In ons land komen de hulpdiensten in de helft van de gevallen aan op hun bestemming binnen de twaalf minuten na het opnemen van de telefoon in de noodcentrale. Toch zijn er belangrijke verschillen tussen dicht- en dunbevolkte gebieden, maar ook tussen de verschillende gemeenten. Voor onze provincie scoort Oostende het best, met een gemiddelde van zeven minuten en 39 seconden. In Beernem daarentegen moet je gemiddeld vijftien minuten en dertig seconden wachten op hulp.
De snelheid waarmee hulpdiensten reageren, is van cruciaal belang voor de overlevingskansen van verkeersslachtoffers. Bij bloedingen telt elke minuut om de overlevingskans zo groot mogelijk te maken. Daarom heeft het Instituut Vias in het kader van een Europees project de tijd geanalyseerd die verstrijkt tussen het aannemen van de noodoproep na een ongeval met letsel en de aankomst van de hulpdiensten op de plaats van het ongeval.
De resultaten, gebaseerd op interventietijden uit de laatste 6 maanden van 2024, zijn uitgesplitst op basis van verschillende factoren, waaronder de plaats en het tijdstip van de interventie. De helft van alle interventies komt aan binnen de 12 minuten. In het algemeen is de wachttijd in Brussel korter dan in Vlaanderen en Wallonië.
Statistieken
In de helft van de ongevallen komen de hulpdiensten op hun bestemming aan in minder dan 11 minuten en 42 seconden – dus meestal zelfs sneller dan deze tijd. In de andere helft van de gevallen arriveren de hulpdiensten later.
Een andere indicator die in het kader van deze studie werd geanalyseerd, is de tijd waarbinnen 95 procent van de interventies plaatsvindt. Over alle periodes en locaties heen bedraagt deze indicator 26 minuten en 49 seconden. Slechts 5 procent van de interventies heeft dus een interventietijd van meer dan 27 minuten. Tussen 2021 en 2024 is deze indicator met ongeveer 2 minuten en dertig seconden gedaald, wat uiteraard positief is.
Regionale verschillen
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden slachtoffers van verkeersongevallen het snelst geholpen: de mediane wachttijd bedraagt iets meer dan tien minuten. In het Waals Gewest worden slachtoffers het traagst geholpen, met een mediane wachttijd van twaalf minuten en veertig seconden. Het Vlaamse Gewest ligt tussen beide in, met een gemiddelde van 11 minuten en dertig seconden. Deze regionale verschillen kunnen worden verklaard door de bevolkingsdichtheid en de geografische spreiding van de posten van de hulpdiensten.
Het Vias Instituut publiceert ook een tabel met de tien best presterende en de tien slechtst presterende gemeenten, van de gemeenten die minstens 20 interventies hebben geregistreerd in het Vlaamse Gewest. De best geklasseerde gemeenten beschikken over het algemeen over een ziekenhuis of een brandweerkazerne op hun grondgebied of in de buurt, waardoor de ambulancediensten snel kunnen worden ingezet.
Top Tien
Oostende is na Beerse met een mediaantijd van zeven minuten en 39 seconden op 135 interventies de gemeente waar je het snelste geholpen wordt. Ook Blankenberge (gemiddeld zeven minuten en 47 seconden), Knokke-Heist (acht minuten en twaalf seconden), Torhout (acht minuten en dertien seconden), Roeselare (acht minuten en 41 seconden) en Ieper (acht minuten en 45 seconden) zitten in de Top Tien.
Beernem is de enige West-Vlaamse gemeenten die onderaan bengelt, ze krijgt de negende plek onder de gemeenten die het slechtst – het traagst – presteren. Bij 29 interventies duurde het gemiddeld vijftien minuten en dertig seconden eer slachtoffers geholpen werden.
Dunbevolkt
Analyses per regio, district en gemeente laten een consistent patroon zien: dichtbevolkte gebieden hebben kortere responstijden dan dunbevolkte gebieden. Zo bedraagt de mediaan in de dichtstbevolkte gebieden (meer dan 5000 inwoners/km²) tien minuten, wat zes minuten minder is dan in de meest landelijke gebieden (minder dan 50 inwoners/km²).
Met andere woorden, in de dunbevolkte gebieden is de mediaantijd voor de hulpdiensten om op hun bestemming aan te komen 60 procent langer dan in de dichtstbevolkte gebieden.
Dalende trend
De conclusie van het Vias Instituut luidt als volgt: bij de helft van de ongevallen in 2024 waren de hulpdiensten binnen twaalf minuten ter plaatse. 95 procent van de interventies vond bovendien plaats binnen 27 minuten. Tussen 2021 en 2024 kende België een dalende trend in de responstijden van ongeveer 2 minuten en dertig seconden.
Bekijk via het online dashboard de responstijden van alle gemeenten (met meer dan twintig interventies)
Jean-Luc Crucke, federaal minister van Mobiliteit stelt: “Mijn eerste bezorgdheid is het voorkomen van verkeersongevallen. Als er toch een ongeval gebeurt, is het essentieel dat hulpdiensten snel en veilig ter plaatse kunnen komen, want elke seconde telt. Daarom moet worden herhaald dat weggebruikers prioritaire voertuigen altijd doorgang verlenen, zodat hulpverleners vlot en zonder extra risico’s hun werk kunnen doen.”