Yvan (60) is thuis na trektocht naar Compostela, maar: “Ik raad het niemand aan om zoiets te doen”

Yvan, naast zijn vrouw en zoon, werd aan zijn woning verwelkomd door familie en vrienden. © FODI
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

Yvan Herman uit Ingelmunster arriveerde op zaterdag 16 september rond 10 uur aan de kathedraal van Santiago de Compostela. Hij was 102 dagen onderweg, waarvan hij er 97 wandelde, goed voor 2.760 km. “Ik doe het nooit meer. Misschien eens een wandeltocht van 30 dagen, maar zeker niet méér dan 100 dagen. De heimwee was het zwaarst”, zegt Yvan.

Dinsdag 19 september omstreeks 19.30 uur: Yvan (60) arriveerde terug aan zijn woning in de Meulebekestraat, die hij op woensdag 7 juni om 11 uur verliet om te beginnen aan zijn wandeltocht richting Santiago de Compostela. Het regende, maar dat kon Yvan niet schelen: hij slaagde in zijn opzet en was blij dat hij terug thuis was. Familie en vrienden verwelkomden wandelaar Yvan. Enkele dagen later luisterden we naar zijn verhaal.

Heimwee

Wat leerde hij vooral uit die 102 dagen afwezigheid? “Dat het alleen zijn een apart verhaal is. Wanneer je dat nog nooit meemaakte, is zoiets niet te onderschatten. Ik had wel eens pijn aan mijn voeten, been of teen, maar dan zette ik toch door. Had ik heimwee, dan belde ik eens extra naar het thuisfront. Mijn vrouw Martine was in moeilijke momenten mijn hulplijn”, lacht Yvan. “Martine zei dan dat ze nog eens zou afkomen, maar dat wilde ik niet omdat het afscheid dan nog zwaarder zou zijn.”

“Mooie vergezichten”

Dacht Yvan ooit aan stoppen? “Helemaal niet! Ik zou enkel stoppen wanneer ik een kwetsuur had opgelopen. Ik leerde bij de plaatselijke atletiekvereniging dat je karakter moet hebben. Ook daar stoppen we niet na tien kilometer lopen, maar proberen we er nog twee bij te doen. In een loopwedstrijd had ik het ook wel eens moeilijk, maar ik beet door. Lopen is wel iets anders dan wandelen. Je kan immers elkaar aanmoedigen. Maar bon, ’t is mij wel gelukt. Ik besef dat met twee wandelen voor minder heimwee had gezorgd”, vertelt Yvan verder. “Maar dan zou ik veel andere zaken hebben gemist. Mensen die met twee wandelen, praten immers enkel tegen elkaar, niet tegen anderen. Zat ik ergens te eten, dan probeerde ik contact te maken met andere mensen.”

Yvan was blij dat hij terug was: “Of ik dat eens overdoe? Helemaal niet! Misschien eens een wandeltocht van 30 dagen, maar zeker niet méér dan 100 dagen.”
Yvan was blij dat hij terug was: “Of ik dat eens overdoe? Helemaal niet! Misschien eens een wandeltocht van 30 dagen, maar zeker niet méér dan 100 dagen.” © FODI

“Samen wandelen is ook gevaarlijk. De ene stapt misschien vlugger dan de andere, waardoor de ene zich forceert en dan last krijgt van een kwetsuur. Weet je, ik ben heel dankbaar voor de steun. Ik kreeg onderweg telefoontjes en berichtjes. Dat deed enorm veel deugd. Maar als ik eenzaam door een lege vlakte wandelde, dan kreeg ik wel heimwee. Dan dacht ik bij mezelf: waaraan ben ik toch begonnen (lacht). Maar dan maakte ik weer en mooi moment mee en stapte ik verder. Naargelang de tocht vorderde, zag ik ook méér mooie vergezichten, prachtige landschappen. Stap je met twee of rij je met de auto, dan bemerk je dat allemaal niet.”

“Mijn vrouw Martine was in moeilijke momenten mijn hulplijn”

Was de aankomst aan de kathedraal in Santiago de Compostela emotioneel? “Dat viel mee”, bekent Yvan. “Mijn vrouw, onze hond en twee vrienden stonden daar. De dagen ervoor verlangde ik al naar die eindmeet. Ik wilde mijn vrouw en hondje terugzien. De laatste dagen vond ik het stappen leuker. Het ging ook vlotter. Ik deed zelfs méér kilometers. Het was precies zoals tijdens een loopwedstrijd, maar één die lang duurt. Je mag afzien; maar als je dan de eindmeet nadert, dan valt alles in zijn plooi. Ik zag af, maar op ’t einde dacht ik daar minder aan. Met dank ook aan mijn duurbaarste bezit: mijn telefoon! Ik kon bellen, kreeg veel berichtjes als steun. Ik had mijn telefoon ook nodig om woorden te vertalen. In Spanje spreken ze geen Engels.”

Akelige geluiden

“Ik moest dat niet doen, maar ik deed het toch. Gelukkig werd ik gespaard van zware kwetsuren. Eén keer kreeg ik tijdens het stappen een zweepslag in mijn been. Ik dacht dat het voorbij was, maar één dag later ging het stappen al een beetje beter. Eerlijk, ik raad het niemand aan om zoiets te doen. Op een avond zette ik mijn tentje op een berg. Er was niets te zien. Die nacht deed ik geen oog dicht, want ik hoorde niets anders dan akelige geluiden. Ik zat met angst, deed mijn tentje niet open. Of ik dat eens overdoe? Helemaal niet! Misschien eens een wandeltocht van 30 dagen, maar zeker niet méér dan 100 dagen.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier