Emma Plasschaert en Niels Van Zandweghe: “Ons prijzengeld voor een wereldtitel? Nul euro”
2021 was een bewogen West-Vlaams sportjaar met tal van Belgische titels, Europees eremetaal, een regenboogtrui en zelfs olympisch goud. Maar er waren ook ontgoochelingen: blessures, gemiste medailles… In ons eerste van drie dubbelinterviews als terugblik op 2021 brachten we zeilster Emma Plasschaert (28) en roeier Niels Van Zandweghe (25) samen. Zij grepen in Tokio beiden naast olympisch eremetaal. “Wij hebben vaker een klik met West-Vlamingen dan met Antwerpenaars.”
We hebben afspraak in hartje Brugge. De locatie, Brouwerij De Halve Maan op het Walplein, is niet zomaar gekozen, want Plasschaert en Van Zandweghe vertegenwoordigen samen met enkele andere topsporters het biermerk Sportzot. Wat blijkt: de twee kennen elkaar beter dan wij dachten. Plasschaert is over de middag zelfs bij Van Zandweghe blijven eten. “Van alle atleten binnen Team Belgium ken ik Niels het best”, vertelt Plasschaert. “Tijdens de eerste coronalockdown zat iedereen in zijn eigen bubbel, maar spraken Niels, Tim (Brys, de roeipartner van Van Zandweghe, red.) en ik vaak af om samen in de fitness van de topsporthal te trainen.” Van Zandweghe knikt. “Zo zagen we nog eens iemand. En op die manier hebben Emma en ik elkaar beter leren kennen. We kunnen het echt goed met elkaar vinden.” Wij vroegen ons af hoe goed en vonden tien gelijkenissen tussen de Brugse roeier en Oostendse zeilster.
Gelijkenis 1: West-Vlamingen
Plasschaert: “Aha, de reden waarom het zo goed klikt. (grijnst) Serieus nu, zonder grof te klinken: ik heb vaker een klik met West-Vlamingen dan met mensen uit pakweg Antwerpen.”
Van Zandweghe: (lacht) “Ik begrijp dat, want bij mij is dat ook zo. Wij in West-Vlaanderen zijn recht door zee. Ik ervaar dat niet iedereen dat apprecieert, terwijl een andere West-Vlaming dat op zijn minst zal begrijpen.”
Gelijkenis 2: Watersporters
Plasschaert: “Dat speelt zeker een rol in onze band. Dezelfde interesses, hé. En de roei- en zeilfederatie horen zowat bij elkaar.”
Van Zandweghe: “Ik ken mensen bij de federatie die zij ook kent. Zoals Dimitri (Dumery, topsportcoördinator bij de Vlaamse zeilfederatie, red.), die vroeger bij de roeiliga werkte en nu bij de zeilfederatie aan de slag is.”
Plasschaert: (lacht) “En we zitten beiden in een boot!”
Van Zandweghe: (grijnst) “Maar jij hebt wind nodig en wij niet. Wind is bij ons een belangrijke factor.”
Plasschaert: “Maar toch is er een groot verschil met zeilen. Roeien is een cyclische beweging.”
Van Zandweghe: “En veel minder tactisch. Wij moeten gewoon zo snel mogelijk van punt A naar punt B. Ik ben nog altijd een leek in het zeilen, maar tijdens de Olympische Spelen hebben Tim en ik ons echt proberen bij te scholen. Wat gebeurt er hier met Emma? vroegen we ons voortdurend af.”
Plasschaert: “Er zijn zoveel verschillende factoren: stroom, wind, golfslag, regen… Al die zaken maken het voor mensen moeilijk om een zeilwedstrijd te volgen. Op dat vlak is roeien veel makkelijker.”
Gelijkenis 3: Dezelfde kinesiste en psychologe
Plasschaert: “Kristien Depluverez (van HIT, een kinepraktijk in Latem, red.) is mijn kine en ook die van Niels.”
Van Zandweghe: “Tijdens de races van Emma in Tokio stuurden Tim en ik voortdurend berichten naar Kristien, omdat zij op het zeiltornooi was en we met Emma wilden meeleven. Alleen was het probleem dat we de regels niet zo goed begrepen. En dus vroegen we het aan Kristien.”
Plasschaert: “Eigenlijk begrijpt zij daar ook niet zoveel van, hoor. (grijnst) Trouwens, Niels en ik hebben ook dezelfde psychologe: Els Snauwaert. Het was Kristien die me haar indertijd aanraadde.”
Van Zandweghe: “Ik kwam via mijn trainer Frans Claes met Els in contact. Hij kende haar al van in zijn periode als coach van Tim Maeyens (vierde op de Spelen in Peking 2008, red.).”
Gelijkenis 4: Liefde voor de fiets
Van Zandweghe: “We drinken allebei graag koffie!”
Plasschaert: “Is dat niet omdat jullie enorm veel fietsen?”
Van Zandweghe: (knikt) “Fietsen en koffie is vaak een goeie match, dat klopt.”
Plasschaert: “Plus: mijn verloofde (Matt Wearn, olympisch kampioen in de Laser, red.) is ook een fanatieke fietser. Maar Niels’ passie voor de fiets gaat toch nog verder.”
Van Zandweghe: “Voor mij is het meer dan zomaar een onderdeel van mijn trainingen. Op vlak van materiaal ben ik heel fanatiek.”
Plasschaert: “Weet je hoe dat bij ons gaat? Matt zegt wat hij wil doen en ik volg hem. Na de Spelen zijn we samen in Italië gaan fietsen. Om eerlijk te zijn: als je nog nooit in de bergen hebt gereden, is dat echt niet te onderschatten. Aan het Comomeer had Matt een route met beklimmingen van dertien, veertien procent uitgestippeld. Dat was te steil voor mij. Ik moest afstappen en dus begon hij mij te duwen. Toen dacht ik: gast, dit is echt niet mijn idee van vakantie. (Niels proest het uit) Daarna zijn we in de Dolomieten gaan fietsen, waar we het bekende rondje met de Passo Sella en de Passo Pordoi deden. Dat viel beter mee. Het was de eerste keer dat ik dacht: dit is echt zalig. Landschappelijk was het daar fantastisch mooi!”
Van Zandweghe: “Ik deed enkel al de Mont Ventoux. Met de roeiers trekken we ook vaak op stage naar Noord-Italië. Aan de meren van Maggiore, Lugano en Como hebben we een vast rondje dat we geregeld doen. Een prachtige streek.”
Plasschaert: “In het Australische zeilteam heerst er ook een echte fietscultuur. Samen met Wannes Van Laer, een andere Belgische zeiler, is Matt ook al eens naar Alpe-d’Huez gaan fietsen. Volgend jaar wil ik graag naar IJsland. Zonder fiets. Een fietsvakantie komt er ook wel nog eens van. Met de e-bike, hé. (lacht) Grapje, hoor. Dat zou minder voldoening geven.”
Van Zandweghe: “Als je een platte batterij hebt, mag je bergop 15 kilo extra mee omhoog sleuren.”
Plasschaert: “Op het vlakke zit ik in het wiel van Matt. Bergop rijden we ons eigen tempo en draait hij geregeld terug. Dan kan hij zich ook uitleven en rijd ik mijn eigen tempo. Zo is iedereen content.”
Gelijkenis 5: Sponsor Sportzot
Van Zandweghe: “Hubert (De Witte, red.), voorzitter van de Vlaamse Roeiliga, werkt ook voor de stad Brugge en is bevriend met Xavier (Vanneste, red.), eigenaar van De Halve Maan. Drie jaar kwam de vraag of ik interesse had en intussen rijd ik rond met een auto met een grote Sportzot op. Overal waar ik kom, maak ik dus reclame.”
Plasschaert: “Niels en ik zijn niet de enigen die als uithangbord voor Sportzot dienen. Dat creëert een samenhorigheidsgevoel. Fijn!”
Van Zandweghe: “Het leuke is dat het vooral minder bekende topsporters zijn. Sharon van Rouwendaal werd in Rio olympisch kampioene openwaterzwemmen, maar zonder Sportzot zou ik haar nooit gekend hebben.”
Gelijkenis 6: Olympische tatoeage
Plasschaert: “We hebben allebei sinds kort een tattoo: de olympische ringen.”
Van Zandweghe: “Maar dat konden jullie niet weten, want bij mij is het nog maar sinds begin december. Bij mij symboliseert het vooral het harde werk van de voorbije jaren. Daar ben ik echt trots op. Een papiertje kan je kwijt raken, een tattoo niet. Wat als ik in Parijs goud pak? Dan overweeg ik om er nog iets bij te laten zetten.”
Plasschaert: “Ik ben niet van plan om iets extra te doen. Marseille, waar het zeilen in 2024 plaatsvindt, is een doel. De komende drie jaar wil ik graag daarvoor trainen. Met die tattoo. Maar als mijn carrière daarna misschien stopt, ga ik niet nog iets laten zetten.”
Gelijkenis 7: Geen medaille in Tokio
Van Zandweghe: (grijnst) “Dezelfde wondes…”
Plasschaert: (glimlacht) “We hebben daar een ander gevoel aan overgehouden, denk ik. Natuurlijk was die vierde plaats ook voor mij ontgoochelend, maar ik heb me daar vrij snel bij neergelegd. Het was gewoon niet goed genoeg en de omstandigheden vielen tegen. Er waren er drie beter en ik weet dat ik nog punten heb die beter kunnen. Daar werken we nu ook aan, in functie van 2024.”
Van Zandweghe: “Voor mij blijft Tokio een herinnering met een wrange nasmaak, vooral omdat het de laatste keer met Tim was (Brys maakt de overstap naar de zwaargewichten, red.). Ik had dat project graag met een medaille afgesloten, iets waarvan we de jaren ervoor hadden getoond dat we het waard waren. Maar onze halve finale was slecht en in de finale speelde het weer in ons nadeel. Zonde! Maar met het oog op Parijs zorgde het wel voor veel motivatie. Ik ben erop gebrand om daar wel een medaille te veroveren.”
Gelijkenis 8: Geen Rio 2016
Plasschaert: “Natuurlijk wilde ik toen graag naar de Spelen (België mag zowel in het roeien als zeilen maar één boot sturen, red.). Ik was jong en er waren nog geen verwachtingen. Maar Evi (Van Acker, red.) was de betere en het gaf me de jaren erna echt de motivatie om beter dan ooit te worden. Ik kijk daar niet vaak meer op terug.”
Van Zandweghe: “De eerste dagen in Tokio was alles zo overweldigend en heftig. Alle emoties beleef je zoveel harder, omdat het allemaal zoveel grootser is. Als we dat in Rio al eens hadden meegemaakt, zouden we in Tokio wat rustiger geweest zijn. Als ik Parijs haal, zal het makkelijker zijn om alles een plaats te geven.”
Gelijkenis 9: Partner uit dezelfde sport
Plasschaert: “Ik ben samen met een zeiler…”
Van Zandweghe: “… en ik met een roeister. (grijnst) Die nu bij de politie werkt.”
Plasschaert: “Je ziet veel mensen die een partner in de sport zoeken, omdat je elkaar beter begrijpt.”
Van Zandweghe: “Als je alles voor je sport opoffert, is het logisch dat het, als je dan iemand tegenkomt, een persoon is die iets met die sport te maken heeft.”
Gelijkenis 10: Niet rijk van hun sport
Plasschaert: “Dat mijn wereldtitel in Oman toch wat heeft opgebracht? (lacht) Dat zou moeten, ja… Hoeveel prijzengeld er voorzien was? Niets. En op een WK moeten we verplicht boten huren. De charter fee bedraagt 2.000 euro. (denkt even na) Maar het zou wel leuk zijn als ik eens een bonus zou krijgen. Als er binnen de federatie een grote teamsponsor genre Allianz zou zijn, ben ik er zeker van dat Allianz bij een wereldtitel zoveel euro’s bijlegt.”
Van Zandweghe: “Herkenbaar. Bij jullie is het door het dure materiaal nog een slag erger, hé?”
Plasschaert: “Een nieuwe Laser-boot kost 8.000 euro, je hebt er meerdere nodig en ze moeten overal naartoe getransporteerd worden. De ondersteuning vanuit de federatie en Sport Vlaanderen is nu wel een stuk beter. Maar als je met zeilen begint, weet je dat het niet even populair is als voetbal.”
Van Zandweghe: “Ik werd enkele jaren geleden eens West-Vlaams belofte van het jaar en kreeg daar 1.000 euro voor. Het is het enige dat ik ooit kreeg. Ik heb er mijn eerste koersfiets mee gekocht.”
Plasschaert: “Ik moet geen tienduizenden euro’s krijgen. 1.000 euro voor pakweg een wereldtitel zou ik al fantastisch vinden.”
Van Zandweghe: “Eén van mijn beste kameraden doet sinds kort aan baanwielrennen. Hij heeft meer dan tien jaar geroeid en is 20 keer Belgisch kampioen geworden, maar in drie wedstrijden op de piste verdiende hij al meer prijzengeld dan vroeger met zijn 20 medailles samen. Dat is sport. Je weet het als je eraan begint. Ik vind het vooral lastig als ik er vragen over krijg. Mensen begrijpen niet dat wij daar niets aan verdienen, maar ja …”
Plasschaert: “Zo zit het leven nu eenmaal in elkaar.”
Olympische Spelen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier