De voorbije zomer hebben strandredders een daling in het aantal tussenkomsten genoteerd in vergelijking met voorgaande seizoenen. Dat meldt de Intercommunale Kustreddingsdienst van West-Vlaanderen (IKWV) vrijdag. De daling in het aantal interventies is vermoedelijk hoofdzakelijk te wijten aan de mindere weersomstandigheden van afgelopen zomer.
Op de stranden viel de drukte aan zee, afgezien van enkele piekdagen, goed mee. Dat blijkt ook duidelijk uit de interventiecijfers van de redders aan zee. Op alle vlakken is er een duidelijke daling in tussenkomsten te merken in vergelijking met voorgaande seizoenen.
In totaal kwamen de redders 395 keer tussen voor problemen in en op het water: 106 keer voor baders, 30 keer voor personen op een rubberbootje of luchtmatras en 259 keer voor watersporters. Er werden vorige zomer ook 860 verloren personen geteld. Vorig jaar kwam het totaal aantal interventies nog op 594. “Het valt op dat de cijfers voor alle categorieën van zwemmers en watersporters gedaald zijn. De weersomstandigheden zullen hier zeker voor iets tussen zitten”, zegt Bert Gunst, voorzitter IKWV.
Ook op de eerste hulpposten was het iets kalmer dan vorig seizoen. Zo werden er in totaal 40 pietermansteken en 456 kwallenbeten verzorgd, terwijl dat er vorig seizoen respectievelijk 75 en 570 waren.
Ook liet afgelopen zomer één drenkeling het leven. IKWV stelt vast dat de zwemvaardigheden van de strandbezoekers achteruit gaan en wijst erop dat toeristen zich ervan bewust moeten zijn dat zwemmen in zee een grotere uitdaging is dan in een zwembad. “Er zijn zoveel verschillende factoren die het zwemmen kunnen bemoeilijken en dat wordt vaak uit het oog verloren: getijden, niveauverschillen, watertemperatuur, stromingen, golfslag,… noem maar op. Zelfs een goede zwemmer kan hierdoor in de problemen raken”, aldus Bert Gunst.
IKWV raadt minder goede zwemmers dan ook aan om niet dieper in het water te gaan dan knie- of heuphoogte en om steeds te zwemmen in een bewaakte zone.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier