Dinsdagmorgen hebben medewerkers van het bekende Oostendse schoolschip Mercator, gemerkt dat het schip water maakte. Volgens burgemeester Bart Tommelein is er geen gevaar. “Het water stijgt niet”, zegt de burgervader.
Medewerkers van het schoolschip stelden dinsdagochtend vast dat er water in het compartiment van de schroefastunnel was gelopen. De brandweer werd verwittigd en kwam ook ter plaatse, maar die raadden aan om een ruimdienst te contacteren om het water uit het schip te pompen.
“Het water is mogelijk licht vervuild met olie en dan moet er een speciale firma ter plaatse komen om het vervuilde water weg te pompen”, zegt burgemeester Bart Tommelein (Open VLD). “In principe is er geen gevaar, want het water stijgt momenteel niet. We houden sowieso de situatie nauwlettend in de gaten. Het schip blijft toegankelijk voor het publiek.”
Met zijn 778,86 ton, zijn 78,40 meter lengte en zijn 11,09 meter breedte is de Mercator het grootste schip in de Oostendse jachthaven. De driemaster werd gebouwd in Schotland en werd in 1932 in gebruik genomen. De geschiedenis van het schip gaat ver terug, maar de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenisboeken was toch wel het overbrengen van het stoffelijk overschot van Pater Damiaan in 1936. Tot 1960, toen het schip op pensioen ging, voer het schip over alle wereldzeeën. Sinds 1960 ligt het schip aangemeerd in het naar het schip genoemde dok: het Mercatordok in de Oostendse jachthaven.
In 2017 werd het schip nog onder handen genomen op de scheepswerf van IDP in Oostende. Na wat structurele werken aan de romp van het schip zag het er zo goed als nieuw uit, maar ook de binnenkant was er nog heel wat werk aan de winkel om het bezoekklaar te krijgen. Op 13 maart 2020, kort voordat het land in lockdown ging, sloot de Mercator voor onbepaalde tijd de deuren omwille van het coronavirus. Op 1 juli 2020 ging het terug open voor het publiek. Sindsdien is het schip opnieuw te bezoeken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier