Koos Delecluyse (35) is al meer dan een decennium het gezicht van café ‘t Hoekske pal in het centrum van Ardooie. “Ik verander zo weinig mogelijk aan het interieur. Het is een bruine kroeg en dat wil ik zo houden”, zegt de enthousiaste waardin.
In onze reeks volkscafés trokken we dit keer de remmen dicht op het Polenplein in Ardooie. Om het verhaal te noteren kiezen wij ervoor om op een rustig momentlangs te gaan, in dit geval een sluitingsdag terwijl Koos er de kuis aan het doen is. Onze fotograaf volgt dan in ons zog op een moment dat het café is volgelopen. En die spaart zijn lof niet. “Geef dit cafeetje van mij maar een 14 op 10”, klinkt het in zijn avondlijk berichtje.
“Als het om een of andere reden niet meer lukt, kan ik nog altijd terug naar mijn oude liefde”
Niet dat wij uit zijn op het quoteren van het café, het verhaal achter de mensen, daar zijn we tuk op. Koos Delecluyse is sinds elf jaar de waardin van de gezellige bruine kroeg. “Ja, ik was pas 24 jaar toen ik hier startte met mijn toenmalige partner,” zegt Koos. “Ondertussen doe ik het al een tijdje alleen. En dat bevalt me goed. Ik kom eigenlijk uit een andere sector, ik was opvoedster in Dominiek Savio. Een job die ik met hart en ziel deed, maar toen mijn contract afliep, moest ik de keuze maken en besloot ik om hier fulltime aan de slag te gaan. Let wel, de zorgsector ligt me nog altijd na aan het hart. Er zijn altijd helpende handen nodig, mocht het verhaal hier ten einde lopen kan ik daar nog aan de slag. Tijdens de covid-periode ben ik een tijdje vrijwilliggerswerk gaan doen, ik doe het nog altijd graag.”
Zondag marktdag
Koos Delecluyse – haar mama is van Izegem, haar pa van Meulebeke – groeide op op de Weze, school lopen deed ze in Ardooie. “Mijn ouders hebben in Izegem nog café ‘t Apotheekse open gehouden, maar dat bestaat al lang niet meer. Het zit wel wat in de genen, ik ging op jonge leeftijd ook helpen bij mijn nonkel en tante in Ruytershove in Izegem. Ik hielp er vooral in de keuken. Uitgaan deed ik ook veel in Ardooie, café ‘t Hoekske kende ik dus al. Ja, ik was er vaste klant. En toen de vorige uitbater, Pavel, aangaf dat hij wou stoppen, zijn we in dat gat gesprongen. Dit mocht niet verloren gaan. We hebben ook veel klanten aan boord kunnen houden. Want ik moet het hier ook grotendeels hebben van de vaste klanten. De uitzondering is wellicht de zondagmorgen, dan is er hier markt. Geen megabedoening, maar klein en gezellig. En dan komen er wel wat mensen op ons terras plaatsnemen voor een koffietje of iets anders.”
Woensdag en donderdag zijn de sluitingdsdagen van ‘t Hoekske, een sluitingsuur heeft het café niet echt. “Ja, ze durven hier wel eens blijven plakken. In het weekend blijven we ook doorlopend open, ik sluit niet meer na de middag. Groot is mijn cafeetje niet, goed om in mijn eentje te belopen. Aan de toog is ook niet heel veel plaats, soms haasten de klanten zich wel om een plekje bemachtigen.”
Bij de collega’s langs
Maar de gezellige kroeg heeft ook nog een aanbod aan hoge en lage tafeltjes. “Sommige klanten blijven hier gewoon ook recht staan. Iedereen vindt wel zijn plaatsje.”
Koos, die Koosje als koosnaampje heeft, gaat prat op een goede band met haar klanten. “Uiteraard moet je over alles wat kunnen mee praten. Dat is de evidentie als je in een café staat. Dat is ook geen probleem hoor. Het gaat er hier heel gemoedelijk aan toe. Mannen die na hun werk een pintje komen drinken, koppels die eens binnen springen, de iets oudere jeugd ook. Nu het jeugdhuis hier vlakbij is, hebben we soms ook wel eens jonge gastjes. De klanten kennen hier elkaar ook goed. Ze trakteren elkaar ook vaak en onze zaak is niet zo groot, een rondje voor heel het huis is hier geen uitzondering. We houden het ook betaalbaar. Eten serveren we hier niet, maar naast Stella en Jupiler verkopen we hier wat streekbiertjes. Niet al te veel, want ik heb hier ook geen grote stockageruimte.”
Zelf gaat Koos op haar vrije momenten ook graag iets eten of drinken. “En in Ardooie hebben we hier nog een mooi horeca-aanbod. Ik ga dus zeker ook eens bij de collega’s langs. Maar omdat ik alles alleen doe – van café houden over poetsen tot de bestellingen – heb ik niet bijster veel vrije tijd. Maar ik voel me goed. Ik woon hier ook bij het café, een pand dat al ruim twee eeuwen oud is.”
Behulpzame klanten
De inrichting heeft niet veel veranderingen ondergaan. “Ik heb wat eigen accenten gelegd, maar we behouden de charme van het café. Met de kachel die in de winter voor de verwarming zorgt, het interieur dat wat nostalgisch is. Veel zaken plaats ik er niet meer bij. Ik moet hier zelf het stof af doen (lacht), maar soms brengen klanten wel eens iets mee dat ze in ons interieur vinden passen. Recent heb ik ook nieuwe frigo’s laten plaatsen, maar die moesten hier ook passen vond ik. Dus geen doorkijkdeuren met verlichting, maar gewone getrouwe caféfrigo’s van vroeger.”
Die klanten, die spelen dus ook een centrale rol in het café. “Als het eens wat te druk wordt, dan helpen ze wel met wat afruimen. En soms duurt het dan eens een minuutje langer voor ze bediend worden, maar dat is hier allemaal geen probleem.”
‘t Hoekske is niet meteen de thuishaven van talloze verenigingen. Er hangt een dartsbord waar bij tijd en stond een pijltje naartoe wordt gericht. “Een kaartclub bijvoorbeeld kan ik hier niet starten. Dan zou mijn café meteen vol zitten en is er geen plaats meer voor wie gewoon een pintje komt drinken.”
Sint-Maartensgekte
Maar VCDE heeft er wel zijn thuishaven. “Dat staat voor Vrienden Club Deftig Etablissement… Ze nemen ieder jaar deel aan de Sint-Maartensstoet, hier een traditie die ik ook al van kindsbeen ken. Op vrijdag is er al de culinaire wandeling, op zaterdag kindernamiddag, stoet en vuurwerk.” Een topweekend (dit jaar op vrijdag 10 en zaterdag 11 november, red.) waar heel Ardooie naar uitkijkt. “Zelf kan ik uiteraard niet mee in de stoet, ik moet op post zijn in mijn café. Maar in Ardooie hebben we het geluk dat er wel heel wat te gebeuren staat. Straks is het hier kermis, daarna ook de Cyclocross. “Twee gelegenheden waarop we hier ook wat ander volk over de vloer krijgen.“
Het mag duidelijk zijn, Koosje voelt zich thuis in haar volkscafé. “Veel klanten zijn ook al maat geworden. En een café zoals ik hier heb, daarvan schieten er niet veel meer over. Ik heb het me nog niet beklaagd de stap gezet te hebben. Al ligt mijn hart ook in de zorg. Ik zie me dat hier nog een tijdje doen, maar mocht het hier om een andere reden niet meer lukken, dan kan ik nog terug naar mijn oude liefde.”
Volgende week: ‘t Kaffeet in Ledegem.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier