. “Mijn gastgezin stuurde foto’s van het stadhuis door in plaats van hun eigen huis”, lacht Himpe, die aan de luchthaven wordt afgehaald door een limousine en meteen wordt getrakteerd op een heus buurtfeest. “Waanzin! Ik had dus meteen wat te vertellen aan de telefoon om Ulla af te leiden van haar grote dag.”
“Ulla! Ulla!”
Zondag 21 juli, nationale feestdag. Zowat elke Belg zit aan de televisie gekluisterd. In alle vroegte maakt Werbrouck zich klaar voor de dag van haar leven. Om 6u30 staat ze op de weegschaal: perfect onder de 72 kg. Tijd voor haar vaste ritueel. “Boterhammen met choco!” Ze is klaar om een goeie 12 à 13 uur in wedstrijdmodus te gaan.
De loting raakt bekend, maar Werbrouck wil liever niet weten welk parcours ze moet afleggen tot in de finale. “Er is maar één iemand waar ik bang voor ben: die Cubaanse. Maar door de wereldranking kunnen we elkaar pas tegenkomen in de finale. Dat stelt me enigszins gerust.”
Intussen loopt het Georgia World Congress Center vol met bekende gezichten. Enkele maanden voor de Spelen kreeg Himpe de vraag van sponsor Bacob of hij 400 tickets kan regelen. De bank wil de Spelen vanop de eerste rij beleven met enkele belangrijke klanten. “Een schot in de roos”, lacht Himpe. “Het is de nationale feestdag dus in het slechtste geval is het om die reden feest. In het beste geval volgt Ulla het voorbeeld van Fredje.”
“Ulla! Ulla!” weergalmt er de hele dag in de zaal. “Ik schat dat er zo’n 2 à 3.000 man binnen kan en minstens 500 man komt voor mij supporteren”, lacht Werbrouck. Prins Filip, de genodigden van Bacob, maar ook haar ouders, vriend Dimitri, broers, schoonfamilie… “Ondanks al dat volk is er maar één stem die tot mij doordringt, die van Jean-Marie”, zegt ze. Dedecker is haar trainer, maar ook haar steun en toeverlaat. Dankzij zijn jarenlange ervaring beseft hij dat hij de uren achter de schermen plezierig moeten opvullen. Dedecker: “Tussen elke kamp heb je zo’n anderhalf uur, dat is lang. Daarom rollebollen we veel als opwarming. Zorgen dat de stress verdwijnt, daar dien ik voor. Pas zo’n 20 minuten voor een kamp beginnen we aan de echte opwarming. Ik laat mij ook altijd eens werpen om haar vertrouwen nog te vergroten.”
Zijn aanpak werkt. Na een moeilijke eerste wedstrijd walst Werbrouck over haar tegenstanders. In de halve finale heeft ze minder dan een halve minuut nodig om een prachtige ippon te scoren. “Ik ben nog niet moe, laat die finale maar komen!” Dedecker: “Ze heeft een superdag en is in een soort trance. Ze kan niet verliezen, ze is onklopbaar vandaag. Ik ben zenuwachtiger dan zij.”
Langgerekt orgasme
19u Amerikaanse tijd: Werbrouck staat in de finale tegenover de Japanse Yoko Tanabe en domineert de kamp. Met nog twintig seconden op de klok en een straatlengte voorsprong roept Dedecker: “Niet meer aanvallen, gewoon controleren!” Werbrouck knikt, maar op vijf seconden van het einde zet de Japanse een mislukte aanval in. De West-Vlaamse neemt over en scoort ippon. “Ippon voor Ulla Werbrouck, op twee seconden van het einde! Een tweede gouden medaille voor de Belgen! Dat is als ik mij niet vergis geleden van 1964 met Gaston Roelants en Patrick Sercu!”, schreeuwt de tv-commentator. In het publiek valt Himpe wel een stuk of tien mensen in de armen. “Wie of wat herinner ik mij niet, wat ik wel weet, is dat ik ze iets te hard heb vastgepakt.”
Secondelang juicht de Izegemse, met tranen in de ogen. Wel honderd gedachten schieten door haar hoofd. “Oef! Het is gedaan! Eindelijk vakantie! Gedaan met afzien! Taart! Feest! Een dag om nooit te vergeten!” Ze springt in de armen van Dedecker. Een korte babbel met haar ouders en vriend en dan volgt de podiumceremonie en de dopingcontrole. Het duurt een tweetal uur voor ze kan plassen. “Bier drinken mag niet tijdens de dopingcontroles op de Spelen. Het is hier een serieuze bedoening, terwijl ik zo snel mogelijk wil feesten.”
Dedecker: “Het was een langgerekt orgasme.” Een van de mooiste momenten in zijn leven. “Ik heb ze nog nooit zo geweten en zal ze ook nooit meer zo zien. Als ik de beelden nu herbekijk, krijg ik nog steeds tranen in de ogen. Ze is een beetje mijn dochter hé, ik ken ze al sinds haar 15de en heb er al van alles mee meegemaakt. Je kan vijf keer wereldkampioen worden, maar dat telt niet. Voor een judoka telt maar één ding: de Olympische Spelen.”
Een groot feest van sponsor Bacob barst los. De kersverse olympisch kampioene verlaat het olympisch dorp en trekt in bij het plaatselijke gezin waar ook haar familie en vriend verblijven. De volgende dag organiseren de gastvrije mensen een heus straatfeest voor de Izegemse. “Weet je dat we nu, 24 jaar later, nog steeds contact hebben met dat gezin?”
Ultieme beloning
Na een week genieten en feesten is het genoeg voor Werbrouck. Na de openingsceremonie laat ze ook de slotceremonie aan zich voorbijgaan. Haar familie en vriend zijn inmiddels huiswaarts vertrokken en ze volgt hun voorbeeld. Het besef van haar grootse prestatie dringt nog niet door. “Het is maar judo”, spookt tijdens de terugvlucht door haar hoofd. Wanneer ze in Zaventem het vliegtuig afstapt, volgt ongeloof. Zeker vijftien supportersbussen staan haar op te wachten. “Ik voel mij koningin. Voor één dag ben ik net iets meer dan alles en iedereen. Magisch!”
Daarna rolt ze van het ene feestje naar de volgende receptie. Ereburger van Izegem en van Hooglede. Ze wordt geleefd. Na drie maanden pikt ze de draad weer op. “Je wordt verafgood tijdens die eerste trainingen. Iedereen wil met jou vechten, maar plots word je ook met de neus op de feiten gedrukt. Judoka’s waar je anders makkelijk van wint, gooien jou plots. Dan komt die klik vanzelf.”
Enkele maanden na het avontuur in Atlanta volgt de ultieme beloning voor de judoka’s die een medaille pakten op de Spelen: een trip naar Lapland. “Een van mijn mooiste reizen ooit”, glimlacht Werbrouck. De bende rijdt er met sneeuwscooters, rolt in de sneeuw na een bezoek aan de sauna, slaapt in de natuur, vaart met een ijsbreker en drijft met een overlevingspak in het ijskoude water. “Die medaille zet zoveel meer in gang dan mensen zich kunnen voorstellen. Mijn judocarrière bestaat uit meer dan twaalf jaar enkel judo. Die medaille heeft deuren geopend en doet dat nog altijd.”
Van judoka tot politica p>
Ulla Werbrouck werd geboren op 24 januari 1972 in Izegem. Tegenwoordig woont ze in Lendelede met haar man Dimitri Himpe. Samen hebben ze drie zonen. p>
Haar eerste sportieve succes behaalde ze in 1988 door Europees jeugdkampioene te worden. De olympische Spelen in Atlanta 1996 waren het hoogtepunt, maar ook in 1992 en 2000 nam ze deel aan de Spelen. Werbrouck werd twee keer vice-wereldkampioene en kroonde zich zeven keer tot Europees kampioene. p>
In 2007 werd ze vanop Lijst Dedecker verkozen in het federaal parlement, waar ze tot 2009 zetelde. p>
Tegenwoordig werkt Ulla bij Sport Vlaanderen in Gent als zaalverantwoordelijke van de schermers, gymnasten en ritmische gymnasten, onder wie Nina Derwael. p>
De Sportzomer van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier