Red Lion Arthur De Sloover: “We trainen nu zonder enig doel”

Toen de Red Lions zich twee jaar geleden op het WK hockey in Bhubaneswar tot wereldkampioen kroonden, was Arthur De Sloover de jongste speler in de Belgische kern. In 2019 volgde een Europese titel en deze zomer moest in Tokio het summum volgen: olympisch goud. Dat kunstje werd echter uit noodzaak met een jaar uitgesteld, maar dat kan de enige West-Vlaming bij de Red Lions niet deren. “Op dit moment is het niet altijd even makkelijk om de motivatie hoog te houden, maar op lange termijn weten we maar al te goed waar we naartoe willen”, benadrukt de 23-jarige Kortrijkzaan.

Na bijna twee maanden lockdown hervatten de Red Lions begin mei de trainingen. Onder hen ook centrale verdediger Arthur De Sloover uit Kortrijk. “Die eerste training was best wel speciaal. Vooraleer er van corona sprake was, kwam je vroeger toe, dronk je eerst een koffietje en praatte je wat bij. Nu gingen we meteen het veld op en moesten we anderhalve meter afstand houden. De hockeyballen mochten we niet met onze handen aanraken en na afloop moesten we ze allemaal in één hoek slaan, zodat de coaches ze bijeen konden rapen. Maar al bij al viel het goed mee. We waren allemaal blij om elkaar terug te zien en na de lockdown weer iets samen te kunnen doen.”

Hoe was je conditionele paraatheid na twee coronamaanden?

De Sloover: “Dat viel mee. In het begin van de lockdown was er nog geen sprake van dat de Spelen zouden worden uitgesteld, dus zijn we toen hard blijven werken. Eenmaal er wel een beslissing over Tokio was genomen, heeft elke speler een programma meegekregen om de conditie te onderhouden. In eerste instantie looptrainingen: een afwisseling tussen langere afstanden en korte sprintjes. En daarnaast kregen we ook materiaal mee naar huis. Gewichten, springtouw, rekkers… Zo konden we thuis toch onze krachttraining blijven doen, zodat we niet te veel aan spiermassa zouden inboeten.”

“Dirk Van Tichelt heeft gezegd dat het in minder bekende sporten makkelijker is om medailles te behalen. Ik ben het daar niet mee eens”

Mentaal moet dit voor een topsporter niet de makkelijkste periode zijn…

De Sloover: “Dat klopt. Men zegt dat de competitie in september zal worden hervat, maar zeker zijn we niet. Het is momenteel trainen zonder doel. Maar beter iets trainen dan helemaal niet trainen. We vernamen intussen dat het uitgestelde EK van dit jaar nu in juni 2021 zou plaatsvinden, een maand voor de Spelen in Tokio. Op lange termijn weten we dus maar al te goed waar we naartoe willen. En voor mij persoonlijk komt dit allemaal nog zo slecht niet uit. Ik zit nu in mijn derde bachelor Toegepaste Economische Wetenschappen aan de universiteit van Antwerpen en heb in juni examens. Ik krijg nu alle tijd om die grondig voor te bereiden. Dit semester nam ik wel iets te veel studiepunten op, maar nu de Spelen zijn uitgesteld, komt dat nog goed uit.”

Je studeert en traint in Antwerpen, maar je familie en vriendin wonen in Kortrijk. Hoe zit dat met jouw coronabubbel?

De Sloover: “Tijdens de week verblijf ik in Antwerpen, puur in functie van de trainingen met de Red Lions. Op een appartement. Alleen. In het weekend keer ik terug naar Kortrijk. Veel mensen zie ik niet, buiten mijn ouders en vriendin Emma. Zij is van Moorsele en studeert ook nog. Ze zit in haar laatste jaar kinesitherapie.”

Hoe komt het eigenlijk dat je de enige West-Vlaming in de nationale ploeg bent?

De Sloover: “Dat er in West-Vlaanderen niet veel clubs zijn en de jeugdwerking er niet van het allerhoogste niveau is, zal daar ongetwijfeld voor iets tussen zitten. Maar wat zeker ook speelt, is de plaats waar de trainingen met de nationale ploeg, zowel bij ons als bij de jeugd, worden afgewerkt. In Antwerpen en in Brussel. Voor een West-Vlaming zijn dat verre verplaatsingen. Ouders moeten veel opofferingen brengen en niet iedereen is daartoe in staat. Ik heb veel geluk dat mijn ouders zoveel tijd in mij gestopt hebben. Ik zag de laatste tijd wel al wat jonge West-Vlaamse spelers met potentieel aan het werk. Ik ben heel benieuwd naar hoe zij de komende jaren zullen evolueren.”

Thomas Briels en Arthur Van Doren, jouw ploegmaats bij de Red Lions, waren de voorbije weken aan de slag in De Container Cup op Vier. Was jij verbaasd door hun sterke prestaties?

De Sloover: “Zeker niet. Ik denk dat hockey een heel complete sport is. Je moet fysiek sterk zijn, maar ook op technisch vlak uit de voeten kunnen. Natuurlijk merk je dat langere inspanningen zoals roeien en fietsen minder aan hen besteed zijn. Hopelijk mogen er nog enkele spelers van onze ploeg de komende weken deelnemen.”

Hoe zou jij het ervan afbrengen?

De Sloover: “Wel, ik heb daar al eens over nagedacht. Golf heb ik goed onder de knie. Ook de bench press zou me moeten liggen, net als het schieten. Die anderhalve kilometer lopen zou ik anders aanpakken dan Arthur en Thomas. Ik zou sneller van start gaan om meer seconden voorsprong te kunnen nemen. Ook van het fietsen heb ik geen schrik. Sinds het begin van de lockdown heb ik mijn koersfiets bovengehaald en ben ik een paar keer erop uit getrokken, al zou ik zeker niet in de buurt van de tijden van de renners en roeiers komen. Het is eigenlijk vooral het roeien waarvoor ik schrik heb. Ik denk dat je in die sport snel de verzuring voelt als je het niet gewoon bent. Maar alles samengeteld denk ik dat bij alles gemiddeld zou scoren.”

Het succes van de Red Lions wordt niet bij iedereen op gejuich onthaald. Zo bleek ook tijdens een recente aflevering van De Kleedkamer op Eén, waarin Dirk Van Tichelt niet bepaald positief was over jouw sport.

De Sloover: “Zelf heb ik de aflevering niet gezien, maar natuurlijk heb ik er wel van gehoord. Van Tichelt heeft gezegd dat het in minder bekende sporten makkelijker is om medailles te behalen. Ik ben het daar niet mee eens. Als je naar de evolutie van onze sport in België kijkt, kan je alleen maar vaststellen dat we als ploeg het voorbije decennium enorm gegroeid zijn. Dat is te danken aan de uitstekende jeugdwerking in ons land, wat je goed ziet aan de jonge elementen die de laatste jaren doorgroeien. Ik ga dus niet akkoord met wat Van Tichelt zei. Geloof me, hockey is wel degelijk echte topsport. Ja, we hebben daar met de spelers van de nationale ploeg onder elkaar over gepraat, maar veel belang hechten we er niet aan.”