Op donderdag 13 mei organiseerde AV Molenland op de Tieltse atletiekpiste een testmeeting voor zijn eigen jeugd. De weersomstandigheden waren niet ideaal, maar daar trokken de atleetjes zich niets van aan. Overal waren lachende gezichten te zien en iedereen was blij dat ze na bijna een jaar eens aan een wedstrijd konden deelnemen.
Normaal stond op 13 mei de Rubenscup in Tielt op het programma. Aangezien die wedstrijd voor benjamins, pupillen en miniemen door de huidige maatregelen niet kon doorgaan, besliste het bestuur van AV Molenland om zijn eigen jeugd een testmeeting aan te bieden. Een voorstel dat op heel wat meeval kon rekenen. In het totaal namen 42 atleetjes deel. De allerjongsten, de kangoeroes en benjamins, mochten tussen 13.30 en 15.30 uur het beste van zichzelf geven. “Het was voor ons meteen ook het moment om het nieuwe concept in die leeftijdscategorieën uit te testen”, aldus voorzitter Karel Cannaert. “Het is de bedoeling om de kinderen te laten proeven van atletiek, zonder dat er veel aandacht wordt geschonken aan competitie en de geleverde prestaties. Er wordt gewerkt in blokken van 30 minuten per onderdeel en een doorschuifsysteem. Op die manier mogen de atleetjes meerdere keren verspringen, werpen met een vortex, stoten met een medicinebal, sprinten… We stonden eerst wat sceptisch tegenover die nieuwe aanpak, maar het lijkt wel aan te slaan. Ze hebben zich enorm geamuseerd.”
Om 16 uur was het de beurt aan de pupillen en miniemen. Voor hen werd een vierkamp georganiseerd. “Dit hebben we zo hard gemist, was een uitspraak die ik meerdere keren te horen kreeg. Het was bovendien een verademing om de atleetjes terug het beste van zichzelf te zien geven. Zowat iedereen ging met een PR naar huis, maar toch staken een aantal prestaties er wat bovenuit. Zo kwamen miniemen Brian Defour en Tiago Dekie in het hoogspringen tot 1,52 meter en klokte laatstgenoemde ook een knappe 3.05.14 op de 1.000 meter. De resultaten worden niet officieel aanvaard door de Vlaamse Atletiekliga, maar dat was voor iedereen bijzaak. Het belangrijkste was dat er een bepaalde vorm van competitie mogelijk was.” (GD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
