Jozef Missinne is oudste nog levende winnaar Omloop van Vlaanderen: “Autosport heeft me veel gekost, maar ook heel veel gegeven”
Dinsdag 31 augustus werd Jozef Missinne, verzekeringsmakelaar uit Kortemark, negentig jaar. Aan de vooravond van de Omloop van Vlaanderen blikken we terug op zijn zege van 58 jaar terug. Het werd een verhaal waarin de passie voor de autosport duidelijk voelbaar was.
“Het is allemaal begonnen eind de jaren 50, begin de jaren 60 toen de Tour de Belgique bij ons in Kortemark passeerde”, begint Jozef Missinne. “Ik nam toen onze VW Kever en probeerde de deelnemers te volgen. Dat lukte wonderwel en daarom besloot ik mij aan te sluiten bij renstal Duindistel uit Knokke. Zij organiseerden oefenritten en zo stoomde ik mezelf klaar om aan wedstrijden deel te nemen. Jozef Talpe, een goede vriend en ook een zakelijke partner, bleek al snel ook geïnteresseerd en daarom nam ik hem mee naar de renstal en begon hij zich via diezelfde oefenritten te bekwamen.”
“Toen de tijd rijp was, besloten we samen een snelle wagen te kopen en kwamen we bij Jean-Pierre Gaban terecht. Deze Brusselaar was toen de beste tuner van Porsches en we kochten er een bijna nieuwe Porsche 356SC. De wagen kostte om en bij de 230.000 Belgische frank en voor die prijs kregen we een Porsche met 1900cc motor die zo’n 250 pk’s uitbraakte en een topsnelheid van boven de 200 km/uur haalde. De carrosserie was volledig uit aluminium zodat de wagen niet alleen snel, maar ook vederlicht was.”
Omloop van 1963
“Voor de vierde Omloop van Vlaanderen van 1963 kwamen er 79 wagens aan de start. Wij waren competitief ingesteld en onze doelstelling was een topvijfplaats. Het verschil in de topwagens was in die tijd niet zo groot zodat de stuurmanskunst vaak bepaalde wie er met de zege ging lopen. De start was de vrijdagvoormiddag in Ukkel en we reden richting Roeselare met onderweg drie snelheidsproeven waarvan er één was op het vliegveld van Ursel. Ukkel werd toen als startplaats gekozen om zo meer Waalse piloten aan de start krijgen.”
“We kwamen in Roeselare aan de vrijdagnacht en we stonden met een viertal op een zakdoek geklasseerd: wijzelf, Vernaeve, Stapelaere en Bouvy. Die tussenstand kregen we meestal van onze mecaniciens. Er waren toen nog geen computers die in een fractie van een seconde het klassement maken. Onze mecaniciens vertelden tijdens iedere servicebeurt wie er op tijd binnen was, wie er te laat was of wie niet meer gepasseerd was. Na een korte nachtrust vertrokken we zaterdagmorgen om tien uur vanop de Grote Markt in Roeselare voor vier omlopen van in totaal zo’n 180 kilometer. De aankomst was zondagmorgen omstreeks zes uur.”
Nota’s van belang
“De afspraak met Jozef Talpe was dat hij de klimkoersen zou rijden en de verbindingsritten van de rally’s, terwijl ikzelf de snelheidsritten en de circuitproeven zou doen. Het werd een heel lastige rally, want het regende constant en er hing ook enorm veel mist. Er waren weinig rustpauzes en door het slechte weer moesten we 100 procent geconcentreerd blijven. Gelukkig staken wij altijd veel tijd in het verkennen van het parcours en het maken van de nota’s en daarenboven hadden wij altijd notities klaar voor het geval er mist was. Dat was toen het geval en door onze goede voorbereiding konden wij de rally winnen met zo’n twee minuten voorsprong. Wat toen gelde, is vandaag nog steeds toepasselijk: de nota’s moeten juist en nauwkeurig zijn om resultaten te kunnen boeken.”
“Zondag om 16 uur werden we dan ontvangen op het stadhuis van Roeselare waar de verschillende winnaars hun trofee overhandigd kregen. Met de opkomst van Stapelaere (officiële Ford-piloot) en Byttebier (officiële Volvo-piloot) en omdat wij competitief ingesteld waren, besloten zowel Jozef als ikzelf om bij Rob Slotemaekers in Nederland een slipcursus te volgen waar ze ons stuurmanskunst bijbrachten. Verder ging ik op cursus bij Jurgen Barth in Duitsland die ons op de Nurburgring “leerde rijden”. Zoiets kostte tijd en geld, maar het was de enige manier om als piloot het verschil te maken.”
Verschil in de topwagens was vroeger klein, waardoor de stuurmanskunst vaak bepaalde wie won
“Voor het seizoen 1965 maakten we dan de overstap van de Porsche 356SC naar een Lotus Elan. Iedere wedstrijd was er een hevige strijd tussen Hervé Thiers, Hubert Saelens en wijzelf, want we hadden alle drie een zelfde Lotus Elan en we reden iedere wedstrijd voor een plaats in de top vijf. In 1975 heb ik dan beslist de helm aan de haak te hangen. Mijn verzekeringskantoor moest verder uitgebouwd worden en veel vrije tijd was er niet meer. Als ik me niet 100 procent kon voorbereiden op een wedstrijd, was ik niet tevreden, want 99 procent is niet genoeg om aan de top mee te draaien.”
“Ik bleef wel in de autosport via de sponsoring van verschillende piloten met als goede herinnering de zege van Koen en Kris Wauters in de 24 Uren van Zolder. Maar ook op de rally’s ben ik nog steeds aanwezig. Ik heb in de autosport veel tijd, energie en geld gestopt, maar ik heb er ook heel veel voor terug gekregen. De autosport heeft me veel relaties, klanten en vrienden bezorgd zodat ik die keuze nooit beklaagd heb.”
“Dat de microbe voor snelle wagens heel diep zit bij mij bewijst het feit dat ik vandaag nog altijd met een Ferrari 430 rond rijd. Ik gebruik de wagen veel voor een rondrit van een jarige, om een huwend paar naar de kerk te voeren of ik doe mee aan een rondrit voor het goede doel, zoals Kom op tegen Kanker. Mensen met een initiatief als Kom op tegen Kanker of iets dergelijks mogen mij altijd bellen. Daarvoor haal ik altijd de Ferrari van stal.”
Rally
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier