In zijn laatste, jaarlijkse rede voor de provincieraad – in september gaat hij met pensioen – in het Provinciaal Hof in Brugge laakt gouverneur Carl Decaluwé het feit dat Vlaanderen te weinig doet om onze kusten te beschermen tegen de stijgende zeespiegel. Hij pleit tevens voor een betere beveiliging van de Noordzee: “Een recente zware storm en de oorlog in Oekraïne hebben ons met de neus op de feiten gedrukt.”
Met haar oppervlakte van 3.454 vierkante kilometer is de Noordzee volgens Carl Decaluwé het grootste natuurgebied van ons land, maar ook de spil van onze economie met 150.000 scheepvaartbewegingen per jaar: “Ze is onze elfde provincie, een poort naar de wereld.”
Marien ruimtelijk plan
“Door scheepvaart, visserij, windparken, zandwinning, militaire oefeningen, kabels, pijpleidingen, aquacultuur is het er behoorlijk druk: al deze gebruiksfuncties samen zorgen ervoor dat
we eigenlijk vier keer meer oppervlakte nodig hebben dan hetgeen beschikbaar is”, waarschuwt de gouverneur.
We beschikken niet eens over een zeesleper die schepen in moeilijkheden kan redden
“Gelukkig beschikken we sinds 2014 over een wettelijk verankerd Marien Ruimtelijk Plan, een strategisch kompas dat richting geeft aan de exploitatie van onze zee. Maar beleid zonder daadkracht blijft drijven als een schip zonder roer. In februari 2022 heeft storm Eunice ons herinnerd aan de kracht van de natuur. Windkracht 12, orkaankracht — schepen die stuurloos ronddobberden tussen windmolens.”
Geen zeesleper
“Eén schip kwam op minder dan honderd meter van een windturbine, met een brandbare, explosieve lading aan boord. Een catastrofe werd op het nippertje vermeden. Maar het incident legde een pijnpunt bloot:
we hadden geen zeesleper, geen enkel vaartuig dat zware schepen kon wegslepen in nood, of schepen kon
weghouden van obstakels. Dat is alsof men aan land zou zeggen: Een brandweerwagen? Te duur.
Als het brandt, laten we het vuur maar woekeren.”
“Veiligheid op zee is geen luxe, het is een noodzaak en een plicht. Het federale beleid mag die realiteit niet langer negeren. Want wie de storm negeert, verliest vroeg of laat het roer”, aldus de gouverneur. Hij pleitte voor het afstemmen van mariene en ruimtelijke planning, maar ook voor meer internationale samenwerking.”
Bezwaar tegen windpark
“Het geplande windpark voor Duinkerke, amper 10 kilometer van onze grens, dreigt ons zeezicht te verstoren en invloed te hebben op vaarroutes, zeevisserij, vogels en economie. Daarom hebben wij bezwaar aangetekend. Niet om verdeeldheid te brengen, maar uit verantwoordelijkheidszin.”
Volgens Carl Decaluwé heeft ook de oorlog in Oekraïne onze ogen geopend: “We waren te afhankelijk van anderen voor onze energie. De Noordzee moet als kloppend hart van Europa’s energievoorziening beter beveiligd worden. We moeten we durven investeren in zichtbare, daadkrachtige en
gecoördineerde controle op zee. We worden vandaag geconfronteerd met complexere
dreigingen, waaronder spionage en sabotage.”
Het geplande windpark voor Duinkerke bedreigt ons zeezicht én onze visserij
“Gelukkig hebben we in België een unieke troef: de Kustwacht, een samenwerkingsverband tussen federale en Vlaamse diensten — Defensie, Douane, Maritieme Dienstverlening, Politie, Noordzeevisserij, en vele
anderen die elke dag samen waken over orde, veiligheid en milieu.”
Blind
“Toch mogen we niet blind zijn voor de uitdagingen waarmee ze kampen: een lappendeken aan bevoegdheden, beperkte middelen en versnipperde communicatielijnen. Het is tijd om de Kustwacht te zien als een volwaardige operationele autoriteit,
met duidelijke mandaten, moderne technologie en structurele financiering. Daarom moeten we
werk maken van een kustwachtcentrale.”
Carl Decaluwé hekelde ook dat het vlaggenschip van ons marien onderzoek, de RV Belgica,
ligt al sinds juni 2024 aan de kade: “Een juridisch conflict houdt een schip vol kennis gevangen.
Wetenschappers staan aan wal, terwijl de data opdrogen. Gelukkig hebben vorige week de Ministers van Defensie en van Wetenschapsbeleid een akkoord hebben bereikt met de Franse rederij, waardoor de Belgica II na anderhalf jaar, eindelijk opnieuw kan uitvaren. Deze winter nog wat onderhoudswerken in het
droogdok, en dan zou het schip in maart volgend jaar ingezet kunnen worden.”
Stijgende zeespiegel
Tot slot riep de West-Vlaamse provinciegouverneur de Vlaamse regering op om sneller te schakelen inzake de bescherming van onze kust tegen de stijgende zeespiegel: “De kustverdedigingswerken die nu in uitvoering zijn, steunen op een masterplan, waarbij het uitgangspunt was dat tegen 2100 de zee 80 cm zou
stijgen.”
“Intussen stelt de wetenschap vast dat de jaarlijkse peilverhoging alarmerend is, we zien nu al aan een jaarlijkse stijging van bijna 8 mm. Wetenschappers gaan ervan uit dat tegen 2100 het zeepeil tot 3 meter kan stijgen. Het is dus 5 voor 12 om te handelen.”
We hebben nog 144 miljoen euro extra nodig voor de bescherming van onze kustlijn
“De huidige meerjarenprogramma’s voorzien geen ruimte voor de uitvoering op het
terrein van een nieuwe kustvisie. Bovendien ontbreekt het voornemen om kustvisie decretaal te
verankeren. Op Europees vlak bestaat een omvangrijk beleidskader inzake kustbeveiliging tegen overstromingen. In België bemoeilijkt de versplintering van bevoegdheden de opmaak en uitvoering van
zeeweringsmaatregelen. Er is nog geen wettelijk kader dat de veiligheidsnormen voor de kustbeveiliging vastlegt. Evenmin worden de financiële noden voor kustbeveiliging bepaald.”
Beschermingsmaatregelen
“Met het lopende Masterplan Kustveiligheid betracht de Vlaamse Regering het veiligheidsniveau van de zeewering op te trekken om zo de kustlijn minstens tot 2050 te beschermen tegen een 1.000-jarige storm.
Oorspronkelijk zou het Masterplan tegen 2015 gerealiseerd zijn, maar eind 2024 waren zes van de vijftien beschermingsmaatregelen nog in uitvoering. Bovendien kregen de meest prioritaire projecten te weinig
voorrang, waardoor de zwakste schakels in de kustlijn tien jaar na de oorspronkelijke einddatum nog altijd onvoldoende beschermd zijn.
“De uitgaven voor dit masterplan bedroegen tot eind 2024 al 321 miljoen euro. Om het project volledig af te ronden is nog minimaal 144 miljoen euro vereist, middelen waarvan het niet zeker is of ze wel voorzien zijn”, aldus Carl Decaluwé.