Sammy Neirynck: “Mijn jongensdroom is dit jaar in vervulling gegaan”
“Van het WK veldrijden tot de bloedstollende finale in de Formule 1, twaalf maanden lang mocht ik zowat overal bij zijn”, geniet Sporza-verslaggever Sammy Neyrinck (Kortrijk, 1976) nog na van het voorbije jaar. Op het EK in Kopenhagen aangenaam verrast dat er plots een bende West-Vlaamse studentinnen opdaagde, in Tokio als eerste bij gouden Nina en in Waregem het verdriet delend van de ouders van de overleden wielrenner Igor Decraene. Neyrinck blikt terug op zijn uniek sportjaar.
Al twintig jaar werkt Neyrinck als sportverslaggever voor Sporza. En nog steeds élke dag met evenveel passie voor sport en zijn werk, zegt hij. “Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit een dag tegen mijn zin ging werken.” Al kost het wel opofferingen. Vooral familiaal. Hij moet dit jaar zo’n 150 à 200 dagen uithuizig zijn geweest. “En toch ben ik een familieman. Dat gezin is altijd de basis. Mijn vrouw en twee dochters, mijn moeder, mijn zus en de rest van mijn familie en vrienden zijn altijd het belangrijkste.” En ook elke dag met evenveel oog en oor voor de schoonheid van de sport. Ondanks alle uitwassen. Doping, matchfixingverhalen, … “Er zijn natuurlijk uitwassen. Ik denk ook niet dat bijvoorbeeld het wielrennen intussen helemaal zuiver is. Ik vraag dat ook vaak aan mezelf en aan anderen: geloof je nog wat je ziet?”
Verhalenverteller
En tenslotte ook vooral oog en oor voor de mens achter de sportheld en -heldinnen, soms bijna poëtisch. Meer storyteller dan journalist, lijkt het wel. Protest: “Dat klopt niet helemaal. Ik word de laatste tijd misschien wel meer aanzien als een verhalenverteller, maar er zit heus wel een harde journalist, een onderzoeksjournalist, in mij. Ik zou soms zelfs niets liever willen, een dossier waarin je eerst graaft en grondig te weten komt waarover het gaat om dan ambetant te zijn. Maar vaak ontbreekt het daarvoor aan budgetten op de VRT. Of past het niet in de agenda’s. Toen Propere Handen in oktober 2018 losbrak heb ik daar voor Pano nagenoeg een hele winter mijn tanden ingezet. Ik had al de beloften van een aantal grote voetbalclubs dat ze er voluit wilden aan meewerken maar door miscommunicatie intern en extern is mijn zoekwerk nooit in een documentaire gegoten.” De immer warme en empathische Neyrinck kan dus ook best hard zijn. Daar moet hij even over nadenken. “Ik moet zeggen dat ik in die twintig jaar bij VRT de sportverslaggeving door de invloed van sociale media heb zien evolueren. Met hier en daar meer nadruk op emoties. Steeds vluchtiger. En je moet daarin mee. Al ben ik dan weer iemand die graag eens tegen de stroom in gaat. Ik ben er absoluut niet trots op, maar ik ben ooit na een voetbalmatch bedreigd geweest door de woordvoerder van een topclub omdat ik in volle titelstrijd naar verluidt iets te veel de luis in de pels van die club was geweest. Mijn eigen leidinggevenden hebben me toen uit voorzorg een tijd op non-actief gezet. Terwijl ik nog steeds vind dat die kritische noot in elke reportage die ik maak aanwezig moet kunnen zijn.”
Emoties
Maar het ís niet altijd goed nieuws. “Het bezoek tijdens het WK wielrennen in eigen land dit jaar aan de ouders en broers van Igor Decraene (de Waregemse wielrenner verongelukte op 18-jarige leeftijd, red.) sneed, ja. Het had ook heel veel impact, dat merkte ik aan de vele reacties. En dan het diepte-interview met Mark Cavendish voor en na Nokere Koerse, waarin hij zijn hele hart uitstortte. Hij begon zelfs in het West-Vlaams. (lacht) Ik had dan ook voor zijn favoriete snoepjes gezorgd. Ik herinnerde mij nog van mijn interview van tien jaar eerder in Vive le Vélo dat ik hem na een gewonnen Touretappe had getrakteerd op enkele snoepzakjes. Ik dacht: ik probeer dat nog eens…”
Het voorbije jaar was voor Neyrinck by far het mooiste sportjaar ooit. Dat het door de coronacrisis grotendeels een sportjaar zonder toeschouwers was, maakte het helemaal bijzonder. Neyrinck op 30 maart in Roeselare, aan de start van Dwars door Vlaanderen: “Ik stond samen met collega Renaat Schotte aan de start waar verder geen publiek was. We zeiden toen tegen elkaar: we are the lucky ones. Zoveel mensen zitten nu gefrustreerd thuis en wij mógen dit doen. Vanop de eerste rij dan nog.”
Tot tranen toe
Hij haalt zijn smartphone boven. Daarin zijn dagboek van 2021, met veel foto’s. Het begon al in januari met het WK veldrijden in Oostende. Het eerste mooie verhaal: “Ik had er voor een reportage in Sportweekend enkele mensen ontmoet die toevallig net voor het WK veldrijden, zonder publiek dus, een appartement vlak naast het parcours hadden gekocht. Een appartement op de negende verdieping, uitzicht op de hele cross. De vader des huizes was tot tranen toe bewogen omdat hij in die moeilijke tijden het WK met zijn eigen ogen kon beleven.” En zo ging het maar door: in februari de bekervolleybalfinales in het Sportpaleis, opnieuw zonder publiek maar met Neyrinck op de eerste rij. De wielerklassiekers: Neyrinck op de eerste rij. De dag dat Club kampioen werd: Neyrinck op de eerste rij.
En dan moest zijn unieke sportzomer nog komen, zestien weken na elkaar met EK voetbal, Tour de Franse en Olympische Spelen in Tokio. Waarna ook snel het WK wielrennen in Brugge en Leuven volgde. “De koers is van ons. Vooral Leuven was waanzin. Echt een voetbalsfeer op die hellingen.” En het bleef maar duren. Parijs-Roubaix in oktober, in regen, koude en wind. “Lampie zei terecht dat hij de beste man in koers was geweest.”
Het eindigde met de verslaggeving van de race voor de wereldtitel Formule 1 tussen Verstappen en Hamilton in Abu Dhabi. Daar zat Neyrinck niet op de eerste rij, maar becommentarieerde hij alles vanuit de Reyerslaan. Maar er was eerder al, eind augustus, die historische F1-race in eigen land, in Francorchamps. De race om 15u. werd uitgesteld door de regen, startte uiteindelijk toch om 18u.17 om na amper drie ronden achter de safetycar afgevlagd te worden. Neyrinck op de eerste rij… in een cabinneke in Brussel. Neyrinck: “Samen met co-commentator Bas Leinders meer dan vier uur live commentaar geven, bij een Grote Prijs die nooit echt gestart is. We moesten doorgaan, we konden niet weten wat er zou gebeuren, we konden niet even uit de ether gaan. Een gedenkwaardige dag. (enthousiast) De week na Francorchamps volgde de race in Zandvoort en daar was ik wel van de partij. Ik kon er nog steeds Verstappen en Hamilton individueel en uitvoerig interviewen. Maar wat de Nederlanders van dat massa-evenement hebben gemaakt, dat kunnen wij Belgen toch niet?”
Topmomenten
Dat verdient ook nog een onderscheiding: Neyrinck is een omnivoor. Hij lust àlle sporten en het hoeft niet eens haute cuisine te zijn: “Het is niet omdat ik in Tokio als eerste onze gouden Nina Derwael mocht interviewen, dat ik niet met plezier naar veel minder bekende sporters wil gaan voor een mooie reportage. Of naar minder bekende sporten. Die je dan allemaal met evenveel respect benadert. Maar ik geef toe, als ik om een of andere reden niet langer als vliegende reporter naar een EK, WK of Spelen zou worden gestuurd, zou ik toch ontgoocheld zijn. Ik heb mijn strepen ondertussen wel verdiend. Zonder fomo (Fear Of Missing Out, red.) boven te halen, maar voor die topmomenten doe je het toch, al die familiale en sociale opofferingen? Al moet ik zeggen dat de Olympische Spelen dit jaar de eerste waren waar ik zelf ter plaatse was, dat verklaart ook mijn enthousiasme. Een jongensdroom. Waw!”
Een jongensdroom die eigenlijk een heel jaar duurde. Tijd voor zijn mooiste momenten. Bovenaan: zijn vraaggesprek in Tokio met marathonloopster Mieke Gorissen, helemaal over haar toeren, zo blij met haar 28ste plaats. Da kan nie! “Op het moment zelf vond ik de emoties van Mieke natuurlijk ook wel heerlijk, maar ik was zo intens met mijn werk bezig, dat ik de impact niet meteen kon inschatten. Maar die volgde wel door alle reacties vanuit België, door het tijdsverschil een stuk later.”
Zo waren er eigenlijk het hele jaar door memorabele momenten. Met véél spannende momenten, zoals op het EK 2020. “De momenten dat je een live moet doen, zijn best stresserend, ja. Vooral als je vlak daarvoor nog niemand bij jou hebt om te interviewen. Ik denk nu aan de match van de Rode Duivels tegen Denemarken, in Kopenhagen. Na de wedstrijd moest ik nog een live nabeschouwing brengen in Het Journaal. Dan snel de juiste mensen vinden, is echt geen cadeau. Soit, ik ging in Kopenhagen dus op een verhoog staan. Waarop plots een bende gillende meisjes op mij afkwam: Sammy, Sammy! “Neem ze er maar bij, riep men in mijn oortje vanuit Brussel. Erasmus-studenten uit de regio Waregem en Kortrijk! Mijn West-Vlaamse roots! Het werd nog een heel sympathiek interview met de jongedames. (nadenkend) Elke dag tegen de klok een interventie doen of een dagverse reportage maken die er dan op antenne oké uitziet, dat geeft nog steeds een kick.”
Kritische vragen
Maar hij steekt het niet weg; op zo’n tornooi is hij óók supporter. Maar niet tijdens de werkuren. “Ja! De uitschakeling op het EK tegen Italië was voor mij een hele grote ontgoocheling. Als de Rode Duivels verliezen, word ik echt ambetant. Dat heb ik alleen met de Rode Duivels. Al moet ik er meteen bijvertellen dat het WK in Zuid-Afrika in 2010, zonder België dus, voor mij puur journalistiek het mooiste was. Constant in de bubbel van de Belgen zitten, vind ik saai. Ik ga graag tussendoor op zoek naar de minder bekende verhalen bij de andere elftallen.” Onze sportverslaggever ter plaatste raakt nu helemaal op dreef. “Waar ik dit jaar ook ontzettend heb van genoten, was die hele week WK wielrennen in eigen land, in Brugge en Leuven. Al viel dat voor Van Aert en co tegen. Uiteraard vind ik het fantastisch om iemand in de koers te volgen die dan ook nog wint. Maar evenveel respect voor Van Aert die ik volgde voor, tijdens en na de Ronde van Vlaanderen waarin hij pas zesde werd. (nadenkend) Maar ik waak erover altijd de kritische vragen te stellen die ik nodig acht.”
Tot slot verliest hij zich ook graag in langere reportages zoals voor Vive le Vélo, Leve de Ronde of Extra Time Koers. Storyteller, geen sprints in Kopenhagen maar de middellange afstand. Of in de marathon die hij neerzette met zijn serie 60 jaar Sportweekend, uitgezonden vlak voor 2021. Een serie die zelfs werd genomineerd voor de prestigieuze televisie award Excellence in Archival Production. “Dat was een prestigeproject van lange adem met weinig mensen en middelen, daar kroop héél veel tijd in. Tijd die we door de coronacrisis ook hadden, nagenoeg alle sport was weggevallen. Zonder dat virus was 60 jaar Sportweekend er nooit gekomen.” Om maar te zeggen: volbloed sportfanaat, volbloed sportjournalist. Nog steeds zo blij met zijn wonderlijke sportjaar. Nu al uitkijkend naar 2022. Maar liefst niet alleen aan de start van Dwars door Vlaanderen.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier