“Ik zal café houden tot ik er bij neer stuik”: Francky (61) al 40 jaar patron in volkscafé Bistro Siberië

Links: Een foto uit de oude doos: Francky achter de tap in zijn café. Rechts: Francky in zijn café dat getypeerd wordt door een toog die helemaal uit inox is vervaardigd. © GF/SB
Wouter Vander Stricht

Volkscafé Bistro Siberië in de Gitsestraat ontleent de naam aan de wijk waar het zich situeert. Als jongen uit de buurt nam Francky Matten (61) het café over, 40 jaar later is hij nog steeds op post. “En ik blijf dat ook doen tot ik er bij neer stuik, ik doe het om onder de mensen te blijven.”

Francky Matten groeide op op de wijk Siberië. Hij werd geboren op nieuwjaarsdag 1964 en woonde met zijn gezin in de Bobijnstraat. Wat opzoekwerk leert ons dat de sociale woonwijk Siberië in 1949 werd gebouwd in een stuk boven de Noordlaan, door de verre noordelijke ligging kreeg die de naam Siberië. “Het café heb ik hier altijd geweten”, zegt Francky. “Toen ik klein was kon je tot in Gits kijken als je op een stoel stond; ondertussen is alles hier vol gebouwd.”

Gat in de haag

De herberg in de Gitsestraat 420 grenst achter aan het Mammoetcenter. In de straat waren ook drie jaar lang werken aan de gang. “Ik was nauwelijks bereikbaar, maar had daarop geanticipeerd. Met toestemming had ik een gat gemaakt in de haag zodat je vanuit de Brugsesteenweg naar mijn café kon komen.”

“De naam Bistro bleef behouden, maar je kunt hier al jarenlang niets meer eten”

Toen hij in het café zijn intrede maakte, was het korte tijd ervoor ook een bistro geweest. “Ik heb het café over genomen op mijn 21ste, je moest toen zo oud en meerderjarig zijn om een eigen zaak te kunnen starten. Even heb ik ook een frituur naast de zaak uitgebaat, maar ik ging toen ook nog werken als mecanicien. Al snel hebben we de frituur stop gezet, maar de naam Bistro bleef behouden. Die hing hier al aan het café, de brouwerij wilde niet veel kosten doen. Ze wisten immers niet hoe lang die jonge gast het zou uitzingen.”

Francky Matten is een horecaman, voor hij op zijn 21ste startte in Bistro Siberië, eigenlijk een volkscafé pur sang had hij al heel wat vervaring op gedaan. Nu houdt hij enkel nog in de namiddag open, maar het café waar ook heel wat gebiljart wordt, blijft zijn lang leven.
Francky Matten is een horecaman, voor hij op zijn 21ste startte in Bistro Siberië, eigenlijk een volkscafé pur sang had hij al heel wat vervaring op gedaan. Nu houdt hij enkel nog in de namiddag open, maar het café waar ook heel wat gebiljart wordt, blijft zijn lang leven. © Stefaan Beel stefaan beel

Andere tijden

Betrekkelijk lang dus, op 1 november zal het 40 jaar zijn. “Het café is ondertussen van eigenaar veranderd, Haacht huurt hier niet meer, maar ik blijf Primus schenken. De mensen zijn dat hier zo gewend. Vroeger had je ook alles in huis als je een pils, Rodenbach, stout, export en geuze had, nu is er een wildgroei aan bieren. Ik geloof dat ik nu zelfs al negen alcoholvrije bieren heb. Het caféleven is ook fel veranderd. Vroeger kwam het volk binnen gestroomd. Er waren hier wat bedrijven in de buurt zoals Deceuninck, je had daar automatisch veel volk van. Zelfs over de middag. Maar die tijd ligt al een tijdje achter ons.”

Wijkkermis

Het café werd ook helemaal ingericht door Francky zelf, de toog is volledig uit inox, aan de muren hangen heel wat oude foto’s van stadsbeelden uit Roeselare. En een grote affiche van de wijkkermis die in 1953 werd gehouden op Siberië. Francky bouwde ook eigenhandig een veranda aan de zaak. “Daardoor is de ruimte meer dan verdubbeld. Maar dat is ook nodig om mijn clubs ruimte te bieden.” In het café én in een veranda staat een tapbiljart. “We hebben hier ook vijf biljartteams in competitie, ik speel zelf ook mee, vaak wel als reserve. Maar ook die glorietijden zijn er niet meer. De vinkenmaatschappij De Appelvink heeft hier ook zijn thuisbasis, de zettingen vinden plaats op de parking van binnenspeeltuin Mini World hier wat verderop in de straat.”

Er hangen ook drie dartsborden in het café. “Maar een club is er niet.”

In het café hangt ook een affiche van de wijkkermis van 1953, dus al ruim 70 jaar geleden.
In het café hangt ook een affiche van de wijkkermis van 1953, dus al ruim 70 jaar geleden.

Sinds 16de in de horeca

Op dinsdag is het café gesloten. “De overige dagen doe ik om 16 uur open. Overdag loont het de moeite niet om je café te verwarmen. Bij vinkenzettingen doe ik uiteraard wel nog ’s morgens op. Ik heb nog altijd mijn vaste klanten, gasten die hier graag aan mijn toog komen zitten. En daarvoor doe ik ook voort, zo blijf ik ook tussen de mensen. Na mijn scheiding in 1992 ben ik fulltime café beginnen houden. Maar ik ben eigenlijk een echte horecaman, al vanaf mijn 16 jaar was ik al als garçon actief. Eerst in Norberts Feestzaal aan het station in Roeselare, later in dancing Colombo in Esen (Diksmuide). Die was eigendom van de familie Van Wonterghem, ik ging ook soms in Kuurne werken. Tot ik mijn eigen zaak had natuurlijk. In al die jaren hebben we heel wat cafés weten verdwijnen, ik denk in Roeselare alleen al zo’n 170. In de Ardooisesteenweg zaten tot 12 cafés, in de Mandellaan negen. In de Mandellaan zijn er nu geen meer.” In de Ardooisesteenweg heb je nog café De Vierweg en Stad Brugge. “Corona heeft er ook niet veel deugd aan gedaan. In die periode heb ik hier petanqueterreinen aangelegd, in de zomer wordt er ook wel veel op gespeeld. Er staan hier ook wat kinderspeeltuigen en er is een terras.”

Volgende week: café De Biekorf/De Mythe in Ardooie.

Partner Expertise