Afgelopen weekend kaapte Boxing Club Menen Team Fettah maar liefst zeventien medailles weg op het WK Kickboks in Rome – goed voor elf wereldtitels. Victoire Janseghers pakte zelfs de titel in twee disciplines. “We zijn fier, maar we kunnen nog verbeteren.”
In Rome weten ze het al langer dan vandaag dat de Belgen de dappersten der Galliërs zijn. Afgelopen weekend werd dat nog eens extra kracht bijgezet. 22 leden van Boxing Club Menen Team Fettah zakten af naar de Italiaanse hoofdstad voor het XFC World Championship.
Hopelijk hadden ze nog plaats in hun koffer, want het werd veni, vidi, vici. Elf wereldtitels – en dus elf boksriemen -, vijf zilveren medailles en nog een bronzen exemplaar. Spanjaarden, Roemenen, Iraniërs, Mexicanen noch Nederlanders hadden duidelijk een verhaal tegen de Meense afgezanten.
Youness Fettah, Méline Desmulier, Noor Lombaerts, Hatim Fettah, Jawaher Barhanne, Iman Akdim, Rahim Tchercheiko, Art Lombaerts, Fabio Schifano en Victoire Janseghers kroonden zich tot wereldkampioen in verschillende leeftijds- en gewichtsklassen.
De 14-jarige Victoire – nomen is hier echt wel omen – uit Wervik deed dat zelfs tot twee keer toe. In de meest gekende vorm van kickboks en in de variant zonder knieën. “Dat laatste zag ik vooral als een uitdaging”, zegt de leerlinge van het VTI Sint-Lucas in Menen. Ze begon zo’n drie jaar terug met de sport, in navolging van haar broer. “Het moment dat de scheidsrechter je hand in de lucht steekt, dan dringt het besef door. Die vreugde is onbeschrijflijk.”
Wat zit er in het water of de grond in Menen? Veel talent zo blijkt. Maar daarmee win je nog geen titel. “Hoe meer men werkt hoe meer talent men kweekt”, zegt trainer Chouaib Fettah. “We hebben dan ook heel hard gewerkt en trainden zelfs tot twee uur per dag. Op techniek en op lopen, want zonder fysiek win je ook geen wedstrijden.”
Mentale aspect
Naast fysiek en techniek speelt ook het mentale aspect een grote rol. “Je moet weten dat je harde slagen zal incasseren. Je moet er alles aan doen om te winnen, maar tegelijkertijd ook verlies kunnen aanvaarden.”
Die combinatie mentaal en fysiek beaamt Victoire. “Naast tot vier keer trainen op de club ga ik ook nog lopen”, klinkt het. “Maar als je niet gelooft in jezelf dan gaat het ook niet. Voor het WK had ik wat schrik dat het te hoog gegrepen was, maar dankzij de steun van mijn mama, maar ook mijn trainer heb ik het toch maar gehaald.”
Voor de jonge boksers, die allemaal nog naar school gaan, werd dat mentale aspect ook wat gevoed door de rit naar Rome. Niet alleen op trainingsvlak. “Want zo’n reis kost geld en dat kunnen wij als club niet betalen. Wie wilde deelnemen is dus zelf op zoek gegaan naar financiële middelen om het vliegtuig te kunnen nemen.”
Voor de club zijn het niet de eerste titels, want ze huisvest ook Belgische en Europese kampioenen. Of Boxing Club Menen dan ook de beste club ter wereld is? “We moeten niet pretentieus zijn. We zitten op niveau met onze kwaliteiten, we zijn heel fier, maar we kunnen ons nog altijd blijven verbeteren. We blijven dan ook op zoek gaan naar titels, zoals volgend jaar in februari op het Belgisch kampioenschap.” (JDW)