Hanne Claus is zonder statuut als elite-atleet op zichzelf aangewezen: “Op training ben ik dikwijls beginnen wenen”
De 22-jarige Hanne Claus is al vele jaren een van de betere sprintsters van het land. Met persoonlijke records van 11.81 op de 100 meter en 24.20 op de 200 meter komt ze echter net te kort om het statuut van elite-atleet te bekomen. In coronatijden zorgt dat er wel voor dat de Ardooise van weinig faciliteiten kan genieten en dat ze het afgelopen indoorseizoen ook niet in competitie mocht treden.
De laatste zeven maanden was Hanne Claus (22) vooral op zichzelf aangewezen en werkte ze met vallen en opstaan aan haar conditie. “Ik wil vooral klaar zijn voor het moment dat er opnieuw wedstrijden zijn, maar de onzekerheid maakt het op mentaal vlak heel moeilijk”, zegt de atlete van AV Molenland. “Tijdens de eerste lockdown had ik het totaal niet lastig. Ik was in februari al gestopt met school en ervaarde die hele periode eigenlijk als een vakantie waarin ik met atletiek een goede houvast had. Tegen de coronaregels in werkte ik mijn looptrainingen af op de piste in Tielt en voor de krachttrainingen kon ik gebruik maken van het materiaal van een vriendin. Intussen was ik ook volop bezig met het kiezen van een nieuwe studierichting. Ik was dus meer bezig met het leven na de lockdown dan met de lockdown zelf.”
Afgelopen zomer leek alles terug normaal te worden en mocht Hanne zelfs nog aan behoorlijk wat wedstrijden deelnemen. “Dat werd echter geen onverdeeld succes. In juli had ik nochtans een heel goede stage achter de rug en verbeterde ik zelfs een aantal trainingsrecords. Door die mindere wedstrijdresultaten raakte ik wat in een dipje, maar ik putte energie en motivatie uit een nieuw doel dat ik voor ogen had. Ik zou namelijk in januari met mijn trainingsgroep op stage gaan naar Zuid-Afrika. Alhoewel de tweede lockdown er mentaal heel hard inhakte, werkte ik plichtsbewust mijn trainingen af om in goede conditie op stage te gaan en daar het indoorseizoen voor te bereiden.”
Motivatie verloren
“In Zuid-Afrika kon ik heel goed trainen en mijn trainer was positief verrast over mijn vorm en over hoe goed alles ook was op technisch vlak, want hij had me toch zo’n drie maand niet gezien. Ondertussen werd ook duidelijk dat de VAL een aantal micromeetings ging organiseren, maar aangezien ik geen elite-atleet ben, kwam ik daarvoor niet in aanmerking. Er restte mij deze winter dan alleen nog de IFAM indoor en toen ik hoorde dat ik daarvoor ook niet in aanmerking kwam, brak er iets. Beetje bij beetje verloor ik de motivatie om te trainen. Ook was ik niet meer voldoende streng op mezelf wat betreft mijn voeding. Door al de negatieve nieuwsberichten en het slechte weer werd bovendien alles negatief.”
“Mijn trainingen deed ik met tegenzin en dikwijls begon ik op training te wenen, omdat ik het niet meer zag zitten. Na een goed gesprek met mijn diëtiste wist ik dat ik hulp moest inschakelen. Zo heb ik half maart een digitaal gesprek gehad met mijn psycholoog en dat heeft geholpen. Sindsdien ben ik minder nonchalant in mijn trainingen en gaat het weer beter. Al moet ik toegeven dat het lastig blijft. Voor wedstrijden ben ik momenteel zeker nog lang niet klaar, maar het valt ook te betwijfelen of die er snel zullen komen. Als er wedstrijden doorgaan, dan zal ik aan de start staan. Ik zal alles meenemen wat ik kan, maar om eerlijk te zijn durf ik niet te veel op wedstrijden te hopen. Kwestie van achteraf niet nog een ontgoocheling op te lopen.” (GD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier