De 24 uur van Zolder bracht voor de Oostendse piloten niet veel zoden aan de dijk. Zowel de broers Thiers als het team van Kenzi Qvick gooide voortijdig de handdoek. Enkel de BMW Z3 van het met Oudenburgse roots gevulde VDW Motorsports haalde zonder veel problemen de finish.
Erik Qvick beperkte zijn deelname tot de Youngtimers dat net voor de etmaalrace plaatsvond. Zijn 25-jarige zoon Kenzi was er voor de tweede keer bij. Hij kreeg een zitje in de BMW 123D. “Een kans die ik met beide handen nam. Ze zochten nog wat ervaring in deze wagen. Ik had in 2015 in deze etmaalrace gedebuteerd en reed toen samen met mijn pa in een BMW 325 V8. Nu werd ik als openingspiloot op de kleinere 125-versie aangeduid. Ik maakte mijn rol waar, maar moest na bijna twee uur rijden de pits in. De diesel die ze zelf thuis getankt hadden, was duidelijk niet van propere kwaliteit en deed de motor al vlug sputteren. Samen met de mecaniciens hebben we verschillende keren de sproeiers en filters vervangen, maar tevergeefs. Om 5 uur ‘s morgens was het over en uit. Ik kijk wel positief terug op deze ervaring. Zelf rijd ik met mijn eigen wagen, een BMW 325 break, in de Youngtimers mee. Ik behaalde er in de vorige manche een mooie vierde plaats algemeen en won de ninetiesklasse. De twee komende races zal ik er ook bij zijn. Hoewel dit me telkens enkele duizenden euro’s kost, blijft dit een heel mooi vooruitzicht.”
“Het budgettaire aspect speelt de laatste jaren echt wel de grootste rol in deze sport en dat zorgt er voor dat we onze ambities vooral heel realistisch moeten houden. Ik hou niet echt van Formule 1-toestanden. Geef me maar een echte touringwagen waarmee ik in de bochten graag nog eens op twee wielen ga”, zegt Kenzi Qvick
De autosport is ten huize Qvick dan ook met de paplepel ingegeven. Vader Erik runt al jarenlang een garage waar raceauto’s en andere snelle bolides worden klaargestoomd. De kleine Kenzi oefent al sinds zijn vijfde op de simulator. “Van mijn twaalfde mocht ik al enkele keren proeven tijdens de tracking days in een BMW 325 van mijn vader. Op mijn 16de deed ik mijn eerste kampioenschap mee.
Dat was in een Renault Clio Cup met zo’n 250 PK als vermogen. Samen met mijn papa reed ik het BGDC. Het jaar erop reed ik met een klant van ons het hele kampioenschap in een BMW M3. We behaalden een tweede en een vijfde plaats algemeen. Nu ruil ik af en toe het pilotenpak voor dat van een mecanicien. Zo kan ik toch wel mijn budget rond krijgen. Dat mijn vader nog wat impulsiever durft te rijden, is vooral te wijten aan het feit dat ik graag mijn materiaal zolang mogelijk in één stuk wil houden.”
“Hij heeft natuurlijk meer ervaring, maar toen we eens onze stressfactor tijdens een race door een gespecialiseerde dokter lieten meten, was ik duidelijk de rustigste van de twee”, besluit Kenzi Qvick. (John Loncke)