Kust blikt terug op matige krokusvakantie
Tijdens de afgelopen krokusvakantie heeft de Kust iets minder toeristen mogen verwelkomen dan in 2022. Dat meldt provinciebedrijf Westtoer. Door de langere vakantie in Franstalig België was er een grotere spreiding van de toeristen.
De krokusvakantie in Wallonië en Brussel duurde voor het eerst twee weken, wat zich ook weerspiegelt in de cijfers. Vorig jaar waren de Walen en Brusselaars goed voor 25 procent van de toeristen aan de kust. Nu was hun aandeel in de eerste week ongeveer 20 procent en in de tweede week 35 procent. In die tweede week werd dan ook een stijging van 19 procent in de online hotelboekingen opgetekend. In combinatie met de daling van 9 procent in de drukkere eerste week zijn de cijfers voor de hotels gelijk als die van 2022.
In totaal mocht de Kust de afgelopen twee weken ongeveer 700.000 dagtoeristen en 900.000 tot 950.000 verblijfstoeristen verwelkomen. In vergelijking met 2022 is het aantal toeristische overnachtingen met 5 à 10 procent gedaald. De zonnigere tweede week van de krokusvakantie volstond volgens Westtoer niet om de mindere eerste week goed te maken. De meeste tweedeverblijvers zijn immers Vlamingen, en die reisden uiteraard vooral in de eerste week al naar de zee. Die matige cijfers konden in de tweede week niet goedgemaakt worden door de Franstalige tweedeverblijvers.
Bij de dagjestoeristen stelt Westtoer een daling van 15 procent vast. Wellicht heeft ook dat deels met het weer te maken. De krokusvakantie van eind februari 2022 was immers extreem zonnig, vooral in de weekends. Bovendien hadden we toen net een periode met verstrengde coronamaatregelen achter de rug. Dat zorgde voor minder buitenlandse reizen en dus meer vakanties en uitstappen in eigen land. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier