Twee keer mocht Emmanuel Vanluchene (26) als zwemmer naar de Olympische Spelen. Vier keer was hij erbij op een WK en tien keer vaardigde hij ons land af op een Europese titelstrijd. Het leverde hem, als onderdeel van het aflossingsteam, drie EK-medailles en zes individuele Belgische records op. Nu is het genoeg geweest en maakt Vanluchene de overstap naar triatlon. “Wie weet kan ik zo aan mijn derde Spelen deelnemen”, knipoogt de Oostrozebekenaar.
We kunnen het niet laten als we ons in één van de talrijke knusse zetels in Viva Sara in Kortrijk naast Emmanuel Vanluchene nestelen. Onze eerste vraag voor de afscheidnemende zwemmer is een cliché. Of hij nooit op die vele tegels onder zich gevloekt heeft. De goedlachse Oostrozebekenaar grijnst eens en schudt verrassend genoeg meteen zijn hoofd. “Eigenlijk niet. Dat iemand als Bryan Ryckeman, die tot kilometer per week trainde, dat altijd zei, kan ik goed geloven. Openwaterzwemmen is dan ook bijna een andere sport. Ik heb wel veel gevloekt op mijn coach, op andere zwemmers en op mezelf. Maar het is net dan dat je het verschil maakt, op momenten waarop je met een slecht gevoel moet doorbijten. Als dat lukt, is de euforie erna des te groter. Eerlijk? Daar was ik goed in.”
Het WK in China was een mooie afsluiter. Zeker toen bleek dat het op persoonlijk vlak niet klikte met Gaastra als trainer
Hoeveel zwemkilometers heb jij op je 26ste in de benen?
Vanluchene: (lacht) “Moeilijk te zeggen. Ik ben op mijn zesde begonnen en ben er nu 26, dus dat maakt 20 jaar. Vanaf mijn 18de zwom ik 20 uur per week, telkens 50 tot 60 kilometer. In acht jaar maakt dat dus 2.000 kilometer.”
Op 30 juli 2012 stond je als 19-jarige in een olympische zwemfinale, de 4×100 meter vrije slag. Fantastisch toch?
Vanluchene: “Ik heb er op dat moment nooit bij stilgestaan dat ik zo jong was. Een jaar eerder – ik was toen nog maar 18 – had ik nooit van de Spelen in Londen durven te dromen. De 4×100 meter-ploeg kon zich op het WK in Shanghai, zonder mij, plaatsen, maar werd gediskwalificeerd. Een nieuwe en laatste kans volgde op het EK in Debrecen in 2012. Ditmaal was ik er wel bij. We vielen net naast het podium, maar haalden de limiettijd en dus was mijn droom meteen waargemaakt.”

“Na een zware trainingsstage op Tenerife heb ik in Londen 48″4 gezwommen. Mijn beste split ooit, want daarna ben ik op de vrije slag nooit meer zo sterk geweest. Hoe dat komt? Kleine details. Het vraagt een enorme focus en als dat lukt, weet je vooraf dat je de wedstrijd van je leven kunt zwemmen. In de reeksen hadden we alle vier – Dieter Dekoninck, Jasper Aerents, ik en Pieter Timmers – zo’n superdag en mochten we met de zesde tijd naar de finale. Daarin werden we wel pas achtste, maar onze Spelen waren sowieso geslaagd.”
Individueel naar Spelen
Vanluchene maakte de voorbije acht jaar vooral furore als onderdeel van het Belgische aflossingsteam. Het leverde drie keer Europees brons op: op de 4×50 meter vrije slag in 2011 en 2012, en op de 4×200 meter vrije slag in 2014. Maar twee jaar geleden kon de Oostrozekenaar zich ook individueel voor de Spelen plaatsen: op de 200 meter wisselslag.
En dat na een heel moeilijke voorbereiding. Je liep een jaar voor Rio immers een chronische darminfectie op.
Vanluchene: “Hoe ik het opgelopen heb, weten we niet zeker. Stress kan de reden zijn. Of rare eetgewoonten. Ik kwam toen net terug van drie weken Amerika. De dag erna heb ik via mijn stoelgang heel veel bloed verloren en de acht weken erna ben ik tien kilogram vermagerd. Ik was heel zwak geworden en heb veel geduld moeten hebben om terug te komen. Om weer op gewicht te geraken, moest ik proteïneshakes drinken. Drie maanden later was ik erbij op het WK in Kazan. Ons daar met de 4×100 meter-ploeg voor Rio kwalificeren, was mijn enige doel. En dat is gelukt.”
Een half jaar later zwom je ook de individuele limiettijd.
Vanluchene: “Na Kazan heb ik een half jaar heel goed kunnen trainen. Tijdens de Vlaamse kampioenschappen in Antwerpen, in februari 2016, zwom ik 2’00″24. De limiettijd voor Rio lag op 2’00″28. (grijnst) Mooier kon niet. Mijn zesde individuele Belgische record. Het mooiste moment uit mijn zwemcarrière. Omdat ik me na al die mooie momenten met de aflossingsploeg ook individueel voor de Spelen kon plaatsen. Dat het me na die moeilijke periode van ziekte gelukt was om weer op niveau te geraken. Ik heb het die dag ook helemaal alleen gedaan, in baan vier. De tweede in het bad zwom immers tien seconden trager. Die prestatie heeft me mentaal sterk gemaakt. Het gaf me een prachtig gevoel, een gevoel dat ik sindsdien altijd terug heb willen zoeken.”
Ruzie in Rio
Vanluchene komt in Rio vier keer in actie: op de 200 meter wisselslag individueel wordt hij in de reeksen uitgeschakeld met de 23ste tijd, op de 4×200 meter vrije slag helpt hij België in de reeksen mee naar de finale, waarin hij door Pieter Timmers vervangen wordt, en op de 4×100 meter vrije slag eindigt hij met zijn drie landgenoten als zesde in de finale.

Was die 23ste plaats voor jou het maximum haalbare?
Vanluchene: “De finale was sowieso onbereikbaar, maar met een heel goede voorbereiding had ik de halve finale en dus top 16 of misschien zelfs top twaalf kunnen halen. Omdat mijn darmproblemen waren teruggekomen heb ik slechts anderhalve maand goed kunnen trainen. Gelukkig sloeg de nieuwe medicatie – om de zes weken een baxter – goed aan en kon ik nog mijn steentje bijdragen in de aflossing.”
Vooral rond de 4×200 meter vrije slag was er veel commotie. Hoe kijk jij daarop terug?
Vanluchene: “Op sportief vlak kijk ik met een goed gevoel terug, want ik zwom de sterkste 200 meter crawl uit mijn leven. Maar in Brazilië werd ook duidelijk dat er in de Belgische zwemsport twee kampen waren en dat dit ooit voor problemen zou zorgen. Je had Rik Valcke en je had Ronald Gaastra. Twee coaches met een totaal andere visie. In Antwerpen trainden Ronalds zwemmers in zijn banen en die van Rik in de banen ernaast. Die rivaliteit maakte ons soms sterker op training, maar niet altijd. En vooral op wedstrijden was er daardoor te weinig focus en waren we te veel met het gebeuren errond bezig.”
“Louis, die net als mij bij Rik trainde, wilde de reeksen doen, maar had zijn individuele finale. Idem voor Pieter, die nog de reeksen van zijn 100 meter vrije slag moest doen. Beiden hadden dat al lang voor de Spelen aangegeven, met als gevolg dat wij, de zwemmers, op den duur tegen elkaar opgestoken werden. Onze coaches hadden vooraf gewoon een duidelijke beslissing moeten nemen. Dat is nooit gebeurd. Nu heeft Louis beslist om toch de reeksen met de aflossingsploeg te zwemmen. Pieter kon zich sparen en dat heeft geloond, want hij pakte daarna zilver. Eind goed, al goed dus. Maar de ploeg is door hem wel in de steek gelaten.”

Wat Pieter en Rio betreft: ik zeg niet dat het vergeven en vergeten is, maar ik kan het intussen wel een plaats geven
Heb jij daar ooit met Timmers over gepraat?
Vanluchene: (knikt) “Onlangs nog. Om het definitief achter ons te laten en samen bij Gaastra te kunnen trainen. Toen Rik Valcke als hoofdcoach van de Vlaamse Zwemfederatie (VZF, red.) werd afgezet en hij samen met Wauter Derycke besloot om ermee te stoppen, moest ik op zoek naar een nieuwe coach. Omdat er niemand echt in aanmerking kwam, heeft Gaastra mijn hele trainingsgroep overgenomen. Het was bijna van moeten, om onder de VZF te mogen blijven zwemmen. (wikt zijn woorden) Ik zal niet zeggen dat Ronald een slechte trainer is, hé. Hij heeft fantastische resultaten neergezet. Met Fred Deburghgraeve indertijd, met Pieter nu ook. Maar het is iemand die moeilijk te begrijpen is, op veel vlakken. Als je ik hem al langer had gekend, zou ik het misschien wel tijd gegeven hebben. Het was voor ons – we waren de West-Vlaamse manier van werken gewoon – ook een hele stap op technisch vlak. We hebben ons echt helemaal moeten aanpassen en dat was niet evident. En wat Pieter en Rio betreft: ik zeg niet dat het vergeven en vergeten is, maar ik kan het intussen wel een plaats geven. Het is heel simpel: zoiets mag in de toekomst niet meer gebeuren.”
Geen klik met Gaastra
Na de Spelen in Rio liet Vanluchene de zwemsport even voor het wat het was. Toch kwam hij nog sterk terug, met vier keer BK-goud en een vierde plaats op het EK met de 4×100 meter vrije slag. Het recente WK in klein bad in China betekende echter het einde van zijn zwemcarrière als prof.

Wanneer heb je die beslissing genomen?
Vanluchene: “Ik besefte hoeveel inspanningen het zou vergen om eventueel naar het WK in 2019 en de Spelen in 2020 te kunnen gaan en had zoiets van: China, waar ik altijd al eens naartoe wilde, zou een mooie afsluiter zijn. Zeker toen bleek dat het op persoonlijk vlak niet klikte met Gaastra als trainer. Daarom ben ik zelfs een paar weken in Turkije gaan trainen, waar ik definitief besliste om ermee te stoppen. De mensen rondom mij wisten van mijn beslissing om te stoppen en toonden begrip. Alleen maakte ik het niet meteen publiekelijk bekend, omdat ik de focus op het WK wilde houden. Door een liesblessure verliep dat verre van vlekkeloos, maar met het brons voor Fanny (Lecluyse, red.) heb ik in een leuke sfeer afscheid kunnen nemen.”
Je koestert ambities als triatleet. Hoe zit het daar precies mee?
Vanluchene: “Ik heb altijd al het gevoel gehad dat ik geen gewone burger ben. (grijnst) En ik heb altijd veel gelopen en gefietst. Ik doe dat graag en ik doe het regelmatig, dus waarom niet? Zo laat ik de zwemsport ook niet helemaal achter me.”
Heb je al zicht op je mogelijkheden als fietser en loper?
Vanluchene: “Ik heb vroeger enkele loopcrossen gewonnen en fietsen doe ik soms met het No Limit Team in Zwevegem. We zullen wel zien. In het begin wil ik mijn ambities stelselmatig opdrijven. Ik blijf samenwerken met SQUADT (van Vincent Callewaert, red.). Hij zal mijn schema’s opstellen, zodat ik gestructureerd kan werken en heel goede resultaten kan boeken.”

In januari studeer je ook af als leerkracht lichamelijke opvoeding. Ga je lesgeven?
Vanluchene: “Dat kan, zowel in het lager als middelbaar. Maar ik kan ook in een fitness gaan werken of personal coach worden. Voortstuderen is een andere optie. Een definitieve keuze maakte ik nog niet. Ik heb sinds vier, vijf maanden ook een vriendin, Dinah Hersee. Ze is van Antwerpen, waar ik momenteel woon. Het contract voor mijn appartement loopt nog tot maart. Daarna zien we wel. Of ik nog naar West-Vlaanderen terugkom? Ja, ik zie mezelf nog terugkomen.”
Tot slot: hoe kijk je terug op uit je zwemcarrière?
Vanluchene: “Ik was erbij op twee Olympische Spelen, vier WK’s en tien EK’s. Ik denk dat ik blij en voldaan mag terugblikken. (knipoogt) En wie weet mag ik ooit nog aan mijn derde Spelen deelnemen, hé.”