Els Colpaert (De Pelikaan) houdt al ruim kwarteeuw café: “Gratis maandagspintje doet het nog altijd”

Els Colpaert met links van haar haar vriend Yves Dutry samen met de klanten op een drukke maandag in De Pelikaan. © Stefaan Beel
Redactie KW

Café De Pelikaan langs de Beversesteenweg 195 in Roeselare is nog een volkscafé in de puurste zin van het woord. Waardin Els Colpaert (48), de dochter uit een kroostrijk gezin, kreeg de liefde voor de stiel met de paplepel mee. Ondertussen is ze al 26 jaar cafébazin. “Ik doe het zeker nog graag, maar ik kijk ook wel met een bang hartje naar de toekomst”, geeft ze toe. “Het moet immers ook leefbaar blijven en het zijn nu onzekere tijden.”

Els Colpaert was pas 22 jaar toen ze al achter de tapkraan plaatsnam. Niet in Roeselare, waar ze opgroeide en school liep, maar in Izegem. Op de wijk De Mol, ten zuiden van de Rijksweg, hield ze zes jaar lang café De Nieuwe Mol open. De zaak is ondertussen tapasbar La Talpa (Italiaans voor ‘de mol’) geworden. Na zes jaar trok Els naar café De Lijster in de Vierwegstraat in Roeselare. “Mijn moeder heeft het café ook nog open gehouden, mijn oudere zus Katleen eveneens. Zelf ben ik negen jaar gebleven. Ondertussen is er daar geen café meer en is het een gewoon woonhuis geworden. Zelf was ik toe aan een andere uitdaging toen ik elf jaar geleden De Pelikaan overnam.”

Twee tapbiljarts

Een deel van de klanten verhuisde ook gewoon mee van De Lijster naar De Pelikaan. “In het begin was dat een raar zicht. De mannen van De Lijster zaten aan het ene deel van de toog, die van De Pelikaan aan het andere”, haalt Els lachend op. “Maar na een tijdje zaten ze door elkaar. Soms zie ik ook wel nog eens oude stamgasten uit Izegem, maar het is natuurlijk wat ver en met al die alcoholcontroles is het er niet makkelijker op geworden. Maar ze zijn me er nog niet vergeten.”

“Op De Mol had ik een Club-lokaal, hier voelen de Anderlechtfans zich thuis”

De club herbergt ook wat verenigingen. “De Victorievink heeft hier het lokaal, we hebben ook nog enkele tapbiljartclubs. Op dinsdag, vrijdag en zaterdag wordt hier gespeeld, we hebben teams in verschillende competities. De twee tapbiljarts zijn hier dus druk bezet.”

Online manillen

De Pelikaan neemt ook deel in de RIC-kaarting waar verschillende cafés uit de regio het tegen elkaar opnemen. “Kaarten is ook een hobby van mij. Maar ik kan maar zelden meedoen, ik ben zelf altijd druk bezig op die momenten. Maar ik doe het allemaal graag: manillen, kingen, kleurenwiezen… Ik speel ook vaak online, via Whisthub kun je ook met de computer manillen.”

Haar vrije dagen heeft Els op woensdag en donderdag. “De andere dagen gaan we om 10 uur open tot 13 uur, in de namiddag open ik dan opnieuw om 16 uur en in het weekend is dat om 17 uur.”

Voetballokaal

In De Pelikaan is er ook een Lottoclub en hebben de Paars Witte Super Fans hun lokaal. “In Izegem had ik een Club Brugge-lokaal, hier hebben de Anderlechtsupporters hun thuisbasis”, zegt de zus van Andy, voormalig voetballer die tot voor kort het trainersduo vormde met Angelo Paravizzini bij Sassport Boezinge. “Bij de thuismatchen vertrekken ze hier met een bus, in Aalter pikken ze nog wat collegafans op. Het eersteklassevoetbal zend ik niet meer uit, sinds we daarvoor nog eens extra moeten betalen. Het moet ook allemaal leefbaar blijven.”

Haar job doet Els nog altijd graag. “Maar wat gaat de toekomst brengen? De prijzen swingen de pan uit en volkscafés komen er niet meer bij. Eten serveren we hier niet, wij moeten het van de pintjes hebben. Je kunt hier zowel Stella als Jupiler krijgen. De weekends zijn hier goed uiteraard, maar misschien is het op maandag nog wel het drukst. Dan trakteer ik met een hapje en is er het maandagspintje. Wie er eentje bestelt, krijgt er eentje gratis bij. Die maandagspintjes doen het nog altijd.”

Tiende verjaardag

Paula Verschoore, de mama van Els, woont schuin tegenover het café. De herberg is gelegen pal tegenover de OKay. “En soms springen hier wel eens mensen binnen die er boodschappen gaan doen. Maar de meeste mensen zijn eigenlijk vaste klanten. Vorig jaar hebben we mijn tiende verjaardag in De Pelikaan goed gevierd.”

Els Colpaert tussen enkele vaste stamgasten.
Els Colpaert tussen enkele vaste stamgasten. © Stefaan Beel

Corona deed natuurlijk ook geen deugd aan het verenigings- en caféleven. “Eerlijk. Ik reed de muren op tijdens die sluiting. Mijn vriend kon gaan werken, maar ik zat hier. We hebben toen het café van een likje verf voorzien en we hebben achteraan een terras gemaakt. Maar de meeste klanten zitten hier liever aan de toog. Maar ze kunnen nu dus ook buiten. Zelf ben ik tijdens die lockdowns veel gaan fietsen. We konden het land niet uit, dus ook niet naar ons appartement in Spanje, niet ver van Torrevieja. We gaan er normaal twee keer per jaar naar toe. Met de eindejaarsfeesten waren we daar twee weken, het was er 30 graden. Ook in de zomervakantie reizen we naar daar.”

Zoon en dochter

Els Colpaert, die haar man en vader van haar kinderen verloor in een ongeval, stamt dus uit een horecafamilie. “Maar ik denk niet dat ik opvolgers zal hebben. Mijn zoon Ayrton (24) werkt in de security, dochter Aicha (22) gaat straks afstuderen in communicatiemanagement.”

In 26 jaar is er veel veranderd in het caféleven. “Je kan het niet meer vergelijken met vroeger. Maar het blijft natuurlijk wel leuk. Er wordt hier wel af en toe een feestje gebouwd. Toen ‘Romana op de scooter’ hier door de boksen galmde, haalden ze een brommer naar binnen en reed men rond de biljarts. Er kan hier wel eens zot gedaan worden.”

Volgende week: ’t Voske in Staden.

Lees meer over: