Wie was James Ensor, die straks uitgebreid herdacht wordt in Oostende?

James Ensor overleed op 19 november 1949. © Mu.ZEE
Bert Vanden Berghe

Met een koninklijk bezoek wordt vandaag vrijdag het startschot gegeven voor het Ensorjaar. Negen maanden lang pakt Oostende uit met een heus stadsfestival, zes tentoonstellingen en meer dan 100 activiteiten voor de schilder die straks 75 jaar gestorven is. Maar wie is de man die wereldwijd zoveel mensen beroerd heeft? Waarom was hij zo belangrijk maar ook zo gefrustreerd? En waarom zal zijn beroemdste werk hier nooit meer te zien zijn?

Volgend jaar is het 75 jaar geleden dat James Ensor stierf in Oostende, maar nog steeds spreekt de modernistische schilder tot de verbeelding. In alle grote musea hangt wel een werk van de Oostendenaar. Sinds de heropening van het Ensorhuis in 2020 zijn er al meer dan 170.000 bezoekers langs geweest in zijn geboortehuis dat een knap museum herbergt. In dat huis heeft hij meer dan 40 jaar gewoond en heeft hij zowat alle belangrijke werken in zijn leven geschilderd. In totaal maakte hij zo’n 850 schilderijen, waarvan een groot deel stillevens zijn. Al zijn de bekendste ongetwijfeld de vele kleurrijke en carnavaleske werken, waar geraamten en maskers de hoofdrol spelen.

Sinds de heropening van het Ensorhuis in 2020 zijn er al meer dan 170.000 bezoekers langs geweest in het geboortehuis van de schilder.
Sinds de heropening van het Ensorhuis in 2020 zijn er al meer dan 170.000 bezoekers langs geweest in het geboortehuis van de schilder. © BELGA

James was de zoon van een Britse ingenieur – die overigens in de kuststad werd geboren – en een Oostendse winkeliersdochter. Hij had nog een zus Mariëtte. Terwijl vader James Frederic het probeerde te maken over de plas, runde zijn moeder – samen met haar zus Mimi – een winkel met allerlei souvenirs, schelpen en curiosa zoals carnavalsmaskers. Die winkel kan je vandaag nog altijd zien in het Ensorhuis. Het spoorde zoon James aan om op zijn kamertje creatieve dingen te schilderen. Alleen was zijn moeder nogal bazig en probeerde hij zich te verzetten in zijn werk. Het hielp ook niet dat zijn opleiding in Brussel met een sisser eindigde. Ensor raakte verbitterd. De satire en het sarcasme was ook voelbaar in zijn werk. Op zijn 27ste verloor hij zijn vader, verslaafd en aan lager wal geraakt. Een miskend talent, net als hij zelf dus. Het is wellicht geen toeval dat hij een jaar later zijn magnum opus maakte: De intrede van Christus in Brussel in 1889. Op dat werk is Christus eerder op de achtergrond te zien en staat het zelfvoldane volk op de voorgrond. Het was een aanklacht tegen de sociale klasse die hem niet naar waarde schatte. Het hielp niet dat zelfs de kunstenaarsgroep Les XX, die hij mee hielp oprichten, zijn werk maar matig kon appreciëren. Meer nog: het doek bleef bijna 30 jaar lang onaangeroerd in zijn atelier.

Eindelijk erkenning

James Ensor leefde op heel veel vlakken in dubio. Er waren een aantal vrouwen waar hij een goede band mee had, maar hij is nooit getrouwd. Zijn werk werd dan weer verguisd en later weer gelauwerd. Hij had het niet makkelijk met zijn bazige moeder, maar ze hielp hem wel door zijn financieel moeilijkste jaren. Elke keer dat hij een tegenslag te verwerken kreeg of als hij zich afgewezen voelde, schakelde hij een versnelling hoger in zijn schilderijen.

Zijn meest bekendste werk bleef meer dan 30 jaar onaangeroerd hangen bij hem thuis.
Zijn meest bekendste werk bleef meer dan 30 jaar onaangeroerd hangen bij hem thuis. © Belga

Het zou echter nog tot 1929 duren vooraleer hij eindelijk de erkenning kreeg die hij verdiende. Op zijn grootste retrospectieve in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel toonde hij voor het eerst zijn beroemdste werk, wat flink wat indruk maakte. In datzelfde jaar kreeg Ensor de titel van baron, een jaar later mocht hij zijn eigen standbeeld onthullen in de voortuinen van het Kursaal. Hij was toen 70 jaar. Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde de buste naar het Leopold-park. Vandaag staat daar een replica. Het origineel kreeg een plaats in het Ensorhuis. Op het standbeeld stond zijn lijfspreuk Pro luce nobilis sum, wat wil zeggen dat hij beroemd is om het licht. Ensor stierf op 19 november 1949 op zijn 89ste. Hij ligt begraven naast de toren van zijn geliefde duinenkerkje Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinen in Mariakerke.

Verontwaardiging

Opvallend: hoewel Oostende de bakermat is van de kunstenaar, bevindt het merendeel van de collectie zich in… Antwerpen. In het KMSKA vind je maar liefst 38 schilderijen, vandaag de grootste collectie ter wereld. Stad Oostende moet het met maar 22 schilderijen doen, al moet het gezegd dat ze wel meer dan 350 stukken van Ensor bezitten. Hij maakte immers ook heel wat etsen.

Verschillende etsen en brieven zijn in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam, in het Stedelijk Prentenkabinet in Antwerpen vind je 188 prenten en 13 tekeningen van de hand van Ensor. In het Guggenheim en het MoMa in New York vind je Ensor, net als in het Louvre in Parijs en zelfs Vaticaanstad. Het werk van de intrede kan je bezichtigen in het J. Paul Getty Museum in Los Angeles. In 1987 slaagde dat museum erin om het werk aan te kopen. Onze regering, toen in volle economische crisis, weigerde om 8,5 miljoen euro neer te leggen voor het werk, wat tot verontwaardiging leidde in onze kunstwereld.

Het KMSKA heeft naar verluidt heel wat moeite gedaan om het werk tijdelijk naar Antwerpen te krijgen nu, maar het werk zou simpelweg te groot en te fragiel zijn om te vervoeren. De kans dat het hier ooit nog te zien zal zijn, lijkt dus bijzonder klein. Hoe dan ook zijn er nog tal van andere manieren om Ensor, die ook nog het briefje van 100 Belgische frank sierde, in de verf te zetten. Oostende wil overigens nog meer kunstenaars van eigen bodem huldigen. In 2027 is het 75 jaar geleden dat Permeke in Oostende overleed en in 2031 is het 150 jaar geleden dat Leon Spillaert in Oostende werd geboren.

Info: www.ensor2024.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier