Zaterdag 15 februari speelt ROSC waterpolo zowel bij de vrouwen als de mannen in zwembad Brigitte Becue een West-Vlaamse derby tegen Kortrijk.
Vorige zaterdag verloren de Oostendse mannen tegen Antwerpen. De vrouwen gingen ruim onderuit in Gent. “De dames van KGZV kroonden zich voor dit seizoen voor de elfde keer tot Belgisch kampioen. Het is een sterkhouder in onze reeks. Die nederlaag was dan ook wat ingecalculeerd”, opent Alec Van Sundert als coach van de Oostendse waterpoloploeg bij de dames. Zaterdag is er voor zijn team een andere match, een West-Vlaamse derby tegen Kortrijk. “De heenwedstrijd hebben wij gewonnen en ook vorig seizoen waren we twee keer sterker. In die zin hebben we misschien wat voordeel. Het wordt sowieso een spannende match.”
Kleine sport
Bij ROSC zitten in het waterpolo een twaalftal dames en meisjes die op het hoogste niveau in ons land meedoen. Ook bij de jeugd is er gestaag een instroom van meisjes om aan waterpolo te doen. Zij spelen dan in competitie gemengd met de jongens. “Het aantal meisjes kan wel naar omhoog”, vindt Alec. “Maar waterpolo blijft in ons land een kleine sport, in vergelijking met andere Europese toplanden. De damescompetitie in België bestaat uit zeven ploegen. In Nederland bijvoorbeeld zijn er diverse afdelingen en hebben de meeste clubs drie of vier damesteams.” Oostende beschikt op het hoogste niveau over een jonge ploeg. De oudste speelster is twintig jaar. “Vanaf twaalf jaar mogen meisjes meedoen met de volwassenenploeg. Zo hebben wij er twee, drie van dertien, veertien jaar. Zij spelen dan wel tegen vrouwen die dertig jaar of ouder zijn. Die meer fysiek en vooral ervaring hebben. Ons grote werkpunt is nu om vooral de ploeg bij elkaar te houden zodat we verder als team kunnen groeien, om dan bijvoorbeeld binnen een aantal jaren sterk en dominant te zijn. Voor dit seizoen blijft de ambitie om zo dicht mogelijk tegen de top drie aan te leunen. Anderzijds is er nog de Beker. Bij winst op 5 april spelen we de finale.” (ACR)