Een Peugeot 106 GTI gebouwd in… 1997. Dat is de wagen waarmee Luc Diet en zijn copiloot Ellen Van Dycke opnieuw VAS kampioen werden in de Klasse 2C en de Divisie 1-2. “We gaan binnenkort na meer dan honderd rally’s voor het zeventiende seizoen de baan op. Met dezelfde wagen, puur uit financiële overwegingen.”
Net zoals in 2021 werden Luc Diet en Ellen Van Dycke VAS kampioen, een rallycriterium dat in maart met de Short Rally Moorslede begint en in november met de 6 Uren van Kortrijk eindigt. Tussenin worden vooral in West-Vlaanderen diverse wedstrijden gereden. De Klasse 2C is de standaardklasse voor wagens tot 1700 cc.
“Wat er bij de homologatie wordt voorgelegd mag je aan de wagen veranderen. En dat is vrij beperkt. Het gaat vooral om de ophanging, want aan de motor mag je maar minimaal veranderen. Bijvoorbeeld een hydraulische handrem mag wel”, legt de rallybestuurder uit Jabbeke uit. “Dit jaar vind ik de titel meer geslaagd omdat we acht wedstrijden hebben gereden en acht keer zijn gefinisht.”
Eerste in alle klassen
Het duo won driemaal en eindigde op diverse podiumplaatsen waarmee ze in het algemeen klassement telkens oog hadden op het kampioenschap. Na Moorslede en de Monteberg liep het beter met twee keer winst in de klasse in de ORC Rally en de 12 Uren van Wervik. “Bovendien stonden we tot onze verbazing eerste in de divisie 1-2 of alle standaardklassen samen. Dus ook wagens met meer dan 1700 cc en 2000 cc.”
Ook de TBR en de Rally van Staden verliepen goed. In Kasterlee ging het minder toen de aandrijfas het tijdens de eerste proef begaf. “Het reglement is gewijzigd en als je tegen de volgende ronde mechanische pech kan herstellen mag je weer starten. Dankzij de servicemensen zijn we erin geslaagd om uiteindelijk nog als vijfde te eindigen.”
In Koekelare tijdens de Hemicuda Rally reden Luc en Ellen iets te optimistisch en raakten ze met hun wagen op twee kilometer van de finish een paal en een muur, met als gevolg een beschadiging aan de rechterflank en de voorzijde van de wagen. “Kortrijk lieten we hierdoor links liggen. Het budget dat we gingen gebruiken voor deelname aan de laatste manche hebben we gespendeerd om de wagen te herstellen.”
“We waren reeds zeker van het kampioenschap in de klasse, maar nog niet van die in de divisie 1-2. Stefaan T’joens kon ons nog voorbij gaan in de stand, maar hij ging in Kortrijk ongelukkig van de baan. Zo ging de bijkomende titel naar ons. Ondertussen zijn we volop bezig om de wagen op punt te krijgen, want volgend jaar in maart staan we aan de start in Moorslede.”
Ellen Van Dycke (26) uit Stalhille, een verpleegkundige op de poli cardiologie in Oostende, volgde destijds samen met haar vader en neven diverse rallywedstrijden. Luc zocht een nieuwe copiloot. Ellen zag dat wel zitten. “Ondertussen rijden we van in 2019 samen. Al was het allemaal zeer nieuw voor mij. Ik had nooit eerder in een rallywagen ervaring opgedaan.”
“Ellen en ik vullen elkaar perfect aan. Ze is nergens bang voor” -Luc Diet
“Ondertussen heb ik de microbe, vooral dan van het navigeren, te pakken.” Luc knikt: “Het grote voordeel is dat Ellen tewerk gaat zoals ik het wens. We vullen elkaar perfect aan. Langs deze weg wil ik ook de sponsors bedanken, mijn serviceteam en mijn vrouw Ann Cooleman die volledig achter het rallygebeuren staat.”
Alles zelf doen
In een Peugeot 106 GTI die reeds zestien jaar van stal gaat om rally’s te rijden. “Het is vooral budgettair dat we voor diezelfde wagen kiezen. De auto gaat niet naar een garage. Alles wordt er zelf aan gedaan, zowel mechanisch als de carrosserie. Dat is de reden dat we aan zo’n kampioenschap kunnen deelnemen, want rally rijden kost aardig wat geld ”, vertelt Luc (55) die zelf vrachtwagenmecanicien is bij Derma Trucks in Brugge.
De service in aanloop en tijdens de wedstrijden wordt verzorgd door vrienden. “Ellens vader fungeerde destijds als sponsor en zo zijn we met elkaar in contact gekomen. Na Marnick Jodts, met wie ik zes jaar samen reed, vroeg ik Ellen of zij hem kon opvolgen. Ze doet het ondertussen perfect. Ze is nergens bang voor en ze blijft de kaart lezen.” (Alain Creytens)