We spotten meer zeehonden, bruinvissen zijn al tien jaar geleden naar onze wateren gezwommen

De aangespoelde dwergvinvis op het strand van Oostende © KURT DESPLENTER BELGA
Stefan Vankerkhoven

De dwergvinvis die maandag op het strand van Oostende aanspoelde, is geen unicum. Spoelen er sedert enkele jaren meer zeezoogdieren aan dan vroeger door de klimaatopwarming? Voer voor een babbel met Jan Haelters van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.

Jaarlijks stelt het Instituut voor Natuurwetenschappen een rapport op over de dieren die aan onze kust aanspoelen. Het laatste officieel gepubliceerde verslag dateert van 2022. Dat jaar spoelden 45 bruinvissen en 54 zeehonden aan op onze stranden: heel wat minder dan in 2021. Vier van de bruinvissen strandden levend, ze zijn allemaal gestorven op het strand of tijdens pogingen om ze te redden. Het jaarrapport voor 2023 is in druk.

Haaien

In Belgische wateren werden in 2022 twee Bultruggen gezien – dit is een soort die het goed doet, en vrijwel elk jaar zijn er waarnemingen. Er waren tevens waarnemingen van groepjes en witsnuitdolfijnen en van enkele tuimelaars. Sealife heeft in 2022 12 Grijze zeehonden en drie Gewone zeehonden opgevangen.

Dit jaar zijn al een aantal hondshaaien aangespoeld, onder meer in Knokke-Heist, en gevlekte gladde haaien tussen De Panne en Nieuwpoort. Er waren ook al heel wat grijze zeehonden. Spectaculaire strandingen vorig jaar waren die van een orka en een lederschildpad.

Bruinvissen

Volgens Jan Haelters zijn er in 2023 en recent niet opvallend meer dieren aangespoeld: “De cijfers schommelen, en het is niet zo eenvoudig om eensluidende conclusies te trekken op een jaar tijd. Tien jaar geleden spoelden veel bruinvissen aan, de laatste jaren gaat het om meer zeehonden.”

“In de laatste 25 jaar was er globaal gezien een duidelijke stijging in het aantal bruinvissen in onze wateren: de soort heeft zijn verspreidingsgebied in de Noordzee wat verplaatst naar het zuiden. Heeft dat te maken met de klimaatopwarming? Onrechtstreeks. Iets hogere temperaturen hebben mogelijk effect op de voedselketen, startend met algen en kreeftachtigen, en met vooral in het noorden van de Noordzee gevolgen voor zeezoogdieren en zeevogels. Bruinvissen zijn zeer mobiel. Ze hebben zich verplaatst en ze komen nu opnieuw in relatief hoge dichtheden voor in onze wateren in het voorjaar.”

Zeehonden

“We zien nu meer grijze zeehonden aan onze kust. Maar dat is een ander verhaal. Tijdens de middeleeuwen was die soort in de zuidelijke Noordzee al nagenoeg uitgeroeid. Ze plantten zich enkel voort op voor mensen en landroofdieren ontoegankelijke locaties. Sinds ze beschermd zijn, koloniseren ze nieuwe locaties waar ze zich ongestoord kunnen voortplanten. Ze komen in steeds hogere aantallen voor in de zuidelijke Noordzee, en onvermijdelijk gaat dit gepaard met meer strandingen.”

“De gewone zeehond is een ander verhaal; die is er altijd geweest in de zuidelijke Noordzee, en na de stopzetting van de jacht in de zuidelijke Noordzee is hun populatie gegroeid. Maar je vindt geen kolonies bij ons, wel in andere landen”, aldus Jan Haelters.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier