West-Vlamingen hebben de grootste bubbel, de hele coronaperiode lang
Sinds woensdag mogen we weer wat meer mensen zien. Die nieuwe versoepeling lijkt vooral de West-Vlaming goed uit te komen. Uit de coronastudie van de Universiteit Antwerpen, KU Leuven en UHasselt blijkt immers dat wij het meeste contacten hebben buiten het eigen gezin.
Dat we met z’n allen de voorbije weken en maanden het aantal contacten beperkt hebben kunnen houden, blijkt uit de grote coronastudie van de Universiteit Antwerpen, waar ook wetenschappers van de KU Leuven en de Universiteit Hasselt aan meewerken. Via een online enquête peilden de onderzoekers naar de de impact van de coronamaatregelen op de bevolking. Elke week vulden tienduizenden mensen de de vragenlijst volledig in.
Contact buiten gezin
De wetenschappers gingen na hoeveel mensen je de dag voor de enquête in het echt hebt gezien en gesproken. Je eigen gezinsleden worden daar niet bij geteld. “Het gaat niet alleen om vrienden en familie met wie je bewust afspreekt, je individuele contactbubbel. Ook gesprekken met collega’s, winkelbediendes of kennissen op straat tellen als ‘een contact’. Heel simpel gesteld vragen we naar het aantal mensen met wie je minstens een kort gesprek hebt gevoerd”, zegt professor Statistiek Thomas Neyens, verbonden aan zowel de KU Leuven als de UHasselt.
Op 30 juni lag het gemiddeld aantal gerapporteerde contacten in Vlaanderen op 6,25, een stuk hoger dan tijdens de lockdown. Sporten kon al even in groep, meer mensen gingen opnieuw werken en ook winkels en horecazaken waren opnieuw open. Bovendien mocht de zelfgekozen, individuele bubbel toen al uit tien mensen bestaan. Speelt dat allemaal een rol? “Dat kan zeker”, beaamt professor Neyens. “Het gaat wel enkel om contacten op die ene maandag. Laag vind ik dat cijfer dan ook niet.”
Opvallend is wel dat de contactbubbel van de West-Vlaming het grootst is. Mensen die in West-Vlaanderen wonen, gaven op 30 juni aan gemiddeld 6,75 contacten buiten het gezin te hebben. Met die 6,75 contacten piekt West-Vlaanderen boven Limburg (6,48), Oost-Vlaanderen (6,34), Antwerpen (6,15) en Vlaams-Brabant (5,61). Ook inwoners van de verschillende Waalse provincies gaven aan gemiddeld minder mensen te hebben gezien en gesproken. Specifieke verklaringen voor de grotere contactbubbels in West-Vlaanderen hebben de wetenschappers niet. De vragenlijst peilt immers niet naar de redenen waarom we stilaan weer meer anderen ontmoeten.
Duidelijke trend
“Het gaat om vrij kleine verschillen, maar het lijkt wel een trend te zijn”, duidt datawetenschapper Jonas Crèvecoeur. “Sinds de start van de coronamaatregelen ziet en spreekt de West-Vlaming gemiddeld meer mensen dan wie in andere provincies woont. Dat blijft ook tijdens de maanden april, mei en juni zo. De bubbel is dus niet alleen het grootst, hij bleef ook groeien. Zeker na de versoepelingen in mei en begin juni nam het aantal contacten buiten het gezin snel toe.”
De toenames zie je duidelijk op de grafiek. De eerste bubbeluitbreiding kwam er na 4 en 10 mei. Niet alleen gingen veel mensen toen weer aan het werk op de werkvloer, vanaf Moederdag (10 mei, red.) mochten we thuis maximaal vier mensen ontvangen. Op 11 mei gingen daarenboven winkels opnieuw open. De tweede toename komt er na 8 juni, de dag waarop de experten het onder meer veilig achtten om tien mensen per week thuis te ontvangen. Ook de horeca ging toen weer open. Op 14 april, midden in de paasvakantie en vlak na paasmaandag, was er dan weer een diep dal in de gerapporteerde contacten. “Veel werknemers zijn die maandag thuis gebleven”, verklaart Thomas Neyens.
“Mensen staan te popelen om hun familie en vrienden weer vaker te zien” – Thomas Neyens, professor statistiek UHasselt en KU Leuven
Nog is er volgens de professor een duidelijk verband met iemands beroep. “Wie bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs of de transportsector werkt, geeft aan een vrij grote bubbel te hebben. Studenten, werklozen en gepensioneerden zien daarentegen een pak minder mensen. Verder speelt ook de leeftijd een belangrijke rol. Ouderen boven de 65 en ook kinderen en jongeren onder de 18 jaar hadden minder face-to-face contacten, zeker in vergelijking met de grote groep mensen tussen 18 en 65. Wel zien we dat de kinderen en jongeren sinds de heropstart van de scholen een forse toename in het aantal contacten rapporteren.”
Mentale gezondheid
Dat meer sociaal contact ons deugd doet, blijkt dan weer uit de grootschalige gezondheidsenquête van Sciensano. Het aantal mensen dat aangaf ontevreden te zijn over hun sociale contacten daalde sinds de versoepelingen van de maatregelen van bijna twee derden bij de eerste vragenlijst, naar 46,5 procent eind mei. Angst en depressieve gevoelens komen daarnaast ook veel minder voor dan bij de start van de coronamaatregelen. Ze zijn er nog altijd wel vaker dan voor de crisis, maar namen gevoelig af naarmate de maatregelen versoepelen. Wel maakt Thomas Neyens een belangrijke nuance. “De mentale druk op de gemiddelde Vlaming zien we dan wel dalen, een kleine groep van mensen met ernstige mentale problemen neemt in relatief aantal nog toe. Dit is volgens ons belangrijk om op te volgen.”
Op vlak van het aantal contacten verwacht hij de komende weken een verdere stijging. “Natuurlijk speelt de grote vakantie een rol: mensen werken minder en scholen zijn gesloten, dus traditioneel zijn er dan minder contacten. Nu zijn we daar niet zo zeker van, want mensen staan te popelen om hun vrienden en familie weer vaker te zien. Daarnaast zien we dat telewerken wordt verlaten. Dus in tegenstelling tot andere jaren, zullen er waarschijnlijk meer contacten zijn tijdens de vakantie dan in de periode ervoor.”
Tom en Anneleen hielden hun bubbel bewust klein: “Het vraagt wel wat opoffering en discipline” h2>
Hun boodschappen bestelden ze maanden online en lieten ze thuis leveren, wandelen deden ze op de minst drukke momenten en zelfs een bezoekje aan hun pasgeboren petekindje stelden ze uit. Dertigers Tom Vanderghinste en Anneleen Desloovere uit Kortrijk lieten de voorbije weken en maanden niets aan het toeval over en beperkten contact met anderen zoveel mogelijk. p>
p>
“Better safe than sorry”, glimlacht Anneleen. “Van bij het begin van de maatregelen hebben wij gezegd: geen contact meer, met niemand. Ik had het geluk dat ik van thuis uit kon werken, voor Tom die in de zorg werkt, was dat natuurlijk wat moeilijker.” “Ik heb er wel alles aan gedaan om m’n contacten te beperken tot het strikt noodzakelijke”, gaat Tom verder. De belangrijkste drijfveer voor het jonge koppel: dit najaar verwachten ze hun eerste kindje. “Bij het uitbreken van het virus in België zat ik net in mijn derde maand van de zwangerschap, toch de cruciale maand”, zegt Anneleen. “Mocht ik niet zwanger zijn geweest, hadden we sowieso ook opgelet, maar nu sta je daar toch nog wel extra bij stil.” p>
Gemakkelijk is het niet. Etentjes met vrienden werden geannuleerd en hun familie zagen ze bijna drie maanden niet in het echt. “Natuurlijk vraagt het wel wat opoffering en discipline. En geloof me, we hadden het ook liefst anders gezien”, zegt Tom. “Gelukkig zijn er vandaag wel tal van digitale oplossingen. Zelfs het geslacht van ons kindje hebben we via videochat bekendgemaakt.” p>
Zelfs nu de maatregelen versoepelen, blijven Tom en Anneleen vasthouden aan hun beperkte bubbel. “Familie bijvoorbeeld zien we al wat vaker. Beetje bij beetje zal het wel komen en je ziet in je omgeving dat de focus op die maatregelen wat aan het verzwakken is. Het duurt wel lang, het vraagt veel van mensen. Maar wij beseffen waarom we het doen. En wat we hebben gemist, halen we later wel weer in”, besluit het koppel. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier