Wim Opbrouck en Bart Casteleyn leggen samen 2021 neer: “Hokjes zijn geen probleem, zolang je jezelf niet opsluit”
De ene was het één week, de tweede de overige 51. Wim Opbrouck (52) en Bart Casteleyn (39) zaten in 2021 allebei op de stoel van hoofdredacteur van De Krant van West-Vlaanderen. Aan de vooravond van het nieuwe leggen ze het voorbije jaar samen neer. Met de nodige vraagtekens, een scheutje boosheid, maar vooral een portie kritisch optimisme. Een open ontmoeting over kleur in West-Vlaanderen, over jezelf in hokjes steken en over een smartphoneverslaving. “Breng de nuance terug. Het is te zwart-wit, jongens.”
We zijn in Bavikhove, deelgemeente van Harelbeke. Voor Bart Casteleyn is het de eerste keer, voor Wim Opbrouck is het zijn thuis. Wat ooit een grote vlasschuur was, is nu een warme woonkamer waar de kerstversiering de tafel dekt en de foto’s aan de muren het leven en de carrière schetsen. Van de gele post-it die waarschuwt voor de dove kater over de zwart en witte Vanfleteren van dochter Marthe en zoon Emiel tot de roze krant die de stempel van zijn hoofdredacteur-voor-één-week draagt. Aan alles ten huize Opbrouck hangt een verhaal vast.
Laat ons beginnen bij die roze krant, bij dat hoofdredacteurschap. Hoe kijken jullie daarop terug? Op dé Krant van Wim, een unicum in de geschiedenis.
Wim: “De factuur moet nog betaald worden dus…”
Bart: (lacht) “Ja, stop het bandje. Of schrijf maar lacht tussen haakjes.”
Wim: “Of algemene hilariteit. Dat maakt het nog beter. (knipoogt) Nee, ik vond het bijzonder tof om te doen, nog beter dan ik had verwacht. Het feit dat ik er effectief bij was op de redactie, was voor mij heel belangrijk. Als ik ja zeg, dan zeg ik ook écht ja. En ik ben ook trots op het resultaat, heel erg trots. Alles wat ik wilde, is gelukt. Van de nacht met Saghine over de fantastische Koppeltekens tot de foto’s van Abdulaziz.”
Bart: “We wisten wat het moest zijn: een warme krant, met warme verhalen. West-Vlaanderen verbinden was het doel van Wim. En daar zijn we in geslaagd. Honderd procent. Het grootste struikelblok was dat roze papier, maar ook dat is goed gekomen. Chapeau voor de drukkers!”
Weet je het regionale, het lokale te waarderen, Wim?
Wim: “Ik moet eerlijk zijn, mijn relatie met het regionale aspect van West-Vlaanderen is wel een beetje een dilemma. Ik vind dat je ervoor moet zorgen dat je vanonder jouw kerktoren wegraakt. Bij mij was dat een soort angst. Als je iets maakt, wil je niet enkel in Harelbeke en omstreken blijven.”
Ik trek me graag op aan de kleine dingen. Zoals Nora, een meisje met een beperking dat 11.000 euro bij elkaar zwom
Verzet je je daartegen?
Wim: “Verzetten niet, maar het is altijd een beetje aantrekken en afstoten. Een gezonde haat-liefdeverhouding. Ik vind dat ook ergens goed. Je moet je roots altijd in een groter perspectief zien. Let op, ik ben positief over waar het met West-Vlaanderen naartoe gaat. De provincie leeft op en heeft veel te bieden. Heel veel mensen bouwen daar mooi aan mee.”
Bart: “Een Harelbekenaar is ook een West-Vlaming, is ook een Belg en leeft vandaag in de hele wereld. Maar alles begint wel onder de kerktoren. Ik vind het heel tof om met dat gegeven een toekomst te zoeken voor deze krant. En ikzelf voel me ook écht oprecht West-Vlaams. Als ik op de E40 het bord Oost-Vlaanderen passeer, voel ik me weg. Zie ik het bord West-Vlaanderen bij het terugkeren, dan ben ik thuis. Ik vind West-Vlaanderen veroveren genoeg, Wim wil de wereld.” (lacht)
Wat heb jij vooral geleerd van Wim als hoofdredacteur?
Bart: “Laat het nieuws soms maar het nieuws zijn. Ik bedoel daarmee dat je niet achter elke pushmelding of elke mening moet lopen. Maar misschien nog vooral: geef wat vaker aandacht aan de mensen die anders nooit aandacht krijgen.”
Wim: “Dat is een nagel waar ik al langer op klop. Ook de krant moet een weerspiegeling zijn van wat West-Vlaanderen is. We zijn divers, het is hier niet meer wit. In het positieve en in het negatieve.”
Bart: “Kris Declercq, burgemeester van Roeselare, zei dat vorige week nog in deze krant. Mijn stad is aan het verkleuren en mijn inwoners hebben het er soms moeilijk mee.”
Wim: “Er zal niets anders opzitten dan de positieve verhalen naar boven proberen te brengen. Daar wat aan te trekken. Kijk naar de casting van De Slimste Mens dit jaar. Extreem divers én jong, extreem getalenteerde mensen ook, heel bewust gekozen. Maar de tsunami aan racistische comments was niet te tellen. Niet. Te. Tellen. Dat is crazy.”
Wij kunnen niet inschatten hoe dat voelt.
Wim: “Jij en ik kunnen dat niet inschatten, neen. Maar het is wel zo. Wat ik hoor van mensen met een kleurtje… En weet je wat het nog is: een kleurtje hoeft zelfs niet. De reacties komen puur op de familienaam zelfs. De klemtoon ligt op het vreemde in die naam. Ik kan daar niet bij.”
Bart: “Dat je daar geviseerd voor wordt… Ik vraag me af of de coronacrisis dat allemaal niet nóg heftiger maakt. Alles is in voor en tegen. Alles.”
Wim: “Ik zie vooral een opdracht in beeldvorming. Bake Off bijvoorbeeld is door de diverse casting een programma met maatschappelijk belang. Ik had het nooit gedacht. Het is een programma over pateetjes en we worden aangevallen omdat er iemand met een hoofddoek deelneemt. Excuseer? Ik zeg dit niet vanuit een politieke correct zijn, of wokeheid. Ik zit gewoon in een wereld, in een sector waar dat issue niet speelt. Alle rang en stand, kleur en gender komt er samen. Maar ik voel nu in de maatschappij dat iedereen zichzelf in kotjes steekt.”
Is dat wat er aan het gebeuren is?
Wim: “Ja, zeker. We moeten daarvoor opletten, denk ik.”
Bart: “De hokjes op zich zijn geen probleem. Maar dat de hokjes tegenover elkaar komen te staan, of dat het ene zich beter voelt dan het andere: dat is zorgwekkend.”
Wim: “Je mag jezelf in een kotje steken, maar je mag je er niet in opsluiten. Het gaat de jongste dagen en weken vaak over misnoegde mensen. Waarom zou ik me moeten schikken in de kwaadheid van iemand die alle allochtonen buiten wilt? Ik ben ook misnoegd, maar mijn boosheid is blijkbaar elitair. Ik wil meer musea, ik wil meer kunst, ik wil meer creatieve vakken op school. Ik kan me ook hele dagen kwaad maken. Natuurlijk ben ik zondag naar Brussel geweest om te protesteren tegen de cultuursluiting. Natuurlijk.”
Bart: “Wat ik mij afvraag, Wim: in oktober ben je voor KW in gesprek gegaan met Jan Jambon (Vlaams minister van Cultuur voor N-VA, red.). Zou dat nu nog een gesprek onder vrienden zijn, zoals je toen na afloop aangaf?”
Wim: “Ik zit sowieso heel snel in een verzoenende modus. (lacht) Tot voor kort had ik begrip voor de situatie: het was een sanitaire crisis, iedereen moest bijdragen, je schikt je daarin. Maar je wil toch een cultuurminister die je verdedigt? Het is toch niet onredelijk wat er wordt gevraagd? Daarom is de situatie nu anders.”
Is de hoop op dit moment weg?
Wim: “Bij velen wel. Ik was er zondag vooral om schouder aan schouder te staan met het jonge talent, de freelancers… En om me te verzetten tegen de onderbuik in vuile reacties op sociale media. Zó zuur, vint.”
Moeten we ons door die commentaren laten leiden, laten doen?
Wim: “Wat is de grote teneur? Kappen op kunst en cultuur. Terwijl het gaat om mensen die hun job kwijt zijn, die hun levenswerk verliezen. Sorry, maar mag het efkes? Anderzijds… Het is soms dubbel, voor die politici. Ik zou niet in hun schoenen willen staan. Ik zou het óók niet weten hoe het aan te pakken.”
Bart: “Dat punt ben ik voorbij. Ik ga daar dan ook niet mee akkoord. We zijn bijna twee jaar ver in de crisis en er worden nog steeds ad hoc beslissingen genomen. Er zit niets van logica achter de maatregelen. Er moest al lang een coronabarometer zijn. Een plan.”
Wim: “Wat moet het plan dan zijn? Ik zou het niet weten.”
Bart: “Die barometer heeft het voordeel van de logica, van de duidelijkheid. Maar goed, ik probeer ondanks die twee coronajaren wel positief te blijven. Als ik Steven Van Gucht hoor zeggen dat hij volgend jaar niet meer in het jaaroverzicht zal zitten, denk ik: oef.” (glimlacht)
Ben je los van corona optimistisch?
Bart: “Ja, omdat er op veel vlakken een verandering van denken komt. Een klein voorbeeld: Roularta plant 15.000 bomen op een plek waar ze evengoed een magazijn konden zetten. Veel mensen willen de wereld beter maken. En ik trek me graag op aan de kleine dingen, zoals Nora, het dochtertje van mijn beste maat. Ze heeft een zware beperking, maar zwom vorige week een record voor De Warmste Week. Als je ziet dat ze zo samen met haar zus 11.000 euro ophaalt, weet ik dat het niet allemaal naar de wuppe is.”
Ik zie genoeg goede dingen, maar voel tegelijk dat veel mensen zo malcontent zijn. De vraag is: waarom?
Wim: “Ik sta wel bekend als iemand die het optimisme en de vrolijkheid omarmt. Ik kan een schuif opentrekken met warmte, met liefde, met verbindende initiatieven, met solidariteit, met vriendschap. Ik zie nog genoeg goede dingen. Maar ik voel tegelijk ook dat veel mensen zo malcontent zijn. Ik vraag me dan af: maar waarom? We moeten het vaker over mensen als Nora, de zwemster hebben.”
Zijn jullie optimistisch over de volgende generaties? Jouw kinderen, Wim, zijn twintigers. Jouw zoon en dochter, Bart, zijn 6 en 10 jaar.
Wim: “Ja, dat zeker. Ik voel bevlogenheid, ik zie machtige dingen gebeuren. Bij mijn eigen kinderen maar ook in mijn vakgebied. Ik zie de toekomst graag komen. Met een groot hart en heel open. Net omdat ik niet wil verzuren. Het is heel gemakkelijk om daarin weg te glijden, maar ik zal me vurig blijven verzetten tegen elke vorm van verzuring. Met elke vezel in mijn lijf. Overdracht en dynamiek tussen leeftijden vind ik iets moois. En ik zie dat almaar vaker en vlotter gebeuren. We zijn een beetje aan het afraken van de generatie die krampachtig vastklampt aan de stoel waarop ze zitten.”
Bart: “Ik vind die bevlogenheid waar je het over hebt heel krachtig. Als iemand heel enthousiast is en zich smijt, heb je daar weken later nog genot van. Dat hebben wij na jouw passage op de redactie ook mogen voelen.”
Wim: “Alles heeft te maken met een positieve vibe. Je ziet de gebeurtenissen in de wereld wel rond je, maar je beslist zelf op welke manier je ernaar kijkt. Mijn betrachting is om overal een positieve energie naar binnen te brengen. Ik denk dat we daar nu en straks allemaal nood aan hebben.”
Is dat enthousiasme en die positieve blik iets wat je je kinderen probeert bij te brengen in de opvoeding, Bart?
Bart: “Ik heb vooral het gevoel dat ik maar wat doe. (lacht) Neen, wat ik vooral belangrijk vind in opvoeden is respect.”
Wim: “Enthousiasme is meer een karaktertrek, denk ik.”
Bart: “Klopt, mijn dochter heeft dat van nature, bij mijn zoon moeten we er soms meer aan sleuren. Maar ook dat is goed. Hij moet het doen zoals hij het wil.”
Wim: “Ik ben wel van het idee dat het vuur moet worden aangestoken. Door een leraar, door iemand in de jeugdbeweging, in een vereniging, door ouders. Door een voorbeeld gewoon. Als je een vuurtje aankrijgt, zijn ze vertrokken.”
Jullie hebben allebei een beetje een hoofdrol. Draag je die graag?
Bart: “Ik noem mezelf nooit ambitieus, maar onbewust ben ik dat misschien wel. En ik moet toegeven dat ik graag mee de beslissingen neem.”
Wim: “Ik kan geen koning zijn als mijn medespelers mij geen koning maken. Dan besta ik niet. De parallel met de koers is voor mij heel duidelijk: een kopman is maar zo sterk als het werk van zijn knechten. Knechten klinkt zo lelijk, maar het is eigenlijk iets heel moois. Enkel als je je ploeg meekrijgt, kan je er komen.”
Bart: “Dat is schone gezeid, Wim.” (lacht)
Wim: “Een krant, een theater, een productiehuis,… krijgt altijd de smoel van de persoon die het leidt. Dat heb ik bij KW gevoeld, maar dan met een zekere zachtheid.”
Bart: “We hebben allebei graag dat iedereen die meewerkt, zich goed voelt. Ik ben voor toope, zonder daarbij het doel uit het oog te verliezen.”
Wim: “En je wil ook een groep waar debat en verschillende meningen kunnen. Dat wordt, denk ik, een van de uitdagingen voor ons allemaal: van mening verschillen zonder meteen te haten. Breng de nuance terug, het is nu veel te zwart-wit, jongens.”
Wie is voor jullie de persoon van het jaar?
Bart: “Dé vrijwilliger, ook al is dat niet één iemand. Weer dat enthousiasme en die inzet. Zonder hen was er van die vaccinatiecampagne geen sprake, en dan heb ik nog niets gezegd over de vele West-Vlamingen die na de overstromingen zijn gaan helpen in Wallonië.”
Wim: “Zonder twijfel: Aäron Fabrice de Kisangani, een jonge strandjutter. Hoe hij op zijn manier de wereld beter en bewuster maakt van de klimaatproblematiek: voor zo iemand voel ik ontzag.”
Tot slot, met welk goed voornemen stappen jullie 2022 in?
Bart: “Ik ga meer lezen. Elke maand een roman. Om het lezen zelf, maar ook om die smartphone vaker aan de kant te laten. Ik merk dat mijn kinderen voelen dat ik te vaak met die gsm bezig ben. Ik wil dat ze me met een boek zien.”
Wim: “Ach, die smartphone. Ook ik ben verslaafd. Ik pik je goede voornemen op dat vlak, Bart. En ik wil ook weer meer sporten, meer bewegen. Ik was goed bezig, maar het is opnieuw verwaterd. Beetje klassiek, hé?”
Rasartiest Wim Opbrouck (52) schrijft, acteert, presenteert, maakt televisie, treedt op met De Dolfijntjes en dat allemaal door elkaar. Het grote publiek leerde hem kennen dankzij In De Gloria en Het Eiland, maar intussen verdiende Wim Opbrouck op elke zender en op elk podium zijn strepen. In november 2020 werd hij verkozen tot West-Vlaams Ambassadeur, in duo met verpleegkundige Saghine Lampaert, in oktober 2021 nam hij voor één week het hoofdredacteurschap bij De Krant van West-Vlaanderen over. Wim woont met zijn vrouw An en hun twee kinderen Emiel (23) en Marthe (26) in zijn geboortedorp Bavikhove.
Bart Casteleyn, geboren op 10 juni 1982, is sinds januari 2020 hoofdredacteur van De Krant van West-Vlaanderen. Al zijn hele loopbaan werkt hij voor Roularta, onder meer als chef van De Zondag. Hij groeide op in Koekelare, maar woont vandaag met zijn gezin in Ichtegem.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier