In het Poperingse vredegerecht werd een vonnis uitgesproken in de zaak van gravin Elisabeth d’Udekem d’Acoz, de zus van de koningin, tegen Jan Dhondt.
Gravin Elisabeth d’Udekem d’Acoz erfde van haar vader graaf Patrick een huisje langs de Canadeweg in Proven. Jan Dhondt is al meer dan twintig jaar bewoner van het huis, maar vanaf 1 oktober 2015 zei de eigenares eenzijdig de huur op. Jan Dhondt wilde er echter blijven wonen. Tijdens de pleidooien voor de vrederechter zei de advocaat van Jan Dhondt dat die geen schriftelijk huurcontract had, maar de oom van Elisabeth, graaf Raoul d’Udekem d’Acoz (haar rechtsvoorganger, voor de verdeling van de erfenis, red.) had hem verteld dat zoiets niet nodig was. “Je mag er levenslang blijven wonen en de lage huurprijs zal nooit opslaan. Een geschreven woord is niet nodig, want het woord van de adel is meer waard dan een geschreven papiertje“, zou hij gezegd hebben aan Jan Dhondt.
Zelfs al ga ik in beroep, toch moet ik tegen 1 oktober het huis verlaten
Nu besliste de vrederechter dat gravin Elisabeth d’Udekem d’Acoz volledig in het gelijk wordt gesteld. Jan Dhondt moet ten laatste op 1 oktober van dit jaar het huis verlaten.
“Het vonnis is ‘uitvoerbaar bij voorraad'”, reageert bewoner Jan Dhondt. “Dat houdt in dat eventuele rechtsmiddelen tegen het vonnis de tenuitvoerlegging van het vonnis niet opschorten. Dus zelfs al ga ik in beroep, toch moet ik tegen 1 oktober het huis verlaten. Voor mij komt dit vonnis aan als een mokerslag. Ik heb nog niet beslist of ik al dan niet in beroep ga. Ik wil de zaak eerst wat laten bezinken. Wat er gebeurt met alle kosten die ik de jongste 20 jaar aan het huis heb gedaan, weet ik nog niet.”
Gravin Elisabeth d’Udekem d’Acoz wil het huisje verbouwen en er vier gastenkamers in onderbrengen.
(AHP-foto MD)
