Julie Van de Velde wordt negentiende in tijdrit

© JASPER JACOBS Belga
Redactie KW

Julie Van de Velde zette woensdag de negentiende chrono neer (op 25) in de olympische tijdrit voor vrouwen. Ze had voor de 22,1 km op en rond de Fuji International Speedway ruim vier minuten meer nodig dan de Nederlandse Annemiek van Vleuten, die naar goud snelde.

“Het was een degelijke tijdrit. Ik had geen supergevoel maar ik denk dat ik tevreden mag terugblikken”, reageert ze.

De wegrit van zondag zat niet meer in de benen. De 28-jarige Van de Velde reed in dienst van Lotte Kopecky, die vierde zou worden, en kwam zelf als 42e over de streep. “Ik was volledig gerecupereerd. Ik heb het twee dagen heel rustig gedaan, dus dat speelde geen rol meer.”

Net voor Van de Velde zou starten, begon het licht te druppelen maar uiteindelijk kon ze haar tijdrit toch op een droog parcours afwerken. “Gisteren hadden we wel verkend in de regen dus ik wist hoe ik de bochten moest aansnijden”, legt ze uit. “Het ging vandaag heel snel in de afdalingen. Op de licht oplopende stukken probeerde ik een hoog vermogen aan te houden, wat veel pijn deed op de steilere stukjes.”

Einde van de Spelen

Van de Velde werd vorige maand tweede op het BK tijdrijden achter Lotte Kopecky. Die startte woensdag niet omdat ze volgende week wil scoren op de piste. “Dit was zeker iets voor haar. Ze zou zich in de afdalingen als een bommetje naar beneden kunnen smijten en haar power zou ze tijdens de stukken bergop goed kunnen gebruiken. Maar het zou te veel zijn als ze dit er ook nog bijneemt naast de piste.”

Volgens Van de Velde zit Lotte Kopecky, die op de piste de ploegkoers (met Jolien D’hoore) en het omnium rijdt, “in de vorm van haar leven”. “Ik hoop echt dat ze die medaille kan pakken. Het is haar heel hard gegund.”

Voor Van de Velde zitten de Spelen er nu op. Ze verlaat Japan met een dubbel gevoel. “In de wegrit kon ik in het eerste deel mijn werk doen maar ik was graag wat langer bij Lotte gebleven om haar nog te helpen. Dat was voor mezelf een kleine ontgoocheling. De tijdrit heb ik aangepakt als een extraatje en ik heb ook proberen te genieten.”