800 deelfietsen moeten verdwenen bushaltes in West-Vlaanderen vervangen

Sinds vorige maand zijn heel wat West-Vlaamse gemeenten tientallen deelfietsen rijker. (foto Hoppy)
Phebe Somers

Van de trein op de bus en daarna met de fiets naar je eindbestemming: dat is al een tijdje de natte droom van De Lijn, sinds twee jaar geleden het nieuw Hoppin-vervoersplan werd gelanceerd. De uitrol van 811 nieuwe deelfietsen moeten de volgende stap in dit proces zijn. “In stedelijke gebieden maken vooral jongeren er gebruik van.”

U heeft ze misschien ook al zien opduiken de afgelopen weken: de felgekleurde deelfietsen die overal gegroepeerd staan aan stations en stadhuizen. Het zijn er intussen al 811, verspreid over heel onze provincie. Regio Kortrijk was de eerste om in het kader van het Hoppin-verhaal een nieuwe deelfietsinfrastructuur uit te rollen, dat gebeurde al in 2024. In september van dit jaar sprongen ook de regio’s Brugge, Midwest en Westhoek op de kar.

Maar waar dienen die deelfietsen dan precies voor? In 2019 werden in Vlaanderen 15 vervoerregio’s opgericht, die mobiliteitsuitdagingen over gemeentegrenzen heen moesten aanpakken. West-Vlaanderen telt er vijf: Brugge, Kortrijk, Midwest, Oostende en Westhoek. Deze vervoerregio’s hebben een plan opgemaakt en zijn dat nu systematisch aan het uitrollen.

Een van de veranderingen waar deze bestuursorganen aan hebben meegewerkt, is het schrappen van de 1.500 bushaltes en het hertekenen van het bus- en tramnetwerk. In de visie van De Lijn kreeg deelmobiliteit een belangrijke rol toegewezen: verschillende vervoersmiddelen moeten ervoor zorgen dat reizigers op hun bestemming geraken zonder een eigen auto te moeten gebruiken. Dit initiatief kreeg de naam Hoppin.

3 euro per dag

Vier van de vijf West-Vlaamse vervoerregio’s kozen ervoor om met de fietsen van aanbieder Hoppy verder te sleutelen aan dit systeem van gesubsidieerde deelmobiliteit, als aanvulling op het reguliere openbaar vervoer. Regio Kortrijk was voortrekker: zij lanceerden al Hoppin-deelfietsen – van aanbieder Mobit – in 2024, intussen staan er daar al 236 fietsen verspreid over 41 locaties. In september dit jaar volgden drie andere vervoerregio’s.

Brugge trok volledig de kaart van e-bikes en stationeerde 195 exemplaren op 21 locaties, in Brugge zelf en in de omliggende gemeenten. Ook regio Westhoek wou enkel elektrische fietsen, een 120-tal verspreid over 13 standplaatsen. Koploper in de groep is de regio Midwest, met 130 gewone én 130 elektrische fietsen die je op liefst 32 verschillende plekken kan ophalen en achterlaten. De prijzen tussen Mobit en Hoppy verschillen licht: in Kortrijk betaal je 45 cent voor het eerste uur en 3 euro voor een hele dag. In de andere drie regio’s kost het eerste uur 50 cent en betaal je voor een hele dag trappen 3 euro voor een gewone fiets en 5 euro voor een elektrisch exemplaar.

Weinig aan de kust

Vervoerregio Oostende – die bestaant uit Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem, Koksijde, Middelkerke, Nieuwpoort, Oostende en Oudenburg – is de enige die geen gebruik maakt van de Hoppin-deelfietsen. “Zij hebben gekozen voor een uitrol van deelwagens, er was blijkbaar geen draagvlak voor fietsen. In enkele Westkustgemeenten zijn er wel deelfietsen te vinden, maar die behoren niet tot het gesubsidieerde Hoppin-netwerk”, klinkt het bij Nick Arys van Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

“In regio Oostende was er geen draagvlak voor fietsen, daar kiezen ze voor deelauto’s”

De eerste evaluatie toont aan dat de deelfietsen een welgekomen speler zijn binnen het openbaar vervoerverhaal. In de eerste twee weken van september werden er in de regio’s Brugge, Westhoek en Midwest zo’n 177 ritten per dag geregistreerd, met een gemiddelde afstand van 6,76 kilometer per rit. Ook in Kortrijk blijkt het systeem vanaf de start een succes. “Sinds de opstart merken we een gestage en overwegend positieve evolutie in het gebruik, met enkele piekmomenten zoals in september 2024. Vooral aan Hoppinpunten zoals de stations zien we een duidelijke meerwaarde van de deelfietsen, zeker in de stedelijke band van Menen tot Waregem. Uiteraard zijn er ook nog verbeterpunten, zoals het verhogen van het gebruikscomfort en het aantrekken van nieuwe doelgroepen”, besluit Nick Arys.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise