“Hoofddoel volgt pas in februari”: Sandrine Tas neemt deel aan EK langebaanschaatsen in haar Heerenveen
Sandrine Tas neemt tot en met zondag deel aan het EK langebaanschaatsen in Heerenveen. De 28-jarige Oostendse start er op de 1.500 meter, de 3.000 meter en de massastart. “Maar mijn hoofddoel is het WK in februari.”
Vijf jaar geleden maakte Sandrine Tas, meervoudige wereldkampioene in het skeeleren, de overstap naar het langebaanschaatsen. Begin 2022 nam ze in Peking deel aan haar eerste Olympische Spelen, maar vorige winter verliep moeizaam. Corné Lepoeter, voorzitter van de Koninklijke Belgische Snelschaats Federatie, had aan het begin van het seizoen immers verkondigd dat er geen financiële middelen meer waren om de Belgische langebaanschaatsers en shorttrackers naar de Wereldbekerwedstrijden te sturen. Een domper voor Tas, maar dankzij haar zesde plaats op de massastart op het WK voldeed ze aan de eis om vanaf juli 2023 een profcontract bij Sport Vlaanderen te bemachtigen. Tas’ voornaamste ambitie is nu de eerstkomende Winterspelen in februari 2026 in Italië te halen.
“Salt Lake City eind januari wordt een heel belangrijke Wereldbeker”
Sandrine, hoe ben jij als wintertopsportster de feestdagen doorgekomen?
“Deze winter heb ik het geluk dat mijn hoofddoelen pas in februari vallen, waardoor ik kerstavond en Kerstmis met mijn familie heb kunnen vieren. Overdreven deed ik niet. Ik ben en blijf topsportster. Daarna ben ik teruggekeerd naar Heerenveen, waar ik in de winter vertoef. Oudejaarsavond vierde ik niet. Dat was een avond zoals elke andere avond, vroeg in bed dus.”
Exact een jaar geleden moest je het EK in het Noorse Hamar nog ziek verlaten.
(knikt) “Daar heb ik niet meer aan teruggedacht. Ziekte hoort bij het leven van een topsporter. Dat EK was bovendien geen hoofddoel. Ook dit EK is dat niet, maar het is en blijft een kampioenschap waarin ik mijn land mag vertegenwoordigen. Alleen moet je keuzes maken in mijn opbouw richting mijn hoofddoelen. De selectie voor het WK afstanden in Calgary (van 15 tot en met 18 februari, red.) ligt nog niet vast, waardoor het belangrijk wordt om in Wereldbekermanches vijf en zes (eind januari in Salt Lake City en begin februari in Québec, red.) te presteren. Ik mag van mezelf niet verwachten dat ik goed ben op dit EK, het WK afstanden in februari én het WK allround in maart. Het WK steekt erbovenuit, maar dit EK is wel min of meer een thuiswedstrijd. Natuurlijk zal ik het beste van mezelf geven.”
Die zesde plaats op het massastart op het WK moet je veel vertrouwen gegeven hebben.
“Sowieso. Als skeeleraar ben ik net zoals Bart Swings opgegroeid met tactisch in groep rijden en het nemen van beslissingen op de juiste momenten. Alleen merk je dat almaar meer schaatsers zich op de massastart toeleggen. Sinds mijn schaatsdebuut in 2018 is het niveau in deze discipline almaar toegenomen.”
Je kende een prima zomer, maar deze winter verliep nog niet zoals je het had gewild.
(schudt het hoofd) “Ik was goed bezig, maar op 6 oktober ben ik tijdens een trainingskamp in Inzell onderuit gegaan en heb ik een enkelblessure opgelopen. Die enkel was sowieso al mijn zwakke plek. Bijna drie weken bleef ik van het ijs weg. Jammer, maar gelukkig ligt mijn hoofddoel pas in februari. Ik heb nog tijd om mijn achterstand in te halen, maar tot nu toe was mijn seizoen nog niet top. De komende weken hoop ik dan ook nog een mooie progressie te boeken. Een specifieke plaats stel ik me echter niet voorop. Dat heb ik in die vijf jaar als schaatser nog nooit gedaan. Het gaat erom dat ik op de dag dat het moet gebeuren technisch perfect schaats en eruit haal wat erin zit. Alleen zo boek je progressie, want zeker op de massastart kunnen er dingen gebeuren die je zelf niet in de hand hebt.”
Waar kan je als langebaanschaatser nog in evolueren?
“Mijn topsnelheid in de eindsprint moet nog omhoog. Als ik beter wil doen dan die zesde plek op het WK, zal dat nodig zijn. Er is nog werk aan de winkel. Evident is het niet, maar ik ben erop aan het werken.”
Tot slot: worden de Winterspelen in 2026 jouw afscheid aan deze sport?
“Op dit moment kijk ik nog niet echt verder dan 2026, dus kan ik niet zeggen of dat mijn eindstation wordt. Het hangt onder meer af van hoe mijn lichaam er tegen dan op fysiek vlak aan toe is en welk niveau ik haal.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier