Na 37 jaar Jimmy straks al voor tiende jaar Nico achter de toog van legendarisch nachtbrakerscafé ‘t Doolkruydt

Een maandagavond in café ‘t Doolkruydt. Dan gaat de herberg een uurtje eerder open, al jarenlang kan men er buigen op een trouw publiek. In het weekend wordt het kaffaat vooral bezocht door jongere mensen die er nog eens stevig kunnen doorzakken. © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

Café ’t Doolkruydt, op de hoek van de Sint-Pietersstraat en de Krekelstraat in Izegem, bestaat al sinds 1973. Nadat Jimmy Dupont het 37 jaar had open gehouden, was het Nico Esprit (46) die het na vijf jaar leegstand weer leven in blies. “En dat was meteen een schot in de roos.” Ook nu is het een van de cafés waar je in het weekend in de late uurtjes terecht kan. En dat is het ook aan zijn naam verschuldigd.

66 jaar was Jimmy Dupont toen hij in 2010 zijn café ’t Doolkruydt sloot. Bekend bij de nachtbrakers, die er ’s morgens vroeg een avondje uit kwamen afsluiten. Ook geroemd om zijn ajuinensoep. “Maar dat recept vindt Jimmy niet meer”, zegt de nieuwe waard.

Het café bleef dicht en niemand sprong in het gat dat Jimmy 80 jaar ondertussen had gelaten. Tot Nico Esprit eens ging informeren. “Ik had wat rare zaken gehoord over het gebouw, maar dat viel al bij al mee. Er lag een nieuw dak op en Yves Deschepper, die hier mee voor de herinrichting zou zorgen, zei dat ik een onnozelaar zou zijn mocht ik dit niet overnemen. En dat wilde ik hem niet aandoen.” Voor Yves was het het eerste café dat hij onder handen nam, ook de bovenverdieping werd aangepakt. “Je kon hier vroeger door de vloer kijken.”

Ook B&B heet al zo

In december 2015 opende ’t Doolkruydt opnieuw de deuren. “Die naam moesten we behouden natuurlijk, die was ingeburgerd. Het komt blijkbaar ergens uit een gedicht. Er zou ook nog een B&B zo noemen, heeft Jimmy me nog verteld. Gasten die hier eens op bezoek waren en hun zaak ook zo hebben genoemd.”

Een kleine zoektocht leidt ons naar B&B Doolkruid in Remersdaal, een deelgemeente van Voeren. Of de legende klopt, daarvoor moet je eens naar die kant van Vlaanderen om het te checken. Ip t Doolkruydt getert ein betekent blijkbaar lang uitgaan in het Izegems. “We waren hier meteen ook goed vertrokken met het café, de klanten van vroeger kwamen terug. En iedereen heeft hier wel herinneringen aan, toch de iets oudere generatie.”

“Op maandag hebben we hier al jaren ons vast publiek, eigenlijk al van de eerste dag quasi dezelfde mensen”

De stiel moest je Nico niet meer leren. Hij had al ervaring opgedaan in Bel Epok en was ook vijf jaar de man achter The Cottage, waar nu Penta Reizen zijn onderkomen heeft. In ’t straatje in Izegem was er natuurlijk al ‘In de Oude Sint-Pieter’, er waren ook al restaurants. “Melissa is hier een jaar na mij gestart met ’t Hemelhuys dacht ik. Ariba is er later bij gekomen en aan de overkant van de straat kregen de panden hier al diverse invullingen. Maar het is een uitgaanscoté waar ze in Roeselare schijnbaar jaloers op zijn. Weet je dat ik hier soms volk heb van Houthulst en zo, de mensen komen van zo ver. Je vindt het niet meer.”

Nog echte ambiance

Ook Nico ondervond aan den lijve dat het uitgaansleven veranderde. “Zeker na corona was dat het geval. Alles is ook een stukje duurder geworden, de mensen passen op wat ze uitgeven.”

Café ’t Doolkruydt is op dinsdag en woensdag gesloten, de andere dagen openen de deuren om 18 uur, op maandag om 17 uur. “Op maandag is er niet veel open, voor mij is dat een goede dag. Met veel vaste klanten die hier al van dag 1 komen. Ik heb zelf ook een minivoetbalploeg en enkele andere die hier na hun match komen. Het is hier op maandag altijd gezellig druk.”

Het café is niet het grootste, maar dat biedt ook zijn voordelen, het is er altijd gezellig. “Behalve de rokersruimte verhuizen, heb ik eigenlijk nog niet zoveel veranderd sinds we hier gestart zijn. In het begin werkte ik zonder dj, maar toen ik die er op vrijdag en zaterdag zette, zag ik wel dat dat aansloeg. Er is hier nog echt ambiance, er kan gedanst worden.”

En wie ’s morgens vroeg als eens door het Sint-Pietersstraatje passeert, kan al eens op tafel dansende voeten ontwaren door de half gesloten gordijnen. “Het kan hier inderdaad laat worden, maar die nachten worden ook voor mij steeds lastiger.”

In ’t Doolkruydt stroomt er Stella uit de tap. “Vraag me niet waarom, maar als vrij café wilde ik eigenlijk starten met Jupiler. Maar Ghislain Nuytten (van de gelijknamige drankhandel, red.) overtuigde me om Stella te schenken en dat was een goed idee. Izegemnaars zijn echt Stella-drinkers, al hebben we ook veel volk van buiten de stadsgrenzen. Maar die lusten die Stella ook.”

Paardenliefhebber

Nico, die opgroeide op de Bosmolens, heeft nog een andere passie: paarden. “Dat is al van kindsbeen af. Na The Cottage runde ik ook een tijdlang een manege. Ik fok nu nog altijd jumpingpaarden. Dat is een werk van lange adem, je moet enkele jaren bezig zijn om resultaat te zien, maar mijn paarden doen het niet onaardig op het internationale concours.”

Op maandag heeft Nico dus zijn vast publiek, in het weekend zag hij zijn volk veranderen van dertigplussers tot de ‘treffelijke’ jonge gasten. “Je bent er natuurlijk nooit helemaal vrij van, maar we blijven gelukkig gespaard van miserie. Maar je moet daar wel hard op toe kijken.”

Zelf gaat Nico, die boven het café woont, graag nog iets drinken bij de collega’s op zijn vrije dagen. “We kunnen het goed met elkaar vinden. Waarom ook niet? Al die horeca samen, dat werkt versterkend.”

En komt Jimmy er ooit nog eens over de vloer? “Het gebeurt dat ik hem twee weken na elkaar zie, maar dan ook eens zes maanden weer niet. Hij vertoeft vaak in Portugal, maar hij is naar het schijnt ook nog actief als stadsgids. De iets oudere generatie herkent hem nog natuurlijk.”

Volgende week: sfeercafé Markt 23 in Meulebeke.

Lees meer over: