Soepel draaiende motoren bij Sven Ketels, maar geen ronkende verklaringen. De 31-jarige Torhoutenaar mag dan het voorbije seizoen Belgisch kampioen enduro in derde nationale geworden zijn, hij vindt niet dat hij dat aan de grote klok moet hangen. Nochtans is zijn prestatie in deze bijzondere discipline van de motorsport knap.
Enduro is een vorm van langeafstandsmotorcross, waarbij de deelnemers een bepijld traject van tientallen kilometers moeten afleggen door veld en bos en deels op de openbare weg, waar de gewone verkeersregels gelden. Tussen die liaisons door hebben er twee tot drie zogenoemde specials plaats: proeven met hindernissen op een gesloten parcours en tegen de klok. Enduro rijden, vergt techniek en behendigheid, maar zeker ook uithouding. Tijdens een wedstrijd leg je algauw een dikke 200 kilometer af en ben je zes tot zeven uur onderweg.
Lang op circuit gereden
Sven woont met Lies Deblauwe (32) en hun guitige zoontje Pavel (2,5) in de Guido Gezellelaan. Hij is bachelor mechanica-techniek en werkt als leerkracht STEM-technieken aan de Middenschool Sint-Rembert. Hij is lid van motorclub KAMC Eendracht.
“De motorsport is mijn grote passie”, zegt hij. “Ik heb de microbe geërfd van mijn vader Johan Ketels, die oorspronkelijk uit Brugge afkomstig is, maar al jaren in Torhout woont, met name in de Oude Gentweg. Hij heeft destijds aan motorcross en baanraces gedaan. Zelf reed ik tot mijn 19de motorcross bij de jeugd en schakelde dan over naar snelheidswedstrijden op het circuit. Ik ben die baanraces ettelijke jaren blijven doen, tot vier jaar geleden. Toen kriebelde het plots weer om te motorcrossen en door met enduro te starten, heb ik zo’n beetje voor een tussenweg gekozen.”
Sven reed het voorbije seizoen in de klasse juniores E1 en is daarin Belgisch kampioen geworden.
“Die E1 staat voor motorfietsen tot 250 cc en juniores komt neer op derde nationale”, legt hij uit. “Door mijn titel ben ik nu gepromoveerd naar de nationalen, een klasse hoger. Maar ik heb niet de ambitie om daar de top te halen. Zelfs als ik die ambitie wél zou hebben, zou het moeilijk voor me zijn om ze waar te maken.”
Verre verplaatsingen
“Ik wil graag een wat rustiger seizoen, zonder me verplicht te voelen alle manches te moeten rijden die voor het Belgisch kampioenschap in aanmerking komen. Dat heb ik bij de juniores wel gedaan. Van de acht manches voor het BK heb ik zeven keer het podium gehaald, een overwinning inbegrepen. Mijn slechtste resultaat boekte ik in de eerste wedstrijd van de acht: een vierde plaats. Voor de titel bleef het spannend tot de laatste van de acht manches: het was bikkelen voor de punten. Maar ik kon het laken naar me toe halen en goud pakken. Mijn beloning? Een beker en een medaille (lacht). Wie met zijn sport rijk wil worden, moet zeker niet voor enduro kiezen.”
Het vervelendste kantje van enduro? Sven: “De verre verplaatsingen. Trainen doe ik meestal in Noord-Frankrijk. In het dichtbevolkte Vlaanderen zijn er geen wedstrijden. Van de acht manches voor het BK waren er vier in Wallonië, drie in Frankrijk en eentje in Nederland. Nooit bij de deur dus. Ik ben lid van een enduroteam in Lokeren en we spreken meestal af om met enkele rijders samen naar een wedstrijd te gaan. Zo’n wedstrijd, gemiddeld met 200 tot 450 deelnemers over alle klassen heen, neemt dan zowat je hele weekend in beslag.”
Niet te veel risico’s
Als endurorijder dien je niet alleen behendigheid met uithouding te combineren, je moet ook in staat zijn om eigenhandig aan je machine te sleutelen.
“Om goed te presteren, mag er onderweg weinig fout lopen”, aldus Sven. “En doet er zich toch een mankement voor, dan moet je dat zo snel mogelijk zien op te lossen. Het is een sport waar er veel bij komt kijken. Je neemt ook beter niet te veel risico’s, want je moet proberen te vermijden dat je door fouten te maken straftijd aan je broek krijgt. In de stukken langs de openbare weg wordt er streng toegekeken op het naleven van de verkeersregels. In een zone 30 bijvoorbeeld kunnen er mensen van de organisatie met een speedgun staan om te meten of je je aan de snelheid houdt. Uiteraard rijden we met motorfietsen die op de weg mogen, dus met een geldige nummerplaat.”
Waarom Sven zo weinig ruchtbaarheid aan zijn Belgische titel heeft gegeven? “Ach, ik ben niet zo’n tafelspringer. Al ben ik wél trots op mijn prestatie uiteraard. Ik had mijn vrienden beloofd dat ik een feestje zou organiseren als ik het BK won en dat heb ik ook gedaan. Maar ik heb het niet van de daken geschreeuwd.” (lacht)