Zelf trekken we in de zomer niet alleen naar de eigen kust, maar ook graag naar het buitenland. Buitenlanders brengen op hun beurt graag een bezoekje aan onze provincie. Vier op de tien toeristen die vorig jaar in West-Vlaanderen logeerden, reisden vanuit een ander land naar onze streek. “Belgen hebben hun eigen land herontdekt”, aldus Westtoer.
Vorig jaar lokte West-Vlaanderen over het hele jaar heen ruim 4,2 miljoen verblijfstoeristen. Dat blijkt uit de jaarcijfers van Toerisme Vlaanderen. Het gaat om personen die minstens één overnachting boekten in onze provincie (in een vergunde accommodatie). Dagjestoeristen en mensen die bij vrienden, familie of in hun eigen tweedeverblijf slapen, horen hier niet bij.
Meer dan een kwart van al die vakantiegangers kwam in Brugge terecht. Logischerwijs konden daarnaast ook de kust – met Oostende op kop – en Ieper in de Westhoek heel wat toeristen aantrekken. “En eigenlijk is dat nog een onderschatting, vooral wat de kust betreft. Bijna 100.000 vakantiewoningen hebben een gemengd gebruik: tweedeverblijven die tussendoor ook verhuurd worden aan derden, maar die logies worden niet meegerekend in de cijfers van Toerisme Vlaanderen.
Hoewel het globale toerismecijfer in onze provincie heel licht is gestegen ten opzichte van 2022, zijn de verschillen tussen de 64 gemeenten best groot. Zo zijn het de minder vanzelfsprekende locaties die in 2023 dubbel zoveel toeristen hebben mogen verwelkomen als in 2022: Pittem, Wervik en Langemark-Poelkapelle.
“De regio rond Brugge ontvangen vooral internationale gasten die een bezoek aan de cultuurstad willen combineren met rust en natuur”
Andere steden en gemeenten waar het toerisme een flinke boost heeft gekregen zijn Menen, Damme, Waregem, Oudenburg en Lo-Reninge. Aan de andere kant van de rangschikking moesten de hotels en andere accommodaties in Ingelmunster, Kuurne, Hooglede, Ichtegem en Harelbeke het vorig jaar met een pak minder reservaties doen.
Rust en groen
Maar wie komt nu eigenlijk allemaal logeren in West-Vlaanderen? Het blijken vooral landgenoten te zijn die afzakken naar onze contreien voor ontspannings- of professionele doeleinden. Exact 4 op de 10 verblijfstoeristen komt uit het buitenland. Zij verspreiden zich zowat over de hele provincie, maar er zijn slechts negen gemeenten waar er meer buitenlandse dan binnenlandse toeristen overnachten: Brugge, Jabbeke, Beernem, Oostkamp, Damme, Roeselare, Mesen, Harelbeke en Ingelmunster.
“Veel Belgen hebben tijdens de pandemie onze provincie – en zeker ook de Westhoek – herontdekt”
“Brugge profiteert van haar kunstig karakter, dat trekt altijd meer internationaal volk aan dan landelijke regio’s. De buurgemeenten genieten mee van dat succes, zeker als je denkt aan het publiek dat een cultureel bezoek aan Brugge wil combineren met rust en groen”, luidt de verklaring. “Voor Roeselare, Harelbeke en Ingelmunster kunnen we de uitleg vooral zoeken bij het motief van de reis. Bij deze drie gaat het namelijk bijna hoofdzakelijk over mensen die voor ‘andere beroepsdoeleinden’ reizen.” (lees verder onder de kaart)
Verrassend genoeg kan – op Mesen na – geen enkele Westhoekgemeente meer internationale gasten overtuigen om langs te komen dan er Belgen naar de regio trekken, ondanks de oorlogs-trekpleisters. “Die verhouding ziet er eigenlijk al altijd zo uit, zelfs al voor de pandemie kwamen er meer Belgen naar de Westhoek dan buitenlandse toeristen”, klinkt het bij Westtoer.
“Tijdens de coronajaren 2020 en 2021 nam het aandeel van de Belgen nog toe. In 2022 en 2023 is het herstel van de buitenlandse markten opnieuw ingezet, maar er is nog werk aan de winkel. Samen met vele West-Vlaamse partners en Toerisme Vlaanderen wordt grote aandacht besteed aan de buitenlandse promotie voor de West-Vlaamse bestemmingen. En die zijn al populair. Het kwalitatief aanbod op het vlak van logies, gastronomie, recreatie, cultuur en natuur blijft een sterke troef voor buitenlandse gasten.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier