Twee op de drie bestuurders passen hun rijgedrag aan nadat ze een snelheidsboete hebben gekregen. Dat blijkt vrijdag uit een enquête die Verkeersveiligheidsinstituut Vias heeft uitgevoerd naar aanleiding van de flitsmarathon van de federale en lokale politie. Afgelopen jaar kreeg 30 procent van de Belgen een verkeersboete, het overgrote deel voor een snelheidsovertreding (80 procent).
Mannen (33 procent) kregen iets vaker een boete dan vrouwen (26 procent). De cijfers voor Vlaanderen en Brussel komen iets boven de 30 procent uit, terwijl het Waalse cijfer met 25 procent wat lager ligt.
Vooral een te hoge snelheid doet de meeste automobilisten de das om. Het cijfer komt bovendien overeen met de officiële cijfers van boetes die door de politie gepubliceerd worden. Verder in de top vijf van inbreuken: foutief parkeren, het negeren van een verbodsbord, gsm-gebruik en het niet-dragen van de gordel.
Bewustmakings- en handhavingscampagnes
“Een boete is maar doeltreffend als ze leidt tot een gedragsverandering bij de bestuurder die de overtreding beging”, aldus Vias. Na een bekeuring voor overdreven snelheid zeggen twee op de drie Belgen (66 procent) zich strikter aan de snelheidslimiet te hebben gehouden.
“In België is één dodelijk ongeval op de drie te wijten aan overdreven of onaangepaste snelheid. Daarom is het belangrijk om regelmatig bewustmakings- en handhavingscampagnes te organiseren”, zegt Vias.
“De aankondiging van snelheidscontroles en de daadwerkelijke controles hebben een aanzienlijke impact op de snelheden op onze wegen. Laten we hopen dat het deze keer ook zo zal zijn en dat geen enkele bestuurder zal worden betrapt op overdreven snelheid.”
Voor de enquête nam Vias een steekproef van tweeduizend Belgen met een rijbewijs.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier