De brief die het West-Vlaams Provinciebestuur naar 100.000 tweedeverblijvers stuurt, roept gemengde reacties op bij Jos Dumortier, voorzitter van de vzw Tweres, die de belangen van eigenaars-bewoners van tweede verblijven behartigt: “Het provinciebestuur stelt enkel een gedeeltelijke terugbetaling van deze ‘overbelasting’ voor.”
Jos Dumortier woont in Vlaams-Brabant, maar heeft een tweede verblijf in Bredene. Zijn vereniging heeft 1.200 leden. Recent heeft het West-Vlaams Provinciebestuur meer dan 100.000 personen die een tweede verblijf hebben in onze provincie, aangeschreven. Met het oog op het terugstorten van een deel van de taks die ze ten onrechte betaald hebben.
Reglement nietig verklaard
“Ook ik heb die brief ontvangen”, zegt Jos Dumortier. Hij wijst erop dat de Raad van State de provinciale belastingreglementen op tweede verblijven voor de jaren 2022, 2023 en 2024 nietig verklaard heeft: “Volgens het arrest was de belasting in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat eigenaars van tweede verblijven drie keer meer moesten betalen dan inwoners met hun hoofdverblijfplaats in de provincie.”
“Een nietigverklaring betekent dat het reglement juridisch gezien nooit heeft bestaan”, vervolgt de voorzitter van de vzw Tweres. “In principe is de belasting dus onwettig geïnd. De provincie aanvaardt het arrest, maar kiest voor een beperkte terugbetaling. Ze stelt dat ze enkel dat deel moet terugbetalen dat boven het bedrag ligt dat vaste inwoners betaalden.”
“Concreet betekent dit dat de provincie 271 euro per tweede verblijf zal terugbetalen. Zonder geldig reglement kan de provincie geen enkel bedrag, ook geen deel, inhouden. Om een lagere belasting te innen, moet de provincie een nieuw belastingreglement goedkeuren. Daarom kunnen eigenaars van tweede verblijven argumenteren dat zij recht hebben op de volledige terugbetaling van het betaalde bedrag”, besluit Jos Dumortier.
