Zeebruggeling David Catry al bijna drie jaar in Cambodjaanse cel

Redactie KW

Al bijna drie jaar zit David Catry (38) in de gevangenis in Cambodja. Hij kreeg er een levenslange celstraf omdat hij een kilo cocaïne het land wou binnensmokkelen. “Ze noemen de gevangenis waar ik zit hier “de hel”. En daar is werkelijk niets van gelogen”, zegt hij.

Begin januari 2018. David Catry, op dat moment 35 jaar en afkomstig uit Zeebrugge, wordt op de internationale luchthaven van Cambodja uit de menigte geplukt. De douaniers vinden hem verdacht en willen hem controleren. David vloekt in zijn binnenste, want hij weet dat er in een verbogen bodem van zijn sportzak een kilogram cocaïne steekt. En drugs binnensmokkelen, daar lachen ze in Cambodja niet mee.

Het duurt niet lang voor de speurders de cocaïne vinden. David beslist om een toneeltje op te voeren en beweert verbaasd dat hij van niets weet. Maar een overtuigende acteur is aan hem nooit verloren gegaan. Hij wordt opgepakt en belandt in de cel. Na verschillende verhoren gaat hij door de knieën en bekent hij. De rechter blijft onverbiddelijk: in juni krijgt hij officieel een levenslange gevangenisstraf opgelegd.

Vastgeketend aan ziekenhuisbed

Daarvan zat hij ondertussen al bijna drie jaar uit. Sinds kort ligt hij in het ziekenhuis. Een gevolg van de erbarmelijke omstandigheden in de gevangenis. De diagnose: een astma-aanval in combinatie met een bronchitis. Al meer dan een week wordt hij door de dokters opgevolgd. Een verademing in vergelijking met de Cambodjaanse gevangenis. En hét moment om even contact te hebben met de buitenwereld. Een agent leende David namelijk zijn smartphone. En dat stelt hem in staat om de berichten van het thuisfront te beantwoorden. Ook die van ons.

De agent die hem bewaakt ligt naast hem te slapen. Maar David mag ondertussen wel de telefoon van de man gebruiken. De man hoeft dan ook niet meteen te vrezen dat David gaat lopen. Hij stuurt ons een foto van zijn voet. Met een ijzeren ketting vastgeketend aan het ziekenhuisbed. Hij maakt zelf de vergelijking met een verwaarloosde hond.

Zeebruggeling David Catry al bijna drie jaar in Cambodjaanse cel

En ongelijk kun je hem niet geven. Maar de smartphone in zijn hand maakt veel goed. “Die agent vroeg er zelfs niets voor. Het is een van de goeden”, zegt David. “Ik gaf hem vijf dollar en een flesje Duvel. Dat laatste bracht een vriend van me mee toen hij me in het ziekenhuis kwam bezoeken. Ik dronk zelf al stiekem een flesje uit. Nog eens een goeie pint na drie jaar. Dat smaakte! Pas op, in de cel kun je ook wel alcohol krijgen. Een klein waterflesje vol whisky: 75 dollar. Maar daar geef ik mijn leefgeld niet aan uit. Het andere flesje Duvel schonk ik nu zelfs aan die agent. Uit vriendschap. En uit dankbaarheid.”

David zat nooit eerder een dag in de gevangenis. De Cambodjaanse cel werd dus zijn eerste ervaring met het leven tussen vier muren. Al had hij met het land zelf wel meer ervaring. Hij woonde er enkele jaren en baatte er een foodtruck uit. Hij verkocht er hamburgers, maar de zaken gingen slecht. En daarom koos David voor het snelle geld.

In geldnood

“Ik zat in geldnood en was radeloos”, zegt hij. “Ik wilde niet als een mislukkeling, blut en met een gefaald zakenplan, naar huis terug. Het leek allemaal zo simpel: ik moest op de luchthaven een valies oppikken en later weer afgeven. Daarvoor zou ik 30.000 dollar ontvangen. Maar op amper drie meter van de uitgang van de luchthaven werd ik tegengehouden.”

Geen 30.000 dollar, maar wel een levenslange gevangenisstraf dus. Er gaat dan ook geen dag voorbij waarop David zichzelf niet voor de kop slaat. “Ik kan de tijd niet terugdraaien. Helaas. Het is gebeurd en ik moet ermee leren leven. Maar ze zeggen soms dat je uit je fouten leert. Amai, dat is in mijn geval wel het minste wat je kan zeggen. Mensen kunnen niet geloven hoe hard ik al geboet heb voor mijn stommiteit. Of ik wist wat ik riskeerde? In alle eerlijkheid: ik had geen idee dat ik daardoor levenslang in de gevangenis kon vliegen.”

Onmenselijke omstandigheden

En die gevangenis heet Prey Sar. “De Hel” in de Cambodjaanse volksmond. En dat is volgens David helemaal niet overdreven. Hij zit er in een cel voor 30 personen. “Momenteel zitten er 80 mannen in. Het zijn er ook al 106 geweest. En die roken bijna allemaal. We zitten er 21 uur per dag opgesloten en het is er snikheet. Ik weet dat ik een fout maakte, maar de omstandigheden hier zijn gewoon onmenselijk.”

Hoe ziet een gemiddelde dag in “De Hel” er dan uit? David probeert de routine te beschrijven. Om 8 uur mogen ze even naar buiten. Tot 10.15 uur. “Dan probeer ik wat te trainen en te koken. Er is hier wel eten, maar dat is echt heel erg slecht. Dus probeer ik mijn eigen potje te koken met het leefgeld dat ik heb.” Daarna moet iedereen terug naar zijn cel. En dan neemt David er een douche. “Dat is eigenlijk met een emmer en een schepje. Het toilet is ook gewoon een gat in de grond. Zelfs daar moeten mensen liggen om te slapen.”

Ik weet als geen ander dat ik een gigantische fout gemaakt heb, maar de manier waarop ik daar nu voor moet boeten, is echt onmenselijk.”

Om 14 uur mogen ze opnieuw een uurtje “luchten”. Het signaal voor David om zijn eten op te warmen of wat nieuws te kopen. Om daarna de rest van de dag opgesloten te blijven. “Dan sla ik een praatje. Ik luister muziek of lees een boek. Of we spelen Vier-op-een-rij. Enkel en alleen om ons een beetje bezig te houden. Weet je, vroeger krioelde het hier ook van de kakkerlakken. Maar sinds ze tegels hebben gelegd is het een beetje beter. Alleen moeten we hier ook gewoon op de grond slapen. Dus dat is wel heel erg hard. Zij aan zee, want meer plaats dan je eigen schouderbreedte is er niet.”

David hoopt ooit gedeporteerd te worden naar België. Zijn zaak ligt momenteel bij de ambassade. “Ik hoop echt dat ik binnen twee jaar vrij kan komen met een beetje hulp van de ambassade. Alleen heeft België momenteel geen regering. Dus dat helpt mijn zaak niet meteen vooruit.” De Zeebruggenaar probeert de moed er toch in te houden. Nog meer voor zijn moeder dan voor zichzelf. “Ik bel enorm veel met haar. Zij blijft geloven dat ik thuis zal geraken. En dat geeft me wel goeie moed. Want eerlijk gezegd heb ik niet veel hoop meer. Maar ik probeer positief te blijven. Dat zit gelukkig nog in mijn aard.”

Hulp van vrienden

Maar voorlopig blijft David dus nog wel even vast in Cambodja. Met 200 euro leefgeld per maand. Dat krijgt hij via de vzw die enkele vrienden hebben opgericht. “Het is de enige manier om hier een beetje fatsoenlijk te kunnen eten. Dus met dat geld koop ik m’n eigen voedsel. Zo kan ik tenminste deftig eten. Er bestaat een Facebook-pagina Free David Catn Catry. Daarop staat alle informatie. Ik heb echt geluk dat mijn vrienden me niet lieten vallen. Ik heb hen en hun hulp nu echt nodig om te overleven. Ik weet als geen ander dat ik een gigantische fout gemaakt heb, maar de manier waarop ik daar nu voor moet boeten, is echt onmenselijk. Hopelijk komt er ooit een eind aan deze hel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier